Na Luang Prabang heb ik, samen met George, een bus genomen naar het oosten, naar Phonsavan, om de Plains of Jars (velden met kruiken) te gaan bezichtigen. Dit zijn een soort grote stenen urnen die op verschillende plaatsen in de regio te bezichtigen zijn, die honderden jaren oud zijn en waarvan men nog altijd niet weet waarvoor ze dienden. Een van de theorieƫn is dat ze er hun doden in begroeven. De busrit nam een uur of zeven in beslag en onderweg hebben we een uur stilgestaan omdat de bus beschoten werd door vijfig man met machinegeweren en granaten... euh grapje... omdat er een accidentje gebeurd was voor ons en ze aan het wachten waren op de politie om te zien wie er in de fout was. Gelukkig hadden we een ticket vooraan in de bus, want het was de ene bocht na de andere met telkens maar een buslengte ertussen had ik de indruk. Maar overal lag er wel asfalt, dankzij de Chinezen wellicht, die overal in Laos nieuwe asfaltbanen gelegd heben voor de handel met Zuid-Oost-Aziƫ.
In Phonsavan was, zoals in elke stad die ik hier al tegengekomen ben, het busstation enkele km's van het centrum gelegen, ideaal voor de stoere mannen met de tuktuk dus. Een tuktuk kostte 10000 kip per persoon (of rond de 1 euro dus), maar we konden ook meegaan voor niets met een aantal mannen in een minibusje en een ervan zou ons dan enkele hotels voorstellen en ze speculeerden er dan op dat ze ons misschien een tour konden verkopen. We zijn dan maar gratis meegegaan en na een aantal hotels gecheckt te hebben, kwamen we weer bij het eerste terecht. Propere kamers, twee bedden, eigen badkamer, voor 80000 kip dus elk 40000. Ze wilden niets van hun prijs afdoen en tegen de avond zat het hotel volgens mij ook wel vol. Er was een Duitse vrouwen een Koreaanse (verwijfde) kerel die ook op onze bus zaten en die gingen een tour regelen voor de Plains of Jars voor de volgende dag. Wij dachten eraan om een motorfiets te huren, maar ze hadden alleen maar Chinese 100cc scooter type motorfietsen en het ging duurder uitkomen dan met de tour. Ook met de lokale bus was geen optie, want die ging te traag en stopte niet bij alle drie de sites en om alle drie met de fiets te bezichtigen was het te ver. Dus de volgende morgen zei ik aan die kerel dat we misschien ook daarnaartoe gingen en hij zei dat we voor elk 100000 meemochten, maar dat we dan niets aan de anderen mochten zeggen hoeveel we betaald hadden. De Duitse had me de dag voordien gezegd 120000, maar op zijn foldertje stond er 150000 en hij zei dat sommigen zoveel betaald hadden. Of wij echt minder betaald hebben dan de anderen, zullen we nooit weten. In de tour was transport, een fles water, lunch, entree voor de drie sites (3 x 10000) en bezoek aan een dorpje waar ze Whisky maakten, inbegrepen, de Laotiaanse whisky Lao-Lao, eigenlijk gewoon een soort zelfgestookte sterkedrank. Er was ook wel genoeg tijd om op het gemak rond te lopen op de sites, wat ik wel heel belangrijk vind als je ergens met een tour meegaat. De eerste site vond ik meest de moeite en de derde was er eigenlijk wat te veel aan. Al bij al was het wel eens de moeite om te zien en een paar fotootjes te maken, maar de volgende dag was ik al opnieuw onderweg, ditmaal naar Vang Vieng en George ging met een bus naar het zuiden, bestemming Paksan.
dinsdag 3 maart 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten