Van Asahikawa naar Muroran: eerst was ik van plan om naar een Ainu Memorial in Asahikawa te gaan, maar toen ik ging horen in het toeristeninformatiecentrum veranderde ik van gedacht, omdat het maar een klein dingetje was en een twintig minuut busrit. Bleek dat er een Ainu museum in Shiraoi lag en dat dat op de weg was naar Toya-ko, de laatste bestemming die nog op mijn lijstje stond van plaatsen die ik in Hokkaido wilde bezichtigen, dus ideaal. Het was redelijk ver en ik besloot opnieuw te liften. Ik vertrok van Asahikawa station en begon wat te wandelen op de goede weg en af en toe stopte ik aan lichten en stak ik mijn duim op, maar niemand die stopte (theoretisch mochten ze eigenlijk ook niet stoppen, doordat er bordjes hingen dat je niet mocht stilstaan langs de kant van de weg)... Er was ook redelijk wat verkeer en te veel is soms ook niet goed, want dan kunnen ze moeilijker stoppen langs de kant van de weg, omdat er een in hun gat zou kunnen rijden als ze vertragen... Dus na anderhalf uurtje wat wandelen en wat duimen, stond ik op een redelijk goed plekje. Een bushalte een beetje na een verkeerslicht, net buiten stad, op een helling. Theoretisch is het eigenlijk ook verboden om op een bushalte te stoppen, maar in de praktijk doen ze het toch, dus sta ik er toch dikwijls te duimen. Na vijf minuten had ik dan eindelijk grote sjans! Een jonge kerel samen met zijn moeder stopten voor mij en ze gingen naar de stad vlak voor Shiraoi, want hij ging een ferry nemen naar Sendai, waar hij woonde. Dus ik had ineens een rit van meer dan 150km beet! De man sprak redelijk goed Engels en ze waren heel vriendelijke en genereuze mensen en we babbelden veel. Ze trakteerden me een koffie en een koekje en over de middag zijn we ergens gestopt en hebben ze zelfs mijn eten betaald. Toen ik voorstelde om hen terug te betalen, werd ik weggewuifd en toen ik zei dat ik me daar niet zo goed bij voelde zei hij dat ik hetzelfde dan maar moest doen als er Japanse toeristen in Belgie waren. Ze waren getuigen van Jehova, maar we hebben daar niet echt over gesproken en gelukkig hebben ze me niet proberen te bekeren ;-) Ik zei gewoon dat ik katholiek was. Ze waren gestopt vanwege de moeder, want hijzelf herkende niet wat ik aan het doen was met mijn duim langs de kant langs de weg. Zijn moeder zei ook dat zijn zuster al dikwijls was geholpen toen ze op reis was in het buitenland en dat ze op die manier iets terug wilde doen. Wel, in elk geval, die mensen waren enorm goed voor mij en brachten me zelfs tot in Shiraoi. Het enige jammere was dat ik er aankwam om kwart voor vijf en het museum om vijf uur sloot. Ik vroeg of ik er eens gewoon vijf minuten mocht in rondwandelen zonder te betalen, maar natuurlijk was het noppes, want regelkes zijn regelkes en klojos zijn klojos... In elk geval, ik ging er geen 800 yen voor betalen om nog tien minuutjes rond te wandelen en ze konden hun geld steken waar de zon niet schijnt ;-) Ik zal wel eens op internet rondneuzen als ik er wat meer over wil weten en waarschijnlijk ga ik er zo nog meer over leren over die Ainu cultuur. Foert. Dan probeerde ik nog naar Muroran te liften, maar dat mislukte want er was geen goede plek om te liften (geen plaats waar auto's veilig konden stoppen, verkeer reed overal vrij rap) en na een halve spurt van een tweetal km terug naar het station met mijn volle rugzak dansend op mijn rug, kon ik nog net op tijd de trein nemen, naar Muroran. Daar zou ik dan de nacht doorbrengen in de jeugdherberg vlakbij het strand.
Daguitstap naar Noboribetsu Onsen (http://noboribetsuspa.dip.jp/nobo/e/spot-info.aspx): de volgende dag heb ik eerst smorgens een uurtje langs de kust vlakbij de jeugdherberg gewandeld, boven de kliffen. Dan heb ik iets gegeten en ben ik naar het station gewandeld. Mijn oorspronkelijke idee was om eerst naar Noboribetsu Onsen te gaan (een van de meest bekende onsen-steden van Japan) en dan vanaf daar naar Toyako Onsen te liften en dan later opnieuw naar Muroran voor de Ferry, maar uiteindelijk heb ik dat laten varen. Ik had geen zin meer om nog een nacht in Toyako te verblijven en om er een avondtrip van te maken had ik niet genoeg tijd en ging ik me veel te veel moeten haasten en er niets aan hebben.Dus een dagtripje naar Noboribetsu Onsen dan maar. In Noboribetsu Onsen hadden ze een soort wandelroute langs ondermeer een valleitje met een aantal gasdampen en kleurschakeringen die ze "de vallei van de hel" noemden. Heel veel speciaal vond ik er niet aan omdat ik al gelijkaardigs gezien had.Er waren wel twee kratermeertjes met zwartgrijs heet sop dat ik nog niet eerder gezien had. Verder was er een poel met water dat na verloop van tijd van kleur verandert, maar je kunt natuurlijk maar een kleur per keer zien. Ik heb een voetbadje genomen en ben dan naar een spa geweest. Er waren heel veel verschillende baden, met zout water, ijzerhoudend water, zwavelhoudend water en een koud badje voor na de sauna. Binnen waren er 5 baden en buiten nog eens twee. Tdeed deugd. Ik ben ongeveer 10kg vermagerd sinds ik van huis weg ben en nu weeg ik nog rond de 75kg, maar ik denk dat ik nu ongeveer gelijk blijf.
