maandag 1 september 2008

Terug in Asahikawa

Tis weer lang geleden en ik ga waarschijnlijk weer de helft vergeten zijn, maar de andere helft zal toch zodanig veel zijn dat het allemaal lezen de gezondheid eventueel al schade zou kunnen toebrengen ;-)

Hakodate: Was eigenlijk wel een leuk vissersstadje, ook gemakkelijk om te orienteren. De meeste steden op Hokkaido zijn eigenlijk makkelijker qua orientatie omdat ze meer rectangulair opgebouwd zijn. Hokkaido is eigenlijk nog maar een honderdvijftigtal jaar geleden gekoloniseerd door de Japanners. Voordien woonden de Ainu er. In Hakodate heb ik het eerst eerder rustig gedaan: ik ben naar een internet cafe gegaan en heb mijn blog nog een beetje bijgewerkt zodat ik nog eens kon publiceren (das ondertussen weer meer dan een week geleden, denk ik) 's Avonds heb ik dan een wandeling gedaan op de heuvel van Hakodate (door dicht bos) zodat ik kon genieten van het nachtzicht op Hakodate, een van de mooiste nightviews van Japan. Het is mooi omdat Hakodate op een soort van schiereiland ligt en dus zie je een verlichte streep land en voor de rest de zee. Daarna ben ik dan weer in het donker naar beneden gewandeld, ditmaal langs de baan voor de bussen (ik wilde er geen geld aan spenderen - maar leek wel de enige te zijn die dat deed - goed dat ik mijn goedkoop pielluchtje had zodat de bussen me zagen) en dan ben ik naar de Onsen geweest. Dat was een lekker zalige onsen, met buitenbad ook, en het water was bruin door al het ijzer. Uiteindelijk ben ik niet gaan eten met die andere Deense lifter omdat ik te laat terug in het hostel was, maar ik heb wel eens gebeld naar het hostel om het hem te zeggen dat ik te laat ging zijn (het nummer vroeg ik aan de balie van de onsen en na een kwartiertje kon ik bellen - of belden ze voor mij :p)

Van Hakodate naar Sapporo: Ik volgde een tip uit het boekje "hitchhiking in Japan" van die andere lifter en ik nam eerst een trein een paar stations verder om een beetje uit het centrum te geraken. Maar uiteindelijk bleek er ook hier nog veel lokaal verkeer zodat ik maar verder gestapt ben, om een beetje weg te geraken van dat lokaal verkeer. Tprobleem is dat je dan soms tien km moet stappen met al je bagage, maar ok, dat neem ik er dan maar bij en ondertussen steek ik toch mijn duim uit. Uiteindelijk had ik zeker al een uur of twee gewandeld en stopte er een oudere man en die bracht me misschien maar twintig km verder, maar dat was wel een hele goede plek: geen huizen en dus geen lokaal verkeer, een verkeerslicht zodat autos eerst stilstaan of op zijn minst vertragen en me dus zo kunnen spotten, mogelijkheid voor wagens om veilig te stoppen... Het duurde dan ook niet lang of ik had een tweede lift beet. Ditmaal was het een Japanner van een jaar of 70 en hij kon bijna geen woord Engels. Uiteindelijk heeft hij mij een tweehonderdtal km verder gebracht langs trage baan met veel bochten en lichten (een uur of drie rijden) en op het einde realiseerde ik me dat hij nog helemaal alleen terug moest, vanwaar we kwamen!!! Hij verstond blijkbaar niet zo goed het concept van liften ;-) Toen ik het begon te realiseren, had ik moeite om me in te houden van te lachen. Ik dacht ook dat dit soort situaties het type humor is waar mijn broer hard zou van kunnen lachen. Ik had wel wat te doen met die oude man, want hij ging laat thuis zijn en zo ver nog terug rijden... Het was eigenlijk heel vriendelijk van hem. Ik heb hem dan maar een postkaartje van Knokke gegeven. Uiteindelijk had hij mij ook al een koffie onderweg getrakteerd. Maar ik was nog niet in Sapporo. Ik was in Joichi, een dertigtal km daarvan, een klein dorp. Ik wandelde een vijfhonderdtal meter verder en stak achteloos al wandelend mijn duim eens omhoog en hup: wat een geluk! Onmiddellijk stopte er een auto!!! Het was een Japanse jonge vrouw en man, geen echt koppel maar collega's voor zover ik begrepen had en zij was daar op vakantie en ze moesten naar Sapporo. Ze kon heel goed Engels, ze was al veel alleen op reis geweest en volgens mij was ze op dat vlak atypisch voor een Japanse... Uiteindelijk hebben ze me afgezet naast het treinstation en dan ben ik onmiddellijk naar een internetcafe gegaan om mijn email te checken, want ik moest afspreken met Manuel van couchsurfing want ik ging daar slapen. Uiteindelijk na een paar mailtjes hebben we aan een metrohalte rond 21u savonds afgesproken en alles kwam in orde. Hij woonde in een studentenhome en ik moest mezelf savonds binnensmokkelen langs het raam, maar het was wel ok de plaats. Gratis douche ook en gratis wasmachines ;-) 's Avonds heeft hij me ook nog wat rijst en vegetarische tempura gegeven. De laatste dag heb ik hem dan ook een flesje alcohol gekocht. Twas best wel een aangename kerel. Een Fransman.

