dinsdag 10 maart 2009

Ban Lung

In Ban Lung merkte ik meteen een groot verschil met Laos op. De mensen waren enorm vriendelijk en iedereen bleek er graag een praatje met de toeristen te slaan. De mensen zijn ook arm, maar ik voelde niet dezelfde barriere als in Laos. Ze waren minder verlegen en goedlachser en ik voelde me daar wel goed bij. Twas daarenboven ook opeens goedkoper. Ik herinner me nog dat ik er 's avonds richting markt liep en dat ik opeens een "hello" hoorde en blijkbaar was het afkomstig van een moeder met een kindje op de arm en ze wilde dat kindje laten "hello" tegen me zeggen. Toen ik opeens mijn hoofd omdraaide en op het kindje afstapte om "hallo" te zeggen, schrok het kindje heel hard en begon het in tranen uit te barsten, terwijl ik nog eigenlijk op vijf meter afstand stond. Dat was wel even een grappige situatie... zo verschoten... ik keek nog eens voor de zekerheid in de spiegel voor het slapen gaan, maar kon niets verkeerd opmerken.

De tweede dag dat ik er was, babbelde ik een beetje met een Franse blondine, Aurelie, en we besloten om samen een motorfiets te huren en via een stofweg naar een rivier een 30tal km ver te rijden vanwaar we voor 14 dollar met ons twee een boottochtje maakten naar een dorpje waar er in het bos een soort soort begraafplaats was van de minderheden die daar woonden en daarna naar een Chinees dorpje in de andere richting. Het laatste was eigenlijk niet echt interessant, maar eerder een soort opvulling van het boottochtje, dacht ik. Vooraan de graven stonden er telkens een mannetje en een vrouwtje in hout uitgesneden en een beetje beschilderd. Sommige details waren er in te zien, zoals een man met een bril of een zwangere vrouw met een buikje. We kwamen nog een Frans koppel tegen die een gids hadden en bezochten nog een schooltje daar, weliswaar op dat moment zonder de kinderen. Ik ging me eens aan de schoolbankjes zetten en we trokken een paar fotootjes en toen ik die bekeek, zag ik pas hoezeer ik onder het stof zat! We hadden de hele tijd langs een stofweg gereden en als er dan een auto of truck passeert, dan moet je door een hele stofwolk en das niet al te aangenaam en gezond. Maar enfin, voor een keer in je leven ;-) Verder reed ik ook wel extra voorzichtig, want af en toe waren er ferme putten in de baan en ik reed met Aurelie achterop en bovendien met een bijna nieuwe Honda, hetzelfde model als waarmee ik in Laos rondgetoerd had en dus goeie Japanse kwaliteit en een motorfiets ik al wat gewoon was. Maar als ik er mee zou vallen, zou het me uiteraard meer kosten, dat hadden ze op voorhand gezegd. We huurden de motorfiets bij een jonge kerel 50 meter naast ons hotel voor 5 dollar en hij had prijs/kwaliteit wel het beste aan te bieden. In ons hotel wilden ze ons voor dezelfde prijs een oude Koreaanse bak geven, die zelfs telkens stilviel als je stopte en hem niet direct in vrijloop kon krijgen en waarvan de elektrische starter zelfs niet meer werkte en de remmen ook niet goed ingesteld waren... Dan was de keuze snel gemaakt! Bovendien waren ze er heel heel vriendelijk. Ik moest opnieuw mijn paspoort afgeven als waarborg en ik vroeg wat ik moest doen als de politie ons zou stoppen zonder mijn paspoort. Hij zei dat ze ons niet gingen doen stoppen, want dat hij ook voor de overheid werkte en dat hij anders die agenten in de bak ging doen draaien... Hij had wel gevoel voor humor dacht ik ;-) Maar we passeerden twee opeenvolgende dagen een (wellicht op smeergeld gerichte) politiecontrole en ze deden ons nooit stoppen :-) 's Avonds ging ik richting markt op zoek naar eten en kwam ik een lokale kerel van 23 jaar tegen waarmee ik de vorige avond wat gebabbeld had in het hotel, Steven, en hij verwees me door naar een plaats waar er een aantal potten waren met gekookt eten. Hij sprak goed Engels want hij werkte met toeristen. Maar hij was vrij sympathiek en drong zich niet op of niets. Dat apprecieerde ik wel. Ze schepten daar dan wat van op een bord en je kreeg er nog een bord rijst bij en gratis thee voor het zachte prijsje van een dollar. Ik moest wel niet alles hebben, want in die potten zit er soms maar raar vlees of lever waar ik ook niet echt zot van ben. Maar twas wel eens iets anders om zo lokaal en goedkoop te eten, want de meeste toeristen gaan naar de toeristenrestaurants. Ik babbelde nog wat met Steven nadien en hij bleek een vriendinnetje van 16 jaar te hebben dat daar in het voedselkraampje werkte van smorgens tot savonds. Haar moeder was weduwe. Traditioneel in Cambodia moest ze maagd blijven tot het huwelijk en als Steven er dan mee wilde trouwen moest hij dan geld geven aan haar moeder, rond de 5000 dollar in dit geval. Naar het schijnt, kun je dan het geld terugvragen als blijkt dat ze geen maagd meer was ;-)