Van Muroran naar Aomori: s Avonds ging ik dan terug naar Muroran, voor de ferry rond middernacht. Bleek dat er vroeger ferries naar meerdere bestemmingen waren, maar nu alleen nog maar naar Aomori (ferryverbindingen doen tegenwoordig niets anders meer dan verdwijnen. De ferry van Japan naar Taiwan is onlangs ook opgedoekt, spijtig genoeg). Op mijn folder, meegeplukt uit de jeugdherberg, stond er nog een verbinding naar Noetsu, maar die bestond al twee jaar niet meer! Dus terug naar Aomori, vertrekken om 23u20 en aankomen rond 06u30 en een nachtje accomodatie uitgespaard. Ik was wat te vroeg aan de ferry en ben dan nog gaan kijken om iets te eten. In een supermarkt heb ik 8 stukjes sushi gegeten voor 640 yen ofte 4 euro en toen ik wat later een restaurant passeerde merkte ik dat het een was met sushi aan de lopende band (letterlijk - je betaalt dan volgens het aantal bordjes dat je opeet en de kleur of het soort bordje bepaalt de prijs van het hapje) en ben ik nog eens binnengestapt. Ik heb dan nog eens 9 stukken sushi gegeten en op de koop toe nog een ferme ijscreme, dit alles voor rond de 1000 yen of ongeveer 6 euro. Ik had eigenlijk wat te veel gegeten ;-) en van al die rijst zal ik nu waarschijnlijk een tijdje niet kunnen ... haha
Van Aomori naar Aizu-Wakamatsu (Bandai): de volgende dag kwam ik dus rond 06u30 aan in Aomori en het was slecht weer, dus kon ik maar beter zo snel mogelijk in een auto zitten. Ik wandelde dus meteen naar de autosnelweg. Onderweg kwam ik voor de eerste keer een Japanse lifter tegen (een jonge kerel van Kyoto en de tweede lifter die ik tegengekomen ben) en hij hield een bordje vast met Morioka, in Kanji geschreven. Ik hoop dat hij succes had, want het begon niet veel later te regenen en ik vond zijn plaats niet super, maar ja, met wat geluk... Ik ging dus nog wat verder en had waarschijnlijk al 5km afgelegd toen er een oudere man stopte en me een lift wilde geven (ik had de indruk dat het niet uitmaakte waar precies naar toe, maar dat hij me eens meegevoerd wilde hebben in zijn auto). Hij had een dvdspeler draaiende met beatlemuziek en was een grote fan. Hij bracht me naar de oprit van de autosnelweg, waar ik onder een brug droog stond te duimen terwijl het regende. Na een poosje stopte er een vrouw en ze ging richting Hirosaki en ik dacht dat het wel ok zou zijn en ze me kon afzetten op een parking op de autosnelweg zodat ik dan verder kon. Er was echter 1 groot probleem: er was geen parking op dat stukje autosnelweg, behalve een onnozel stukje parking net buiten de tolhokjes, dus buiten de snelweg en daar stond ik dan in de regen,niet op de snelweg en een boerengat verder weg dan het hol van Pluto... Ik heb dan wat geschuild onder een brug en dan een beetje gewandeld en toen merkte ik een convenience store op en werkte ik mijn eerste maaltijd van de dag naar binnen. Ik probeerde dan opnieuw te liften, een beetje wanhopend omdat de weinige auto's die de goede richting op gingen me passeerden. Maar uiteindelijk rond 11u passeerde er een verkoper met veel tijd (tusen 7 en 10 is het eigenlijk niet zo een goede periode om te liften want het is de ochtendspits en er zijn veel auto's maar heel weinig met tijd), bereid om me een vijftigtal km mee te nemen en op een service area (parking met benzine station) af te zetten op de snelweg en ik was supercontent dat ik er weg kon geraken. Mijn karma kantelde opeens weer helemaal en ik zag het weer helemaal zitten! Vanaf die service area vond ik na een half uurtje een koppel met twee kindjes die me een 200 tal km verder konden brengen naar een volgende service area op mijn pad. Ze hadden een boek met routes en service areas en ik keek er goed in zodanig dat ik wist waar de service areas waren langs mijn route, zodanig dat ik in het vervolg wist met welke auto's ik mocht mee liften en met welke niet en op welke service area ze me konden afzetten (ik had geen zin om op een gewone parking area te belanden, waar veel minder auto's stoppen, of nog slechter, terug op een oprit van de autosnelweg moeten duimen) Rond de middag was het gelukkig wel helemaal opgeklaard en dat was ook wel een prettig gevoel. Uiteindelijk kreeg ik dan na meer dan een uur op de volgende service area een nieuwe lift voor 150km en ik babbelde met een Chinees die al een jaar of 15 in Japan woonde en hem bezig hield met rijstplantages en zo en verre afstanden moest rijden. Eens op de volgende service area aangekomen was het al 18u en donker, maar ik had al snel een volgende rit te pakken met een koppeltje dat richting Niigata ging (er was een splitsing en de andere kant ging naar Tokyo en dat wilde ik niet, want langs Niigata lijkt me veel gemakkelijker om naar Kyoto te gaan). Ze gingen niet zo ver meer maar ik wist dat er nog een service area was juist voor hun afrit, dus vroeg ik of ze me daar konden afzetten. Uiteindelijk was het dan al redelijk donker en het bleek dat ze naar een dorpje gingen, waar er een jeugdherberg was, Aizu-Wakamatsu, dichtbij Bandai Asahi Nationaal park, waar ik voordien eigenlijk al eens wou gaan, maar dan van gedacht veranderd was vanwege het slechte weer. Ze hebben me dan naar die (wat afgelegen) jeugdherberg gebracht en ik was content. Ik heb hen elk een drankje gekocht, maar toen ik byebye zei (en uiteraard na geposeerd te hebben voor de foto!) kreeg ik nog twee Japanse soort koekjes van hen cadeau... Ik was content, want uiteindelijk toch een mooie 500km op een dag gelift, ongeveer de helft van de afstand tot Kyoto...
Van Aizu-Wakamatsu naar Niigata: s Morgens ben ik naar het kasteel van Aizu-Wakamatsu gegaan, Tsuruga-jo, wat binnenin een museum was. Het was echter niet zo veel de moeite want er was weinig informatie in Engels en het kasteel is ook eigenlijk een reconstructie van het originele in beton. Het originele was vernietigd na een burgeroorlog. Er was ook een theehuis dat nog in zijn originele staat bewaard was gebleven, maar veel was daar niet aan te zien... Ik ben nog naar een sake museum ook geweest, maar daar begreep ik ook niet te veel van, behalve dan de informatie van de folder die ik kreeg. Maar er was ook niet zoveel aan te begrijpen: je mocht van verschillende sakes proeven! Daarnaast verkochten ze ook nog gepekeld eten, iets anders typisch Japans, en kon je ook stukjes proeven, maar de helft ervan at ik toch niet al te graag. Dan maar iets gegeten in de convenience store en aangezien het in de namiddag ging regenen, wilde ik al meteen naar de oprit van de autosnelweg wandelen, zodat ik nog voordien in een auto zat, met een beetje geluk... Net dat beetje geluk ontbrak me uiteindelijk... Ik kreeg gemakkelijk een lift naar de oprit van de autosnelweg van een jong koppeltje, maar eens daar begon het al snel licht te regenen en er passeerden veel autos maar geen enkele auto stopte. Het enige wat ze deden was ofwel hun neus voor me ophalen ofwel glimlachen terwijl ze me passeerden maar niet stoppen... Ik was boos en gefrustreerd dat ik er uiteindelijk de hele namiddag mee verloren had. Uiteindelijk wilde ik nog weg geraken uit dat klotegat en heb ik een bus genomen naar Niigata, een grote honderd km verder, voor 2000 yen. Ik wilde er nog de nachtbus nemen naar Kyoto (kost rond de 8 of 9000 yen maar een nacht accomodatie uitgespaard en zekerheid dat ik er rap geraak), maar het ticket bureau was niet meer open en ik kon niet meer mee. Dan heb ik maar de nacht doorgebracht langs de rivier, onder een dakje voor het geval het zou regenen, juist naast een bankje op mijn slaapmatje. Ik heb er redelijk goed (en opnieuw nog eens lekker gratis) geslapen en stoorde me niet aan de joggers die smorgens vroeg passeerden...