Sapporo: in Sapporo ben ik dus twee nachten bij Manuel verbleven. Ik heb eigenlijk geen enkele foto van Sapporo omdat ik er niet zo veel aan vond aan die stad. Het is ook een grootstad en zoals in elke grootstad zijn de mensen wat kil op straat en gesloten en lachen ze niet veel en daar hou ik niet van. Behalve als je een zware rugzak op je rug hebt en een plannetje bekijkt, dan zijn ze wel vriendelijk en vragen ze of je hulp nodig hebt. Maar in Sapporo wonen er ook redelijk veel buitenlanders, veel studenten geloof ik. Het is de hoofdstad van Hokkaido. Je hebt er een paar parken, een lelijke kleinere kopie van de eiffeltoren (in Tokyo heb je dat ook: de tokyo tower en in Tokyo heb je zelfs een kopie van het vrijheidsbeeld), een universiteitscampus. Sapporo is ook bekend voor het bier Sapporo, het eerste Japanse bier. Dit is begonnen toen er een Japanner van daar naar Duitsland was geweest. In Sapporo in de boekhandel heb ik iets gevonden dat ik totnutoe nog in geen enkele andere Japanse boekhandel had gevonden: het boek Shogun van James Clavell. Ik heb vijftien jaar geleden eens een paar fragmentjes van de serie op tv gezien en vandaar dat ik het kende en nu ben ik die 1150 pagina tellende kanjer aan het verslinden ;-) Spannend boek en interessant voor het begrijpen van Japanse cultuur en geschiedenis (alhoewel het maar los op waarheid gebaseerd is, het is en blijft een roman maar veel dingen zijn toch waar erin).

Van Sapporo naar Asahikawa liften: Om van Sapporo naar Asahikawa te liften heb ik eerst een trein genomen naar een kleiner stadje langs de weg, omdat Sapporo een te grote stad is om uit weg te geraken al liftend (tenzij je oerveel sjans hebt natuurlijk) Vandaar ben ik dan beginnen wandelen op zoek naar een goed plekje en na een vijftal km wandelen of mss ietsje minder stopte er opeens een auto langs de kant van de weg, zonder dat ik mijn duim had uitgestoken of niets!!! Het was een man die er blijkbaar zijn plezier in vond om lifters mee te nemen, want het bleek dat ik al nr drie van dit jaar was en nr achttien in totaal. Uiteindelijk was het een vrij vriendelijke man. Ik voelde me wel voor de eerste keer niet voor de volle honderd procent op mijn gemak, maar eigenlijk was het ten onrechte. Het was wel een tragere lift, want eerst gingen we ramen noodles eten in een goedkopere plaats en op het einde wilde hij ook gaan kijken naar een aantal auto's wat nog eens drie kwartier kostte. Er stonden wel wat mooie auto's, een heel oude jaguar ook. Uiteindelijk zette hij me af aan een convenience store dichtbij Asahikawa en op de parking sprak hij vele Japanners aan om hen te vragen of ze naar Asahikawa moesten en of ik mee mocht. Dus het was wel een vriendelijke kerel. Uiteindelijk ging ik zelf langs de kant van de weg staan met mijn duim (sinds Hokkaido gebruik ik mijn duim ipv te zwaaien zoals voorheen, nadat die Deense lifter zei dat het voor hem werkte en blijkbaar werkt het nu voor mij ook :p) en het duurde niet lang voor er iemand stopte. Ik geloof dat het een Buddhistische priester of zo was, maar ik kon niet echt met hem klappen. Hij trok er wel op met zijn kort haar en oranje plunje en hij glimlachte de hele tijd. Hij was een jaar of zestig. Hij bracht me naar Asahikawa station. Ik heb dan een beetje rondgehangen, iets gegeten, informatie ingewonnen in tourist information office, veel in mijn boek gelezen en ben dan rond 22u30 naar de manga kissa (internet cafe waar ze ook veel manga boekjes hebben) afgezakt waar ik dan negen uur kon verblijven voor 2000 yen (eerste keer moest ik wel nog 300 yen membership betalen).