De volgende dag nam ik mijn eigen kamer met badkamer voor slechts drie dollar, in een ander gebouw van hetzelfde hotel. Die Amerikaanse vertrok ook die dag en dan ging ik zeker niet die 10 dollar alleen ophoesten. Aurelie en ikzelf gingen opnieuw samen op (stof)pad met een gehuurde motorfiets. Ditmaal reden we eerst naar een waterval en keerden dan een eindje terug waar we een afspraak hadden gemaakt om op een olifant te rijden, waarvoor we samen 15 dollar betaald hadden voor een anderhalf uur. We klommen via een platformpje op de rug van de olifant en vooraan op de nek zat er een Cambodiaan en door zijn voeten te bewegen tegen de flaporen van de olifant, bestuurde hij het beest. Voor zover het immense dier mee wilde werken althans. De rit verliep eerst over de weg en dan door een bos met rubberbomen. Op het einde, na een troebel plasje over te steken, kwamen we bij de waterval aan. Dan moesten we ons vasthouden aan de mand en de olifant ging door zijn benen zodat we ervan konden gaan. Uiteindelijk waren we blij dat het maar anderhalf uur was, want zo een olifantrit is toch niet echt comfortabel te noemen en een hele dag zou voor de rug wat te veel van het goeie geweest zijn. Na een beetje bij de waterval gerust te hebben, gingen we naar het restaurant vlakbij de waterval, waar iemand voor ons de bromfiets naar toe hadden gereden, zodanig dat we niet terug naar de startplaats van de olifant moesten rijden. We aten er elk gewokte rijst en een aantal frisdrankjes en ik dronk er een glas met sap uitgeperst uit suikerriet en het was er spotgoedkoop. Er zat een klein aapje op een verhoogje en hij was via een ketting met zijn nek aan een boom vastgemaakt. Wat me toen ook weer opviel, is dat veel Cambodiaanse vrouwen tijdens de dag een soort piama dragen. Dat bleek toch iets typisch Cambodiaans te zijn. Enfin, voor hen is het geen piama, maar gewoon comfortabele losse kledij, maar voor ons lijkt het op een, niet al te sexy, piama. Ze zullen waarschijnlijk ook wel af en toe hun bedenkingen hebben met de kledij die wij westerlingen daar dragen. De man van het restaurant stelde ons nog voor om ons naar Lumphat, naar zijn dorp, zo'n 20tal km verderop te brengen, heel goedkoop. Hij zei dat de weg heel goed was en dat hij er in 20 minuten naar toe kon rijden. We konden met zijn tweeen achterop zijn motorfiets zitten en het ging er mooi zijn met een mooi meer om in te zwemmen en een heel grote rivier (overigens de rivier waar de film "Apocalypse Now" zich voornamelijk afspeelde, waar een kolonel in de film zijn eigen legertje daar in de jungle had). Het was al vrij laat en we stonden er kritisch tegenover, maar wilden wel eens de weg een eindje proberen. We gingen nog een vijfhonderdtal meter verder langs die weg, maar het was de ene grote put naast de andere en we maakten uiteindelijk rechtsomkeert ter hoogte van een plas water. Ik had geen zin om de motor daar nog eens in onder te dompelen en twas sowieso al wat te laat, alhoewel het avontuur ermee gepaard gaande ergens vanbinnen wel aan me knaagde. Ik had wel eens willen zien hoe die kerel in twintig minuten daar raakte... Zijn bromfiets zal wellicht op Red Bull gereden hebben ("Red Bull geeft je vleugels" :p ) In de late namiddag reden we dan nog naar het grote kratermeer Boeng Yeak Lom, waar we dan nog gezwommen hebben. Het water was heel proper en helder en er waren op drie plaatsen platformen langs de oever om te gaan zwemmen en ik zwom van de middelste naar de ene en dan naar de andere en dan terug naar de middelste, waarschijnlijk wel een km of zo, in schoolslag. Het water was lekker fris maar toch warm genoeg en het was al lang geleden dat ik nog eens flink goed gezwommen had en bovendien was het een ideale vorm van sport bij dit weer. Ik voelde me er met andere woorden super bij! Bij de bromfiets gekomen, besefte ik dat ik mijn camera had laten liggen aan het meer en toen ik terug liep, kwam ik twee meisjes tegen die vroegen of ik soms mijn camera had laten liggen. Ze haalden het uit hun plastic zak en gaven het aan mij en ik was blij dat ze zo eerlijk waren! 's Avonds ging ik dan nog lokaal iets eten met Aurelie en een andere kerel die al wat langer in Cambodia vertoefd had. We aten de maaltijd in dezelfde plaats waar ik gisteravond gegeten had en aten dan nog een soort dessert op de markt.