Van Niigata naar Nara: De volgende dag besloot ik het toch nog maar eens te wagen om te liften. Ik had ook weinig te verliezen, want als het niet lukte, kon ik nog altijd een nachtbus later nemen. Dus na een zevental km wandelen, geraakte ik aan de oprit van de autosnelweg en net op dat moment begon het te regenen. Lap! Ik stelde me dan maar op onder een brug een klein beetje ervoor, hopend op een klein mirakeltje. Er waren maar heel weinig auto's die op die plaats op de autosnelweg gingen (maar soms is dat eerder een voordeel dan een nadeel, want de weinige autos die er dan passeren, voelen zich dan ook op hun gemak om te stoppen, wat de dag ervoor niet zo was). De plaats waar ik stond onder die brug was echter net voor de oprit en er was meer doorgaand verkeer dan verkeer dat afsloeg voor de autosnelweg. Opeens stopte er een jonge kerel die me eigenlijk al voorbijgereden was en hij begon achteruit te rijden en te vragen waar ik naartoe wilde, echt geinteresseerd om me mee te nemen. Hij bleek niet zo ver te gaan, slechts een 20tal km en ik dacht ook niet dat hij de autosnelweg ging nemen, maar de plaats waar hij naartoeging, was wel een dorpje vlakbij de autosnelweg, dus besloot ik maar mee te gaan. En wat een geluk had ik! Karma karamba! Hij bleek de autosnelweg te nemen en na een tijdje bleek er een "service area" te zijn en ik vroeg hem om me er af te zetten. Yes yes yes!!! De moeilijkste stap was gezet: op de snelweg geraken... Nu kon ik mensen rechstreeks aanspreken om me mee te nemen. Ik begon ook te kijken naar kaarten in de service area restauranten om te zien waar de volgende service areas waren, zodat ik opnieuw wist welke liften ik kon accepteren en welke niet. Ik merkte wel dat mensen hier sceptischer waren dan in Hokkaido tov lifters. In Hokkaido stopten mensen dikwijls spontaan omdat ze me per se wilden meenemen, terwijl ze hier eerder schoorvoetend accepteerden of nee zeiden. Ik besloot om te vragen of ze me naar de volgende service area op mijn weg konden brengen, wat een kleinere afstand was en zodat ik dus veel meer kans had dat ze me meenamen, maar veel meer liften nodig had. Verschillende liften die ik die dag gehad heb, ging ik zeker niet gekregen hebben als ik voor meer had gevraagd, want voor langere afstanden zijn ze veel meer bang dat ze niet genoeg zullen kunnen praten omdat ze weinig Engels spreken en zijn ze dus veel minder geneigd om te accepteren. De meesten toch. Soms was dat wel jammer, want sommigen gingen nog verder de goede richting uit, maar aangezien ik had afgesproken voor de volgende service area kon ik ze moeilijk voor meer vragen... Toch heb ik het een keer gedaan bij een meisje die alleen was en ben ik zo toch twee service areas of een 120tal km in een keer verder geraakt. Toen ik nog een kleine 150 km van Kyoto was, besloot ik het toch eens te wagen om de hele rit in een keer te krijgen, want het ging straks ook weer donker worden en ik had geen zin meer in een nieuwe korte rit. Na een tijdje begon ik opeens te babbelen met een koppel dat naar Nara ging en ze konden me naar de volgende service area richting Kyoto brengen ofwel naar Nara, want ze gingen naar daar. Uiteindelijk besloot ik maar met hun mee te liften naar Nara, want ik wilde er uiteindelijk toch ook naar toe, dus deed het er niet toe of het Kyoto of Nara was. Eigenlijk was Nara zelfs nog beter, want dan kon ik de trein nemen naar Kyoto en dan verder reizen ipv van Kyoto naar Nara en dan nog eens terug naar Kyoto... Ik was de tel van het aantal auto's ondertussen kwijt, maar ik geloof dat ik er een stuk of zeven gehad heb. De man van de laatste lift was een neuroloog en hij had drie jaar in Amerika gewoond, twintig jaar geleden en sprak Engels. Ze waren heel vriendelijk en hadden twee dochters rond dezelfde leeftijd als ik. Ze belde naar haar dochter om te kijken voor jeugdherbergen op internet en die vond iets goedkoops van 2500 yen vlakbij het station van Nara en dus heel handig gelegen! Het stond ook niet in de Lonely Planet omdat het nog maar net geopend was van dit jaar en ik was content dat die vriendelijke mensen me tot daar brachten... Na meer dan 500km, misschien zelfs 600km, liften en uiteindelijk aan te komen in een jeugdherberg, besefte ik dat ik die dag veel geluk had gehad.
Van Nara naar Kyoto: De volgende dag besloot ik dan eerst wat sightseeing te doen in Nara en 's avonds de trein te nemen naar Kyoto, wat niet zo veraf en niet zo duur was. Nara is een van de meest bezochte steden van Japan omdat het de eerste en de oudste hoofdstad is, voordat Kyoto hoofdstad werd. Bezienswaardigheden zijn de vele tempels en het grootste Buddhabeeld van Japan, wat (volgens dat ik geloof dat ik gelezen heb) gehuisvest is in het grootste houten gebouw ter wereld. De meeste tempels liggen in een park en ik deed dus een soort wandeling in dat park. Typisch ook voor Nara is dat dat park vol met Sika herten loopt en ze verkopen koekjes voor die herten en de kinderen (en ook volwassenen) geven die herten dan te eten of die herten komen toegesneld op de mensen voor het eten. Je ziet ze overal, zelfs op het voetpad op een druk kruispunt. Ik had niet veel goesting om ze te strelen, want de meeste dieren zagen er volgens mij eerder ziek uit. Hun pels was niet zo mooi en soms met kalere plekken en ik vermoedde dat een dieet van alleen die koekjes toch niet al te gezond moet zijn. De dieren in het wild in het natuurpark Shiretoko in Hokkaido zagen er toch veel mooier en gezonder uit... Tegen de namiddag begon het dan te regenen en dan ben ik rijst met curry gaan eten en heb ik twee uurtjes op mijn gemak in mijn boek gelezen totdat het ophield met regenen. Rond 18u heb ik dan de trein richting Kyoto genomen voor 690 yen en dan heb ik via een folder een jeugdherberg gevonden dichtbij het station, voor 2500 yen. Ik was blij dat ze plek hadden, want het begon juist opnieuw te regenen. Ik heb onmiddellijk twee nachten genomen.
maandag 15 september 2008
vrijdag 12 september 2008
Enkele woordjes Japans
Sumiemasen: excuseer
Arrigato gosajiemas: dank u wel (heel beleefd)
Gomen nasai: sorry, het spijt me
Nihongo: Japanse taal
Nippon: Japan
Nihongo ga hanasemasen: ik spreek geen Japans
Wakarimasu: ik begrijp het
Wakarimasen: ik begrijp het niet
Wakarimasu ka? : begrijp je het? (alle werkwoorden eindigen op "su", negatieve vorm "sen" en als je een vraag stelt voeg je nog het woord "ka" eraan toe)
Wakarinai: ik weet het niet
Sashimi: rauwe vis
Sushi: stukje sashimi op beetje rijst
Ohio gosajiemas: goedemorgen
Konbanwa: goedenavond
Konnichiwa: goedendag
Yama: berg
Mori: bos, woud
Yu-hi: zonsondergang
Mikan: mandarijn
Ichigo: aardbei
Basashi: rauw paardevlees (dunne schelletjes)
Soba: dunne boekweit noedels
Udon: dikke witte noedels
Kampai: proost, santee (bij het toosten)
Gambate: veel geluk
Eki: station
Otto(san): vadertje
Onna: vrouw
Ko: meer
Koen: park
Jo: kasteel
nai: er is geen
hai: ja
iyee: nee
skosie: een klein beetje
Bir-gie: Belgie (Japanners hebben geen "l" in hun taal, dus spreken dat ongeveer als een Engelse "r" uit)
Kirei: mooi
Kawai-ie: schattig
Kuma: beer (Higuma is de soort die voorkomt op Hokkaido)
Kyu: negen (deel van Kyushu, een van de vier basiseilanden van Japan, naast Honshu, Hokkaido en Shikoku)
Desu: zijn (in al zijn vormen, want het Japans gebruikt geen vervoegingen en het onderwerp en de tijd moet duidelijk worden uit de context)
Honto: waarheid
Kinjiru: verboden
Een kruis maken met de twee wijsvingers betekent "nee"
Ima: nu
Isogi: snel
Koko: hier
Doko: waar (voor zover ik goed begrijp)
Dekai: groot (ze zeggen dikwijls "Hokaido dekai do" om aan te geven dat Hokkaido groot is (als je dat dan eens gebruikt in een conversatie, dan vinden ze het leuk dat je weer een paar woordjes Japans spreekt)
Umi: zee
Ao: blauw
Shoji: deur
Sumotori: sumoworstelaar
Tsjotto mate: wacht eens even
Nan desu ka?: Wat is er?