Van Asahikawa naar Asahidake en terug: De volgende dag ben ik dan naar Asahidake, naar de vulkaan in het natuurpark Daisetzun national park geweest. Het enige slechte was het wisselvallige weer. Dikwijls regen en heel veel bewolkt. Ik ben er uiteindelijk twee dagen gebleven en heb er een nacht geslapen. Ik verbleef er op een camping. Voor 500 yen toegang en 550 yen om een tent te huren, dus heel goedkoop. De man van de camping zette zelfs de tent helemaal op voor mij. Het was een hele oude Japanse tent, een hele grote ook. 's Nachts was het er echt koud en had ik niet genoeg met alleen mijn lichtere donzen slaapzak, dus heb ik mijn lange broek moeten aantrekken en twee fleece pullovers en trok ik de bovenkant van mijn slaapzak met het koordje helemaal dicht, zodat het draaglijk werd en ik stopte met rillen. Ik was de enige op de camping. De camping grond vond ik eigenlijk maar niets, het was niet op fijn gras, maar op gravel, kleine losse steentjes dus. Niet aangenaam en vooral als het nat is, erg smerige boel. In Asahidake was er bijna niets om eten te kopen, geen convenience store... Ik had wel wat noten en bananen en wat andere boel meegebracht, maar eigenlijk toch niet genoeg om aangenaam te eten en er te verblijven. Op de camping hadden ze een grote plastic box om het eten in te laten. In het toilet hing er een briefje dat je niet in je tent mocht eten en zeker ook geen eten erin mocht laten. Dat vossen zeker en vast een gat in je tent zouden bijten om aan je eten te komen. Dat dit zelfs gebeurt als al je eten in plastic zakken zit en als je zelf in de tent aanwezig bent!!! Vossen werden in 1930 geintroduceerd in Hokkaido via Rusland. In Hokkaido zitten er ook veel grote bruine Higuma beren. Iedereen draagt belletjes om te wandelen, zodat je geluid maakt en de beren je horen en je vermijden, dus heb ik ook maar een belletje gekocht om me op mijn gemak te voelen ;-) De eerste dag ben ik de berg halfweg opgegaan, een beetje verder dan de heel dure kabelbaan. Maar toen ik verder de berg op wilde, begon er veel mist op te komen en ben ik maar terug gegaan omdat ik dacht dat ik de volgende dag toch terug zou komen. Maar de volgende dag was het veel slechter!!! Tot een uur smiddags regende het hard en wanneer het stopte, had ik dus geen tijd genoeg om zelf tot de top te wandelen. Ik wou dus de kabellift eerst nemen, maar die bleek stopgezet door te veel wind. Dus heb ik niet te veel meer gedaan: een beetje verder gelezen (wat ik smorgens al de ganse tijd gedaan had) en ik ben naar de onsen geweest. Na de onsen ben ik dan met een Japanner in gesprek geraakt en 's avonds ben ik dan, wegens het slechte weer en het onaangename vooruitzicht van een nieuwe nacht kou te lijden en eten op, teruggegaan naar Asahikawa per bus, spijtig genoeg zonder de top van de berg bereikt te hebben ;-( In Asahikawa ben ik dan door die Japanner, Takashi, uitgenodigd om samen met zijn familie ramen noodles te gaan eten. Geen dure kost, een eenvoudige tent, maar het speciale eraan was dat het een bekende plaats was, waar veel beroemde Japanners al eens zijn gaan eten en dan een tekstje op de muur in een kaartje geschreven hadden. Voor mij was dat eten op zich niet zo speciaal eigenlijk. Maar tis altijd wel leuk als je eens getrakteerd word. Ik heb dan ook een postkaartje nog gegeven. Het leuke was ook dat ik mijn bagage terwijl achterliet in hun hotel en dat ik zo ontdekt heb, dat er een computer is met gratis internet in de lobby van dat hotel, theoretisch alleen voor gasten, maar zolang ze niets zeggen.... Ik ben nu al meer dan een uur hier aan het typen en het is al de derde keer dat ik hier kom ;-) Er was ook een coin laundry hier en ik heb terwijl mijn kleren gewassen - kwam goed van pas!!! Ik heb toen voor de tweede keer in dat internetcafe overnacht, maar was te moe om te bloggen.