De volgende dag kwam ik wat laat op dreef en rond de middag ging ik ergens eten en raakte ik aan het poolen en aan het praten met twee lokale Cambodianen. Uiteindelijk hebben we samen onze maaltijd genuttigd en ze waren heel vriendelijk. Later huurde ik nog een fiets en reed ik naar het kratermeer om te gaan zwemmen en ik wandelde eens rondom het meer en dan kwam ik Aurelie ook weer tegen. Ik duikte wel een twintigtal keer van het platform vooraleer ik opnieuw besloot om mijn zwemkunsten boven te halen en hetzelfde eind als de dag daarvoor te zwemmen. Ik voelde me er natuurlijk weer goed bij. Op hetzelfde platform als wij, zaten er op dat moment een aantal Cambodianen van Phnom Penh, die in Ban Lung waren omdat ze een soort cursus moesten geven aan het personeel van het nabijgelegen Virachay National Park. Ze hadden wat papaya gekocht en wat vishapjes met chili, gewikkeld in een binnenste blaadje dat je mocht opeten en dan daarrond nog een bananenblaadje om weg te gooien. Ze hadden het waarschijnlijk aan een gunstige prijs gekocht, want ze hadden een grote zak met van die vishapjes. We waren aan de praat geraakt en ze wilden ons er wat van geven om te proeven. Ze hadden ook een soort kruik met rijstwijn die vanboven toegedekt was met een of ander natuurproduct en je moest er dan via een rietje van drinken, iets typisch van de streek vertelden ze me. Toen ik 's avonds die dag nog eens passeerde bij de kerel die de motorfietsen verhuurde, raakte ik nog eens aan de praat. Wat verder in de straat bij een hotel had ik redelijk wat vrouwen gezien in elegante kleren toen ik er voorbij passeerde en er was wat rood licht te bespeuren. Blijkbaar was het een soort duur bordeel waar vooral sommige mensen van de lokale overheid na al dat smeergeld voor 30 of 40 dollar nu ook eens opnieuw hun zak konden leegmaken ;-). Hij vertelde me dat er juist buiten het centrum nog een stuk of twintig plaatsjes waren waar je voor 2.5 dollar eens kon wippen. Twaren dan wel niet de knapste meisjes, dus een buik(je) of zo moest je er wel dan bij nemen, zei hij. Als ik wou, mocht ik mee met hem. Ik heb het aanbod maar afgeslagen ;-)

De volgende dag zou ik 's morgens de bus naar Kratie nemen, om de Mekong dolfijnen te zien. Ik had al mijn busticket voor 7 dollar via het hotel gekocht. Blijkbaar ging Luke ook mee, een Australier die in hetzelfde hotel als ik verbleef en waarmee ik wat gebabbeld had. Hij vertelde me dat ze rond middernacht in een straat in Pnomh Penh met vijf vrienden om de beurt wat over en weer hadden gereden op een motorfiets om wat truukjes uit te halen en dat er plots een paar mannen uit een gebouw op de kerel met de motorfiets waren afgestormd en op hem hadden zitten kloppen en langs beide zijden van zijn hoofd een pistoolloop hadden gedrukt. Ze gingen er met zijn vieren op af, maar een andere kerel richte een pistool op hen en zei dat ze daar moesten blijven. Uiteindelijk is er niet geschoten geweest (wellicht te veel getuigen...), maar hij was er wel van onder de indruk geweest. Blijkbaar woonde daar ergens een dochter of zoon van een politicus en waren het de bodyguards die eens hun spierballen wilden rollen. Tja, die mannen spreken liever met daden dan met woorden, dus je moet voorzichtig zijn daar dat je niemand ongewild stoort... Dus voor iedereen die naar Pnomh Penh gaat: laat de nachtelijke motorkunstjes maar thuis!

1 opmerking:

Unknown zei

Komt bekend voor, deze verhalen, ben ook in Cambodja geweest. Het schijnt allemaal wel een stuk moderner te zijn ondertussen en 't schijnt dat er 'redelijk goede' wegen zijn ondertussen :-)