Arrigato gosajiemas: dank u wel (heel beleefd)
Gomen nasai: sorry, het spijt me
Nihongo: Japanse taal
Nippon: Japan
Nihongo ga hanasemasen: ik spreek geen Japans
Wakarimasu: ik begrijp het
Wakarimasen: ik begrijp het niet
Wakarimasu ka? : begrijp je het? (alle werkwoorden eindigen op "su", negatieve vorm "sen" en als je een vraag stelt voeg je nog het woord "ka" eraan toe)
Wakarinai: ik weet het niet
Sashimi: rauwe vis
Sushi: stukje sashimi op beetje rijst
Ohio gosajiemas: goedemorgen
Konbanwa: goedenavond
Konnichiwa: goedendag
Yama: berg
Mori: bos, woud
Yu-hi: zonsondergang
Mikan: mandarijn
Ichigo: aardbei
Basashi: rauw paardevlees (dunne schelletjes)
Soba: dunne boekweit noedels
Udon: dikke witte noedels
Kampai: proost, santee (bij het toosten)
Gambate: veel geluk
Eki: station
Otto(san): vadertje
Onna: vrouw
Ko: meer
Koen: park
Jo: kasteel
nai: er is geen
hai: ja
iyee: nee
skosie: een klein beetje
Bir-gie: Belgie (Japanners hebben geen "l" in hun taal, dus spreken dat ongeveer als een Engelse "r" uit)
Kirei: mooi
Kawai-ie: schattig
Kuma: beer (Higuma is de soort die voorkomt op Hokkaido)
Kyu: negen (deel van Kyushu, een van de vier basiseilanden van Japan, naast Honshu, Hokkaido en Shikoku)
Desu: zijn (in al zijn vormen, want het Japans gebruikt geen vervoegingen en het onderwerp en de tijd moet duidelijk worden uit de context)
Honto: waarheid
Kinjiru: verboden
Een kruis maken met de twee wijsvingers betekent "nee"
Ima: nu
Isogi: snel
Koko: hier
Doko: waar (voor zover ik goed begrijp)
Dekai: groot (ze zeggen dikwijls "Hokaido dekai do" om aan te geven dat Hokkaido groot is (als je dat dan eens gebruikt in een conversatie, dan vinden ze het leuk dat je weer een paar woordjes Japans spreekt)
Umi: zee
Ao: blauw
Shoji: deur
Sumotori: sumoworstelaar
Tsjotto mate: wacht eens even
Nan desu ka?: Wat is er?
dinsdag 9 september 2008
Het Japanse bad
De manier waarop Japanners een bad nemen is totaal verschillend van de manier waarop we dit in het Westen doen. Wij laten het bad vollopen, liefst met een goeie laag schuim, liggen er dan wat in en schrobben het vuil eraf, geholpen met wat zeep en blijven zo wat in ons eigen vuil liggen...In Japan hebben ze een totaal andere manier van een bad nemen. Of je nu naar een publiek bad (sento) of naar een onsen (is hetzelfde als een sento maar met heet water van een natuurlijke heetwaterbron ipv opgewarmd) gaat of als je het bad gebruikt in het hotel of de jeugdherberg, de etiquette blijft dezelfde: eerst maak je je schoon met water en zeep naast het bad (gezeten op een klein plastic krukje met een gaatje in het midden - de japanners gebruiken een handdoekje om zich proper te schrobben, dat ze nat maken en inzepen) en pas nadat je proper en afgespoeld bent, ga je het hete bad in, naakt... Het water is soms zo heet, dat het het eerste moment pijn doet als je erin gaat, maar uiteindelijk als je er traag in gaat, raak je er wel aan gewoon. Het water in het bad is puur helder water (of gekleurd door de mineralen bij het water van sommige natuurlijke heetwaterbronnen, maar dus zonder zeep of enig ander product) en iedereen gaat in hetzelfde water en bij een bad in een hotel leggen ze er soms iets over om het water warm te houden.In Japan zijn er enorm veel publieke baden, allemaal verschillend en al dan niet met natuurlijk heetwater en het is een van de dingen waar ik hier wel van geniet. Het is zalig om proper te zijn en dan lekker achterover te liggen in dat hete water. Soms moet ik wel oppassen dat ik er niet te lang in lig om niet duizelig te worden als ik er dan uit ga. De meeste baden zijn gescheiden, wat erop neer komt dat er in het badhuis twee afdelingen zijn met baden, een voor vrouwen en een voor mannen, dus elk verschillend bad hebben ze in het dubbel. Sommige baden zijn echter ook gemixt of gewoon simpele buitenbaden zonder voorzieningen ergens naast een meer of op een berg, maar bij de meeste is het baden gescheiden. De Japanners gebruiken hun handdoekje waarmee ze zich gewassen hebben (maar uitgespoeld) dan om voor hun edele delen houden als ze uit het bad gaan (wat eigenlijk vrij belachelijk is want dan doen ze het toch weer weg en je ziet hun spil(letje) toch) Soms nemen ze dat handdoekje ook mee het water in en dan maken ze het soms nat en leggen ze het op hun hoofd om een beetje af te koelen als het water heel heet is. Persoonlijk heb ik echter nooit een of ander handdoekje gebruikt omdat ik het vrij belachelijk vind omdat het toch niet de hele tijd bedekt enerzijds en anderzijds ook omdat het heel onpraktisch is om met een natte handdoek rond te reizen (ik heb niet altijd de mogelijkheid om natte kleren op te hangen omdat ik veel van de ene plaats naar de andere plaats reis). Wellicht zou het formaat van de Japanse handdoekjes trouwens ook niet voldoen ;-))
2e keer goede keer zowel voor Mashu-ko als Asahidake
De volgende dag, gisteren, heb ik uiteindelijk besloten om toch geen twee nachten te verblijven in de jeugdherberg van Mashu omdat ik er eigenlijk al het meeste gedaan had de eerste dag met de fiets. Het enige dat ik nog niet gezien had was het meer Mashu-ko zelf. Ik was er voorbij gefietst, maar er was niets te zien, zo mistig als het was. Dus besloot ik de volgende dag maar eens opnieuw te proberen, ditmaal de 6km steile beklimming per bus! En ja hoor, ik had geluk! Het meer was volledig zichtbaar, het was zonnig en ik heb veel te veel foto's genomen. Ik heb ook een uurtje nog gewandeld, het begin van de wandeling naar Mashu-Dake, maar wilde niet de volledige beklimming doen, omdat ik de volgende bus wou halen en ik dacht ook dat het uitzicht van de berg niet voldoende de moeite ging zijn om me zo in te spannen na twee zware dagen. Dus hup, de bus in naar de stad en een postkantoor om geld af te halen via de ATM en dan naar het treinstation, om het ticket te gebruiken dat ik van Betty gekregen had. Er was gratis internet in het station, dus checkte ik nog even snel mijn mail. Ik dacht dat de trein