Met de bus naar Wakkanai na mislukte liftpoging: De volgende dag ben ik dan begonnen met een beetje in mijn boek te lezen, maar het was redelijk spannend en eigenlijk heb ik een paar uur zitten lezen voordat ik stopte ;-) Toen ben ik maar op stap gegaan om de stad en het lokale verkeer te ontvluchten en te liften naar Wakkanai, 250km verder naar het noorden en meer dan vier uur rijden. Ik had eerst het idee om via de trein een beetje uit de stad te geraken eerst, maar er waren niet al te veel treinen en dan moest ik daar ook nog op wachten. Dus beginnen wandelen maar. Ik wist dat de bus om 17u10 vertrok, dus dat was voor het noodgeval dat ik niet zou kunnen liften. En die dag had ik idd veel pech: ik heb een km of dertien met al mijn rommel op mijn rug gewandeld en geen enkele auto die stopte. Mss dat ik het ook verkeerd aangepakt heb en niet zover had moeten gaan en lokaler had moeten duimen en geduld hebben, maar wie zal het zeggen... Uiteindelijk rond 16u20 besloot ik het op te geven, ik had al zo ver gestapt en ik probeerde terug naar de stad te liften om dan de bus te nemen voor 4700 fucking yen. De lift naar de stad terug kreeg ik redelijk rap van een oude japanner die geen woord Engels kon. Een beetje wandelen nog naar de bus en hup, ik was algauw vertrokken op de bus en kon weer een beetje verder lezen ;-) Rond 21u30 kwam ik aan in Wakkanai, volstrekt donker. In mijn lonely planet stond "rider house" Midori-yu vermeld - rider house is accomodatie vooral voor fietsers en motorrijders bedoeld - in Wakkanai, voor maar 1000 yen dus wou ik absoluut naar daar gaan. In het station maakten ze me al gauw duidelijk dat het twee treinstations naar het zuiden was, een 3 a 4km en dat er geen treinen meer reden en of ik een taxi wou... Natuurlijk wou ik geen dwaze dure taxi!!! Wat stellen die paar km extra nog voor hahaha... Dus met een plannetje in de hand ben ik maar op zoek gegaan naar dat rider house en na nog eens nagevraagd te hebben in de convenience store er vlakbij vond ik het uiteindelijk. Toen ik binnenkwam zaten er een heleboel jonge Japanners rond de tafel te drinken en te kletsen. Ze dronken vooral Shotsu, een soort lichtere sake of zo, geloof ik. Het is transparant spul van een graad of twintig. Ik heb dan nog eens wat meegedronken en gebabbeld en me een aantal keren foto laten trekken (jaja, ze willen allemaal met mij op de foto!) en toen ben ik rond middernacht gaan slapen. Ik was blij dat ik die plaats gevonden had en zou het iedereen aanraden die in Wakkanai backpackt. Goedkoop, vriendelijke uitbaatster, sympathieke Japanse gasten die ook budgetminded zijn en minder stijf dan de meeste Japanners.