naar Kushiro toch maar binnen een uur of zo ging vertrekken. Uiteindelijk ging ik nog eens vragen om juist te weten wanneer hij vertrok en natuurlijk, karma karamba!, hij vertrok binnen twee minuten! Yes!!! Ik was nog aan het twijfelen of ik naar Asahikawa terug zou gaan om een nieuwe poging voor Asahidake te wagen of dat ik meteen naar Toyako zou reizen, maar wou goed gebruik maken van het ticket. Aangezien ik alleen lokale treinen kon gebruiken, had ik eigenlijk toch nog ruim voldoende tijd om te beslissen. Dus eerst naar Kushiro, later naar Obihiro en dan nog eens vragen hoe het zit als ik nog naar Toya of Muroran wil geraken... Blijkbaar was dat niet meer mogelijk, maar kon ik wel nog naar Sapporo (dwaze stad) of naar Asahikawa en dus besloot ik terug naar Asahikawa te reizen, zodat ik de volgende dag een nieuwe poging voor Asahidake kon ondernemen, ditmaal met goed weer hopelijk! Ik was heel content dat ik nog tot Asahikawa kon geraken diezelfde dag met dat ticket, zodat ik geen extra dag verloor. Das wel een voordeel per trein tov liften, dat je ook nog kunt reizen wanneer het al donker is. Het nadeel met die lokale treinen is dat ze veelal veel trager zijn dan een auto. Uiteindelijk kwam ik om 21u40 in Asahikawa aan. Ik was vertrokken rond 12u. Ik had wat zitten zeveren op de trein met twee Japanse meisjes en dan de laatste drie uur heb ik wat zitten lezen in mijn boek Shogun. In Asahikawa ben ik dan op zoek gegaan naar een internationale bar, waarover iemand me in Shiretoko park verteld had, waar alle Engelse leraren naar toe gaan. Ik vond het vrij gemakkelijk en heb er een pintje gedronken en een beetje gebabbeld en wat informatie ingewonnen over bussen en het weer voor de volgende dag. Daarna ben ik weer naar hetzelfde internetcafe als altijd gegaan in Asahikawa... ze moeten me daar al ondertussen kennen ;-))
Vandaag was het een schitterende dag, perfect zonnig weer, bijna geen wolken!!! Hoera hoera! Wat een geluk! Ik heb mijn grootste bagage in de coin locker van het treinstation van Asahikawa achtergelaten en heb om 9u30 de bus genomen naar Asahidake Onsen. Mijn plan was om de kabellift daar te nemen (de wandeling had ik al eens gedaan en vond ik maar niets en had er geen tijd voor, dus was bereid de 1500 yen te dokken) en dan naar boven te gaan naar Asahidake, dan een wandeling te doen langs nog een aantal andere pieken en dan uiteindelijk aan te komen aan de andere kant, op Kurodake, en de stoeltjeslift en kabellift naar beneden te nemen naar Souhkyo Onsen. Ik heb eerst nog iets gegeten beneden voor ik vertrok en uiteindelijk heb ik de kabellift naar boven genomen om 11u30. Eens boven kwam ik de kerel tegen die ik in Shiretoko gezien had en die me verteld had van die internationale bar. Hij was een gids of een soort parkwachter of zo in dat nationaal park en een uitleg aan het geven in het Japans en hij herkende me meteen. Toen hij zijn uitleg gedaan had, maakte ik nog een praatje. Hij zei dat de wandeling die ik wilde maken een uur of 6 a 7 duurde en volgens het boekje met de routebeschrijving en de tijden die ik bij me had, ging het idd een uur of 7 duren, maar ik moest het met minder doen, want ik wilde de kabellift nog nemen aan Sounkyo Onsen en meer dan dat, ik wilde zelfs nog de laatste bus om 17u30 terug naar Asahikawa kunnen nemen! Dus ik moest en ik zou het met minder doen! Twas bijna twaalf uur en tegen 17u moest ik dus aan de stoeltjeslift staan! Ik ben dan maar beginnen wandelen en heb redelijk goed doorgestapt en maar twee keer een kwartiertje gestopt op de hoogste pieken om eens te eten (behalve de talrijke superkorte stops voor de al te talrijke fotos en om de tijd in te schatten volgens mijn boekje en waar ik op dat moment was). De laatste kabellift had ik om 17u20 en hij had 7 minuten nodig om naar beneden te geraken en om 17u30 vertrok de bus aan de bushalte een klein beetje meer naar beneden. Maar de kabellift moest uiteindelijk nog een minuut langer wachten op een aantal trage Japanners (tis toch godgeklaagd!) dus het werd nog spannender... Eenmaal beneden heb ik het dan nog maar eens op een lopen gezet en met succes! Just in time!!! Het was een fantastische dag vandaag! Ik ben super content dat ik terug gegaan ben naar Asahikawa en naar Daisetzun National Park, dat ik bovenop de hoogste berg van Hokkaido, Asahidake gestaan heb en de overtocht gedaan heb naar Sounkyo Onsen. Het was een soort hoog plateau met vele pieken van rond de 2100 a 2200m hoog en enorm mooi, met vele kleuren ook. In de herfst zou het nog tien keer mooier moeten zijn met al de verschillende kleuren van de bladeren. De ene boom zijn blaren zijn groen, de boom ernaast heeft dan meer bruine kleuren, een andere meer oranje... Maar hiervoor ben ik spijtig genoeg nog een beetje te vroeg in het jaar :-( Het uitzicht op de hoogste pieken was adembenemend. Je kon heel ver kijken rondomrond en al dat groen en die pieken en rotsen... Ik heb heel veel foto's genomen, maar de foto's zijn niet hetzelfde als de realiteit. Ze geven maar een klein stukje weer van wat er rondomrond allemaal te zien is... Enerzijds vond ik het wel wat spijtig dat ik zo rap heb moeten gaan, want anders was ik misschien wel drie kwartier op de top van Asahidake gebleven om te genieten van het fantastische uitzicht. Maar uiteindelijk ben ik vandaag gewoon moe en content! Vannacht zal ik wel weer eens in hetzelfde internetcafe slapen en morgenochtend mss naar een soort van Ainu (oorspronkelijke bewoner van Noordelijk Japan) museum gaan en dan zal ik proberen te liften, eerst richting Sapporo, wat rap zou moeten zijn met een beetje geluk en dan richting Toya of Muroran, zodat ik nog eens een dagje rond het meer Toyako kan spenderen. Ik zal wel zien hoever ik morgen uiteindelijk geraak... Mijn quadriceps waren al ferm stijf en na vandaag zal het er niet op gebeterd zijn, dus mss zou het best zijn om eens een paar daagjes niet meer te hiken of te fietsen en een beetje te recuperen...
Vele groeten,
Christophe
Vandaag was het een schitterende dag, perfect zonnig weer, bijna geen wolken!!! Hoera hoera! Wat een geluk! Ik heb mijn grootste bagage in de coin locker van het treinstation van Asahikawa achtergelaten en heb om 9u30 de bus genomen naar Asahidake Onsen. Mijn plan was om de kabellift daar te nemen (de wandeling had ik al eens gedaan en vond ik maar niets en had er geen tijd voor, dus was bereid de 1500 yen te dokken) en dan naar boven te gaan naar Asahidake, dan een wandeling te doen langs nog een aantal andere pieken en dan uiteindelijk aan te komen aan de andere kant, op Kurodake, en de stoeltjeslift en kabellift naar beneden te nemen naar Souhkyo Onsen. Ik heb eerst nog iets gegeten beneden voor ik vertrok en uiteindelijk heb ik de kabellift naar boven genomen om 11u30. Eens boven kwam ik de kerel tegen die ik in Shiretoko gezien had en die me verteld had van die internationale bar. Hij was een gids of een soort parkwachter of zo in dat nationaal park en een uitleg aan het geven in het Japans en hij herkende me meteen. Toen hij zijn uitleg gedaan had, maakte ik nog een praatje. Hij zei dat de wandeling die ik wilde maken een uur of 6 a 7 duurde en volgens het boekje met de routebeschrijving en de tijden die ik bij me had, ging het idd een uur of 7 duren, maar ik moest het met minder doen, want ik wilde de kabellift nog nemen aan Sounkyo Onsen en meer dan dat, ik wilde zelfs nog de laatste bus om 17u30 terug naar Asahikawa kunnen nemen! Dus ik moest en ik zou het met minder doen! Twas bijna twaalf uur en tegen 17u moest ik dus aan de stoeltjeslift staan! Ik ben dan maar beginnen wandelen en heb redelijk goed doorgestapt en maar twee keer een kwartiertje gestopt op de hoogste pieken om eens te eten (behalve de talrijke superkorte stops voor de al te talrijke fotos en om de tijd in te schatten volgens mijn boekje en waar ik op dat moment was). De laatste kabellift had ik om 17u20 en hij had 7 minuten nodig om naar beneden te geraken en om 17u30 vertrok de bus aan de bushalte een klein beetje meer naar beneden. Maar de kabellift moest uiteindelijk nog een minuut langer wachten op een aantal trage Japanners (tis toch godgeklaagd!) dus het werd nog spannender... Eenmaal beneden heb ik het dan nog maar eens op een lopen gezet en met succes! Just in time!!! Het was een fantastische dag vandaag! Ik ben super content dat ik terug gegaan ben naar Asahikawa en naar Daisetzun National Park, dat ik bovenop de hoogste berg van Hokkaido, Asahidake gestaan heb en de overtocht gedaan heb naar Sounkyo Onsen. Het was een soort hoog plateau met vele pieken van rond de 2100 a 2200m hoog en enorm mooi, met vele kleuren ook. In de herfst zou het nog tien keer mooier moeten zijn met al de verschillende kleuren van de bladeren. De ene boom zijn blaren zijn groen, de boom ernaast heeft dan meer bruine kleuren, een andere meer oranje... Maar hiervoor ben ik spijtig genoeg nog een beetje te vroeg in het jaar :-( Het uitzicht op de hoogste pieken was adembenemend. Je kon heel ver kijken rondomrond en al dat groen en die pieken en rotsen... Ik heb heel veel foto's genomen, maar de foto's zijn niet hetzelfde als de realiteit. Ze geven maar een klein stukje weer van wat er rondomrond allemaal te zien is... Enerzijds vond ik het wel wat spijtig dat ik zo rap heb moeten gaan, want anders was ik misschien wel drie kwartier op de top van Asahidake gebleven om te genieten van het fantastische uitzicht. Maar uiteindelijk ben ik vandaag gewoon moe en content! Vannacht zal ik wel weer eens in hetzelfde internetcafe slapen en morgenochtend mss naar een soort van Ainu (oorspronkelijke bewoner van Noordelijk Japan) museum gaan en dan zal ik proberen te liften, eerst richting Sapporo, wat rap zou moeten zijn met een beetje geluk en dan richting Toya of Muroran, zodat ik nog eens een dagje rond het meer Toyako kan spenderen. Ik zal wel zien hoever ik morgen uiteindelijk geraak... Mijn quadriceps waren al ferm stijf en na vandaag zal het er niet op gebeterd zijn, dus mss zou het best zijn om eens een paar daagjes niet meer te hiken of te fietsen en een beetje te recuperen...
Vele groeten,
Christophe
zondag 7 september 2008
Van Asahikawa naar Mashu (Akan National park)
Hup, tis weer bijna een week geleden dat ik nog eens geblogd hebt en evenveel dagen zonder internet. Ik zal mijn hersenen nog eens pijnigen om al mijn ervaringen van de voorbije week eruit te persen.
Van Asahikawa naar Abashiri: Die dag ben ik maar 's middags vertrokken. In de voormiddag heb ik mijn was gedaan in een hotel en heb ik bijna drie uur de computer in datzelfde hotel gebruikt om mijn blog bij te werken - twas toen meer dan een week geleden. Omdat ik vorige keer redelijk pech heb gehad toen ik probeerde uit Asahikawa weg te liften naar Wakkanai (een uur of drie gewandeld - 't hangt soms veel van geluk af want toen ik terug lifte van Wakkanai naar Asahikawa stopte er ineens een auto die de andere richting uit ging en wie zat erin? De Deense lifter die ik een week ervoren in Hakodate tegengekomen had! Hij vertelde me dat hij midden in Asahikawa stond te duimen en dat er een auto stopte die juist naar Wakkanai moest: van oersjanse gesproken!) Maar soit, ik geraak hier bijna mijn draad nog kwijt... Dus omdat ik vorige keer pech had bij het liften, heb ik eerst een trein genomen naar een bestemming buiten de stad, met een station vrij dicht langs de weg die ik moest nemen en dat koste me dan wel 4 euro, maar ik had het er voor over. Uiteindelijk heb ik vier liften nodig gehad om in Abashiri te geraken en de laatste lift was echt wel op het nippertje, want het was al donker geworden en ik stond onder een verlichtingspaal maar niet echt zichtbaar en toen was er toch nog een koppeltje dat me oppikte en naar Abashiri moest. Eerst hebben ze dan naar een minshuku gebeld van de lonely planet maar die zat vol (of ze zeiden dat toch althans) en dan vroeg ik of ze geen goedkoop internet cafe kenden en ze hebben me dan daarnaartoe gebracht en dan heb ik de nacht daar doorgebracht voor 1300 yen. Tot in Kitami heb ik een van mijn beste liften ooit gehad. De man die me voerde sprak vrij goed Engels en het was een interessant gesprek. Normaal zijn het altijd een beetje dezelfde oppervlakkige gesprekken. Hij werkte voor een grote firma van tandartsenapparatuur en hij had nog in Amerika gewoond voor zover ik me herinner. We spraken over culturele verschillen tussen Japan en Europa en ook voor hem was het interessant. Hij vertelde me dat ze in het Japans iets zeggen in de trent van : "je bent nog blauw aan je heupen" als alternatief van ons "je bent nog groen achter de oren". De reden hiervoor is dat baby'tjes van het mongoloide ras - waartoe ook de Japanners behoren - een blauwe plek hebben onderaan op de rug, ter hoogte van de heupen. Na een paar jaar verdwijnt dat dan.