Rishiri-to ofte Rishiri eiland: De volgende dag zou ik dan de ferry nemen naar Rishiri eiland, een van de twee eilandjes ten westen van Wakkanai, waar normaal veel soorten wilde bloemen zijn, maar nu was er niet zo veel meer van te zien, wel een paar, maar heb niet echt fotos ervan getrokken. Ik ben de dag gestart met een ontbijt van de convenience store: eerst een bento en dan natto!!! Die andere lifter had me verteld dat het iets typisch Japans was en dat ik het eens moest proberen. Het zijn een soort gefermenteerde sojabonen en het ziet er redelijk vies uit en buitenlanders mogen het meestal niet graag. Ik vond het eigenlijk ook niet echt lekker, maar heb het wel allemaal opgegeten. Ik heb het uiteindelijk ook eens geprobeerd dan. De andere twee kleine doosjes van het pak heb ik dan maar "cadeau" gegeven aan de uitbaatster van de rider house. Later was ik aan het wandelen naar de ferry terminal, naast Wakkanai station, en ik ging mss juist op tijd zijn voor de ferry, toen de politie opeens hun auto stopte en me tegenhield en ik mijn reispas moest tonen en zeggen waar ik naar toe ging en wanneer ik Japan ging verlaten en blablabla...eikels... eerste keer dat me dit overkomt in Japan - mss omdat ze daar soms problemen hebben met Russen en ik voor een Rus kon doorgaan? - Sakhalin eiland is ongeveer 60km van daar en bij helder weer kun je het eiland dikwijls zelfs zien liggen... Ik maakte de politie duidelijk dat ik niet veel tijd had en mijn ferry moest halen en ik vroeg of ze me geen lift konden geven. Ik was ook heel beleefd met "mister policeman san" en die zever - "san" is een beleefdheidsvorm wanneer je een Japanner aanspreekt - en uiteindelijk gaven ze me een lift. Ze stelden eerst een taxi voor, maar dan zei ik dat dat duur was en die ene politieman had precies niet veel zin om me een lift te geven, twas gelijk de serieuste van de twee, maar die andere was schappelijker en zei dat het ok was... En zo zette de politie me af aan de ferry terminal ;-)) Ik durfde hen wel niet vragen om een fotootje, want dat zou misschien te veel van het goede geweest zijn ;-)) In Rishiri-to ben ik dan drie dagen verbleven. Ik verbleef op camping yu-ni in de stad Oshidomari met een gehuurde tent en dat koste me 2000 yen of zo'n dertien euro per nacht. Ik had wel een hele grote tent van het merk Coleman ter beschikking - ik kon er bijna volledig in recht staan - enorm comfortabel. En de camping was mooi gelegen en het was mooi fijn aangenaam gras, geen smerig gravel deze keer. De eerste dag heb ik niet te veel uitgestoken: het was bewolkt en tegen dat de tent op stond was het vier uur (de uitbater, een grijze japanner die geen Engels sprak en dat verschillende keren duidelijk maakte, had me geholpen, maar het leek alsof hijzelf die tent ook nog niet al te veel opgezet had hihi... hij had wel zijn mooie witte handschoentjes aan om de tent te zetten en de piketjes in de grond te kloppen...) Ik heb vooral informatie ingewonnen die dag dan en ik ben naar de onsen geweest voor 500 yen. Ik was ineens heel proper gewassen en heb genoten van de warme baden: een warm bad buiten (rotemburo), warm bad binnen, jacuzzi binnen en een sauna en koud badje binnen. Het leuke in de onsens is dat er bijna altijd ook vloeibare shampoo en zeep ter beschikking is en die ruikt altijd zo geweldig lekker - echt waar - tis een soort fruitaroma - zalig om je mee in te zepen! Ik heb dan nog een beetje in de lounge gezeten om te lezen en ben dan naar mijn tentje gegaan. De volgende dag was het nog altijd bewolkt en mistig en de vulkaantop van 1721m hoog, Rishiri-San, was nog altijd niet zichtbaar. ' s Morgens heb ik eens "uni" geprobeerd, een heel klein beetje, want dat is een echte specialiteit daar en sommige Japanners komen van Tokyo speciaal om dat daar te eten, een Japanse delicatesse. Het is een soort