Van Abashiri naar Shiretoko Nationaal park: De eerste stap bestond erin om naar Shari te liften. Ik liet me daar afzetten aan het treinstation omdat er daar ook toeristeninformatie zou zijn en ze misschien al de jeugdherberg konden boeken voor mij, maar het was geen goede zet. De enige vrouw die er werkte kon niets van Engels en ik vond haar ook niet zo super vriendelijk. Dus hup, dan ben ik maar weer naar de weg gewandeld - een tweetal km - en heb ik wat staan duimen en na een kwartiertje of zo, stopte er een auto die naar Utoro moest. Een koppel met een kindje. De man was een politie-agent, hij was een soort bewaker rond de luchthaven van Tokyo of ergens er toch niet te ver van. Ze waren erg vriendelijk. Eerst ben ik nog onderweg gestopt met hen om naar een waterval te gaan kijken en dan hebben ze me afgezet aan het informatiecentrum. Hier konden ze ook praktisch geen Engels, maar de dame die er nog het meest van begreep, was wel echt supervriendelijk. Ze legde me uit over de boottochten en de prijzen en het verschil ertussen en de bus met tussenstops om het park te bezoeken aan de hand van foldertjes en papiertjes en uiteindelijk geraakte ik aan de tekentjes uit (gelukkig worden uren en prijzen in onze getallen uitgedrukt - alhoewel ze wel hun eigen tekens voor cijfers hebben en ook hun eigen jaartelling). Ze reserveerde ook accomodatie voor mij in Utoro en ze ging zelfs een eindje mee om te tonen waar het was. Het goedkoopste was wel 4000 yen, maar soit, het geld moet ook eens rollen en ik was enorm moe en had iets nodig. Het was een Japans traditioneel hotel, een minshuku, je krijgt dan een kamertje met tatami matten en je slaapt op de grond. De dame van het hotel was supervriendelijk, begreep haast geen woord Engels, maar dat lukte wel. Ik kon mijn bagage daar laten, totdat het check-in was (in Japan is het bijna altijd iets in de trent van check-in vanaf drie uur in de namiddag en checkout om 10u smorgens en niet vanaf twaalf tot twaalf zoals bij ons - soms wel ambetant) Ze had ook een aantal blikjes op de receptie met koude koffie en thee en ik mocht er eentje nemen. Uiteindelijk ben ik naar de supermarkt geweest voor melk en cornflakes en heb ik dat opgegeten op een bankje en toen het kwart na drie was ben ik naar het hotel gegaan. Ik heb een soort van dik deken op de grond gelegd, me erop geploft en ben direct in slaap gevallen voor een uur of twee. Zo moe was ik!!! Die dag heb ik dan ook niet al te veel meer uitgestoken... buiten me lekker wassen (twas drie dagen geleden ehum) en in mijn boek Shogun lezen en dan verder slapen...
Shiretoko Nationaal park: Shiretoko Nationaal park is een soort dunne strip land met de zee aan twee kanten in het Noord-Oosten van Hokkaido. In de lente drijven er veel ijsschotsen langs die hun oorsprong vinden in de Siberische Amur rivier en dat zorgt ook voor veel vis en zo. Het is sinds een paar jaar Unesco Werelderfgoed en er is redelijk veel spil rond en de Japanners zijn er vrij trots op. Het idiote is ook dat als je wilt gaan wandelen in de bergen dat je een soort plastic zak met chemicalien kunt kopen voor twee euro of zo om in te pissen en te kakken omdat het zogezegd slecht zou zijn voor de planten als je dat in de vrije natuur deed - komaan zeg!!! Wat deden de oermensen dan? Geen haar op mijn hoofd (en ik heb er vrij veel!) dat eraan denkt om in die plastic zak te zeiken!!! Shiretoko heeft verder de meest dichtbevolkte bruine berenpopulatie van Japan - ik geloof dat er een stuk of 600 bruine Higuma beren leefden, maar ik kan me vergissen met het nummer. Als er een plaats is in Japan waar je kans hebt om bruine beren tegen te komen is het daar wel! Ik ga eens verder beginnen met mijn verhaaltje: De volgende morgen besloot ik dan nog een dag extra in die minshuku te blijven. Utoro was niet midden in het natuurpark en dichtbij de start van de wandelpaden, maar het was aan de andere kant wel praktisch voor een aantal zaken: de bootexcursies startten vanaf daar en het is ietsje groter dan Iwaobetsu - waar de jeugdherberg was en er eigenlijk anders twee keer niets is - en er zijn een aantal convenience stores voor goedkoop eten. 's Middags om 13u30 heb ik dan een boottrip gedaan naar de tip van het peninsula. Dat was vrij duur, 8000 yen, maar het was een manier om de kliffen te bekijken en ook een goede kans om bruine beren in het wild te zien en vooral voor dat laatste had ik het ervoor over. Het was in een kleinere boot (met de grotere boot kostte het maar 6000 yen, maar die vaarde veel verder van de kliffen en van de plaats waar de beren meestal zaten) en het duurde ongeveer drie uur. Er was ook een tour van twee uur die niet tot de tip van het peninsula ging, maar enkel tot de plek waar de bruine beren bijna altijd te zien zijn, die maar 5000 yen kostte, maar er was niemand anders die die geboekt had, dus die ging niet door omdat er minimum zeven personen moesten zijn en dan heb ik maar de duurdere genomen, want ik wilde per se die beren eens zien. Ik was de enige westerling op de boot (nu ik dit schrijf besef ik zelfs dat ik vandaag geen enkele andere westerling tegengekomen ben - ik kom er normaal wel elke dag een paar tegen - een vijftal, soms veel meer, soms minder). Ik was wat later bij de boeking en ik kon dus niet meer vrij alle plaatsen kiezen (twas niet zoals bij ons of vele andere landen om ter rapst op de boot om vrij de plek te kunnen kiezen). Ik kon vooraan op de boeg zitten - wat een beetje wilder is - of ik kon nog achter glas zitten. Ik zat een beetje in met mijn vel onder de zon drie uur op een boot, maar uiteindelijk heb ik vooraan gezeten en heb ik het me zeker niet beklaagd. Ik had mijn klakje en we deden ook een reddingsvest en nog een andere jas aan zodat ik eigenlijk voor het grootste stuk toch bedekt was... De boottour was wel de moeite. Mooie kliffen en watervalletjes die in zee zich uitstorten en vooral: ik heb bruine beren gezien!!! Weliswaar van ver, maar ik heb ze gezien! Een grote beer en een jong! Ik heb ze zelfs foto kunnen trekken met mijn 10x optical zoom. Ik ben heel blij dat ik een fototoestel heb gekocht met zo'n sterke zoom, want ik heb er toch al een aantal sjieke foto's mee getrokken die anders onmogelijk waren geweest. Uiteraard was het op de boot enorm moeilijk om de camera stil te houden, wat vooral bij 10x zoom uiterst belangrijk is voor scherpe foto's. Toch vind ik dat er een aantal foto's, vooral een tweetal, vrij goed uitgekomen zijn. Ik toonde soms die foto's van die beren op mijn fototoestel, nog eens groter gemaakt met de digitale zoom, aan Japanse toeristen en dan waren ze vol verbazing natuurlijk en hadden ze de indruk dat ik die beer van dichtbij had gezien ;-) Dan was het van :"heeehh" en is het altijd grappig. Japanners maken vrij veel voor ons rare geluidjes om bepaalde dingen uit te drukken - zoals dat ze iets begrijpen of om verbazing uit te drukken, wat soms wel eigenlijk wat belachelijk overkomt... Ze vragen altijd waar ik vandaan kom en als ik dan "Bilgie" (uit te spreken zonder de twee puntjes en de l mag je ook als een r uitspreken want de meeste Japanners kennen de l niet want die komt niet voor in het Japans) zeg, dan herhalen ze "Bilgie" en dan zeggen ze een soort van "aaannggg". Ik denk dat ze zo'n dingen ook zelfs in de taalcursussen Japans zouden mogen leren ;-) Dus soit, ik had die beren gezien en foto's getrokken en ik was content! 