zwarte bol die je in zee aantreft met een heleboel stekels (sea urchin in Engels, mss zee-egel in Nederlands maar ben niet zeker...) Vanbinnen heeft het allemaal gele lobjes, het is heel zacht vlees. Ik had twee kleine stukjes gegeten en vond het niet heel slecht, maar ook niet echt smakelijk, dus heb ik dan maar geen besteld. Ik heb dan wel een kom ramen besteld daar. Die dag heb ik dan een mountainbike voor een dag gehuurd, voor 2000 yen, om rond het eiland te fieten, een zestigtal km geloof ik. De fiets was natuurlijk te klein en ik kon mijn knieen niet volledig strekken - maar ja - wat moet je hier verwachten? Japanners zijn meestal kleiner en veel kunnen ook niet zo goed fietsen volgens mij, vooral vrouwen, en dan zetten ze hun zadel veel te laag omdat ze anders bang zijn om te vallen en fietsen ze met hun benen veel te gebogen - ganzenpas op de fiets zeg maar... Ze zeiden dat je moest rekenen op zes a acht uur, maar ik deed het in drie uur half en dan nog met twintig minuten pauze haha... En twas twee maand en een half geleden dat ik nog eens serieus op een fiets gezeten had... Ik zou me haast een atleet beginnen wanen met altijd die Japanse inschattingen van tijd die extreem ruim genomen zijn... Misschien kon ik zelfs twee keer rond het eiland fietsen, maar het was een beetje riskant want moest de fiets binnenbrengen voor 17u. Vijf km voordat ik de loop had gemaakt, stopte ik nog eens om een paar vissersbootjes die "uni" vingen te bekijken en te fotograferen en er kwamen twee groepjes met Japanners met scootertjes aangereden en het bleek dat in beide groepen ik iemand kende van de dag tevoren in het rider house!!! Een van de groepen verbleef op dezelfde camping als ik en ze vroegen of ik geen zin had om savonds mee te barbecuen wat ik dan ook gedaan heb, na opnieuw een aantal keer geposeerd te hebben voor de foto uiteraard. De barbecue 's avonds was wel iets bescheidener dan de barbecues die wij gewoon zijn - Japanners eten geen zo'n grote stukken vlees als wij, het is ook veel duurder hier. Veel heb ik eigenlijk dan ook niet gegeten, ook wel een beetje omdat ik niet het gevoel wilde hebben dat ik profiteerde. Ik ben dan met hen naar de onsen geweest. In het buitenbad was het wel grappig: als je wilde kon je je optrekken en over het muurtje naar de vrouwen kijken, of je kon door de aarde rond het scheidingsmuurtje gaan en jezelf in het vrouwenbad zetten als je wilde. Er was zelfs een Japanner die dat deed en dan kwamen die meisjes ook in dat bad natuurlijk... Dan was hij redelijk rap weg - twas wel grappig... Als je dat doet bij meisjes die je niet kent, dan riskeer je wel in de bak te vliegen voor voyeur natuurlijk. Maar ja, ik ben bijziend en die gast had ook een bril, dus niks te zien ;-) De volgende dag was het heel mooi weer en helder en ben ik de vulkaan opgeklommen, Rishiri-San. Het was een zware dag. Ik had anderhalve liter water meegenomen en wat krachtvoer, maar het water bleek eigenlijk niet voldoende te zijn en het was ook warm en ik heb weer wat puistjes op mijn gezicht ervan overgehouden, maar minder als van op de ferry van rusland naar japan. Ik ben rond 7u15 beginnen wandelen vanaf de camping naar de bergtop en rond 12u30 was ik boven, rapper dan de meesten, ik haalde bijna iedereen in. Een paar van de Japanners van de barbecue waren om 7u30 vertrokken en hadden de eerste drie km per auto afgelegd en na een uur en een kwartier had ik ze al bijgehaald! Het zicht op de top was spectaculair, je kon het eiland rondom rond zien (niet de ganse tijd, want er waren toch een paar wolken hier en daar) en je kon het vasteland Hokkaido zien en het andere eiland Rebun-to - echt heel mooi. Er waren er die zeiden dat ze Sakhalin hadden gezien en bij klaar weer is het normaal mogelijk, maar heb het zelf niet gezien. Ik besloot om naar beneden te gaan langs het andere pad, dat naar het tweede dorpje Kutsugata leidde, zodat ik dat ook eens gezien had, en dan de veertien km naar Oshidomari terug te liften. Het was een iets moeilijkere route, bovenaan waren er een paar lichte afgronden, los gesteente ook, maar er waren touwen om je vast te houden. Maar wat me vooral tegenstak was het laatste stuk van de afdaling: een heel stuk van de wandeling was precies een soort bedding van een riviertje met erg glibberige modder. Het was totaal niet steil, dus in dat opzicht zeker niet gevaarlijk, maar ik moest enorm oppassen om niet uit te glijden en ben wel zeker een stuk of tien keer gegleden en een stuk of vijf keer gevallen en ik had dorst en het bleef maar duren. Ik werd er kwaad van en begon te vloeken toen ik weer eens tegen de grond lag. Ik had mijn twee kniebanden aangetrokken voor de afdaling en de ene was na afloop vuil met modder. Ook mijn schoenen waren vuil en mijn broek en er zat een scheur in mijn broek van aan een tak te blijven hangen. Uiteindelijk toen ik terug op de weg was, heb ik redelijk rap een lift kunnen krijgen naar Kutsugata, zodat ik het laatste stuk tarmac niet moest wandelen. En een keer dat ik daar was, had ik onmiddellijk een andere lift naar Oshidomari terug, naar de convenience store voor drank en voor melk en een soort cornflakes (de laatste dagen heb ik veel melk gedronken - duurder dan bij ons, zelfs bijna het dubbele, maar echt wel heel lekkere melk ook - ik besef dat ik dat gemist heb - romig en fel wit van kleur, koeien zijn normaal een rariteit in Japan, maar niet op Hokkaido, het noorderlijke eiland.) Ik vroeg in de winkel of ze ook "mierepies" hadden in dat dorp, hetgeen een soort specialiteit bleek te zijn daar op het eiland volgens de Japanners van de barbecue, een soort fruitig drankje gemaakt van een soort bessen, maar het bleek dat dat alleen in Kutsugata was, het dorpje waar ik juist vandaan kwam en ik zag het niet zitten om opnieuw naar daar te moeten liften en terug, dus liet ik de "mierepies" maar aan de Japanners over ;-) Toen ik de winkel uitstapte, sprak er me opeens een auto zomaar aan en vroeg me waar ik heen wilde en ik zei dat ik naar de camping ging en hij bracht me daar ;-) buitenlander zijn heeft soms ook zo zijn voordelen!!! Ik was vuil en moe en de wandeling had negen uur in beslag genomen, dus ben ik maar nog eens terug naar de onsen geweest om te genieten en me te wassen. Mijn dweil die ik gebruik als superlichte handdoek ruikte een beetje omdat hij niet helemaal droog was, toen ik hem de vorige keer in een plastic zak stak, dus heb ik er iets anders op gevonden om me af te drogen: de eerste dag droogde ik me af met de ventilator in de kleedkamer en de volgende dagen had ik gezien dat er in de sauna propere verse handdoeken waren, normaal om op te zitten in de sauna, maar ik grabbelde er ene en droogde me er snel mee af! Normaal gezien kun je ook handdoekjes huren, maar dan moet je er voor betalen... Na drie dagen op het eilandje gezeten te hebben, wilde ik dan terug naar het vasteland om naar Asahikawa terug te liften. Ik moest me redelijk veel haasten om de tent af te breken en mijn boel in te pakken en ik had nog niet betaald voor de vorige nacht, de 2000 yen voor de camping. Maar toen ik voorstelde om te betalen, met mijn briefjes zwaaiend, zei de uitbater dat ik de tent daar maar moest leggen en dat het ok was. Hij verstond geen Engels en dat was deze keer een voordeel. Ik kon hem blijkbaar niet duidelijk maken dat ik nog moest betalen van de vorige dag en ik had echt geen tijd en ik zei dan maar foert en mijn laatste dag heb ik er dus gratis gecampeerd ;-) Ik moest lopen om de eerste ferry te halen en dan ging ik nog te laat zijn, maar ik kon een vrouw in een auto doen stoppen en ze bracht me juist op tijd naar de terminal en ik zat op de boot: jiehaa!!!

Terug naar Asahikawa, deze keer liftend: Gisteren ben ik dan na de boot terug gelift van Wakanai naar Asahikawa. Ik heb eerst een 7tal km gewandeld om uit de stad te zijn en op een plaatsje langs de weg waar auto's konden stoppen en toen stopte er een man. Het was een boer en hij had 600 melkkoeien en hij bracht me een klein beetje verder. Dan had ik al redelijk rap een andere lift voor een eindje en het was iemand die in de bosbouw werkte, die me afzette aan een convenience store. Na een half uurtje in de hete zon, had ik dan een nieuwe lift, een heel aardige man die me tot in Nayoro bracht, meer dan 100km verder en 75km van mijn eindbestemming. Hij trakteerde me op een softijs van melk van de streek en hij gaf me twee dingen om te eten, maar gisteravond probeerde ik het en ik hield er niet van en ik heb ze dan maar weer weg gegeven. Hij babbelde graag en was heel vriendelijk en ik heb hem dan ook maar mijn drankje aquarius cadeau gegeven en een postkaartje. In Nayoro stond ik aan een benzinestation te duimen en na een kwartiertje kreeg ik dan een lift van twee jonge japanners die juist gedaan hadden met werken in een nabijgelegen garage en me waarschijnlijk zien staan hadden. Ze konden me maar twintig km verder brengen naar Shibetsu, maar het begon juist te regenen en ik ging akkoord. In Shibetsu stond ik aan de lichten en al snel stopte er een auto voor Asahikawa, een mooie Volvo met leren zetels. De man was de eigenaar van een bouwbedrijf voor zover ik begreep. Hij was bezig Engels te studeren en ik denk dat hij daarom stopte voor mij. Hij bracht me naar Asahikawa station, door de gietende regen (wat was ik gelukkig, want voor hetzelfde geld stond ik mijn duim omhoog in de gietende regen voor tien minuten en ging niemand me meer meenemen en moest ik op zoek naar een treinstation door de regen!) En gisteren heb ik dan weer in hetzelfde internetcafe in Asahikawa geslapen uiteindelijk. Ik dacht om er ook wat te bloggen, maar uiteindelijk was ik te moe en heb ik er alleen mijn mail gecheckt en geslapen. Nu ben ik al drie uur hier (gratis) aan het typen in de lobby van het chique hotel waar die Japanner waarmee ik ramen ben gaan eten verbleef, en mijn relaas van de voorbije - ongeveer tien dagen - is eindelijk neergetypt en ik ben weer een gelukkig man, want mijn herinneringen zullen weer beter bewaard blijven :))

Vandaag wil ik proberen te liften naar Abashiri, noordoosten, en dan wil ik verder proberen te reizen naar Shiretoko national park en Akan national park. Shiretoko is vrij ongerepte natuur en er zitten redelijk veel bruine beren en in Akan national park heb je het meer met het klaarste water ter wereld naar het schijnt.

Vele groetjes vanuit Asahikawa,
Christophe

2 opmerkingen:

ROSA zei

HAAAAJ KRISTOF VOLGENS IK HOOR STELT U HET ZEER GOED EN DAAROM BEN IK HEEL BLIJ IK GA MORGEN VROEG U MOEDER HALEN OM U AVONTUREN TE LEZEWE STUREN U HEEL VEEL GROETJES VAN ONS ALLEN
ROSA

Christophe zei

Bedankt voor de reactie en ik hoop dat jullie het allemaal thuis ook even goed stellen als ik!
Groetjes,
Christophe