's Avonds ben ik dan nog op een klifje gewandeld om de zonsondergang te bekijken over zee (of beter gezegd: het verdwijnen van het licht achter de wolken) en dan gaan lezen en slapen. De volgende dag bij het uitchecken kreeg ik een soort van Japanse peer (of wat ze bij ons een Koreaanse peer noemen geloof ik - smaakt als een peer maar is heel groot en rond) en een perzik van de dame van het hotel. Ik kon mijn bagage daar nog laten en ben dan met de bus tot in het park geweest, met een ticket waarmee je elke keer kon afstappen, bezichtigen en dan een andere bus kon nemen. De bus stopte aan het Natuur informatie centrum, waar ook een wandelingetje te doen was, aan de jeugdherberg, aan de Shiretoko vijf meren en aan de Kamuiwakka-no-takki warme watervallen (waar je dan een beetje kon langs naar boven klimmen en jezelf kon in zetten als je dat wilde, maar dat heb ik niet gedaan omdat het water niet echt heet was. Vroeger kon je hoger geraken, waar het water heet was, maar nu waren er personen om je tegen te houden, omdat ze vinden dat het gevaarlijk is omdat je zou kunnen glijden en vallen - en het was idd wel glibberig). Aan de vijf meren geraakte ik in gesprek met Betty, een Braziliaanse met Japanse ouders (Brazilie heeft de grootste Japanse populatie buiten Japan en anderzijds zijn er veel Brazilianen in Japan ook - alhoewel ik er nog niet veel tegengekomen ben) en ze verbleef in de jeugdherberg in Iwaobetsu. Toen ik vertelde dat ik eigenlijk zin had om naar de top van de berg Rausu-dake te wandelen maar dat ik niet zoveel zin had om alleen te gaan omdat ze het afraden om alleen te gaan wandelen omwille van de beren, stelde ze voor om samen te gaan want ze wilde zelf ook gaan maar niet alleen. Bovendien dacht ik dat de jeugdherberg, die dicht gelegen is bij de wandelroute en je naar de start kan brengen, toch weer vol zou zitten. Ze vertelde me echter dat er waarschijnlijk wel nog plaats zou zijn in de jeugdherberg en toen ik ernaartoe ging, was er idd nog plaats voor die nacht en de volgende. Twee dagen voordien had ik de pech gehad (welja, ik weet niet of het pech was, laten we zeggen dat het "karma" was :p) dat er juist een groep was geweest, zodat de jeugdherberg volboekt was geweest. Ik moest dan nog terug naar de minshuku gaan voor mijn bagage en er was geen bus meer terug naar de jeugdherberg, maar ze zijn me dan samen met een andere vrouw komen oppikken aan het busstation. Ik heb dan ook van de tijd in Utoro gebruik gemaakt om eten in te slaan om de volgende dag te gaan wandelen: een paar broodjes, een viertal bananen, een chocoladereep en wat pindanoten... Rond 20u was er in de jeugdherberg een soort van briefing met informatie en moest je dan zeggen wat je de volgende dag wilde doen. Wij gingen dus met twee de berg Rausu Dake (1600m en een sjiek - een wandeling van een uur of vier om boven te geraken) beklimmen, maar ik vond het een beetje zonde om twee keer dezelfde weg te nemen en was nieuwsgierig naar het andere pad, dat starte aan de andere kant van de bergketen in Rausu en dat vermeld was in mijn lonely planet... Mijn plan was dus om dat te doen ipv twee keer hetzelfde pad en om dan terug te liften. De man van de jeugdherberg zei natuurlijk dat het onmogelijk was om terug te liften en dat als het niet lukte we een taxi gingen moesten nemen en dat het misschien 10000 yen kon kosten. Ik was overtuigd dat het ging lukken en zei tegen Betty dat ik de taxi ging betalen als het niet lukte, want ik was ervan overtuigd dat het wel ging lukken (Vaak zeggen Japanners dat het onmogellijk is om te liften omdat bijna geen enkele Japanner, behalve een handvol studenten, werkelijk lift en ze denken dat Japanners nooit gaan stoppen, maar volgens mijn ervaringen stoppen er redelijk veel Japanners voor mij. dat De weg van Rausu naar Iwaobetsu is een soort pas met veel bochten, vrij mooi en er zijn ook toeristen die die weg nemen, dus ik was vrijwel zeker dat het wel ging lukken). Ik heb dan nog eens de kaart bekeken en ben dan maar gaan slapen. De volgende morgen om 7u was er ontbijt en om 7u40 brachten ze ons naar het begin van de wandeling. Betty bleek natuurlijk niet zo snel te kunnen wandelen als ik, maar ik vond dat ze het wel redelijk deed voor een vrouw. Ik ging sommige stukken voor en dan wachte ik op haar dus dat was niet echt een probleem. Toen we op een plateautje waren, zeg maar een nek tussen twee bergtoppen waarvan ene de onze was, sprak ik even met een Amerikaanse oude vrouw en die zei dat de wandeling de vorige week een ganse week niet toegankelijk was omdat de beren hadden besloten om op dat plateautje te kamperen ;-) Uiteindelijk heb ik daar ook mijn eerste rode vos gezien en met mijn 10x zoom een geslaagde foto genomen - uit de losse hand zelfs! (had geen goed paaltje of zo om hem vast te zetten en heb ook geen statief) Mss had de foto anders nog ietsje scherper geweest, maar ik ben echt wel tevreden over het resultaat: de manier waarop de vos op die rots staat, uitkijkend, met zijn lange staart, de kleurschakeringen, zijn haren... Een van mijn favoriete foto's tot nu toe!!! Boven op de berg hadden we een beetje pech dat er wat bewolking was (de vorige dagen was er niets van wolken geweest) maar toch was het een mooi uitzicht en ik was heel blij dat het al de derde dag op een rij was dat het zo'n mooi weer was geweest en dat ik die wandeling tot aan de top heb kunnen doen! De wolken hadden ook een voordeel. Ik heb een paar foto's van mezelf laten trekken op twee verschillende rotsen, mezelf staande op die rotspiek en met de wolken en de bergen op de achtergrond en vooral van de twee laatste foto's ben ik erg content. Vind ze vrij cool. Tlijkt precies een beetje op een reclamefoto voor The North Face. Anderzijds, zonder de wolken ging het de zee op de achtergrond geweest zijn en sommige eilandjes met bergen die nu tot Rusland behoren en dat ging ook bijzonder de moeite geweest zijn. Rond 1u begonnen we dan de afdaling naar de andere kant van de berg. Het was meteen vrij ferm naar beneden. Er hangden touwen en ik ging achteruit naar beneden, me vasthoudend aan de touwen: minder kans om uit te glijden en je zeer te doen, snel, een zware belasting voor de knieeen uitsparend. (Lonely planet beschreef het wandelpad als goed aangeduid maar een beetje uitdagend :p ) Na een eind wandelen kwamen we dan aan hele mooie watervalletjes. Eerst waren er watervalletjes met wit water en een beetje verder naar beneden waren er watervalletjes met roodbruin water. Heb (te)veel foto's getrokken. Vond het oa door dit een heel mooie afdaling. Er was alleen een dikke maar: ik had beloofd om de taxi te betalen als we niet konden liften en we waren met twee, waarvan ik de snelste was. Bovendien was ik met een vrouw, die van nature lichamelijk zwakker is en dus kon ik ook niet verwachten dat ze zo snel zou zijn als ikzelf en ik porde haar wel een beetje en we gingen nog redelijk snel, maar ik kon ook niet te veel aandringen, want ik wilde van mezelf ook geen boeman maken. Bovendien denk ik dat ze misschien nog sneller ging dan veel mannen. Tis gewoon dat ik vrij goed getraind ben tegenwoordig en ik weet van mezelf dat ik over het algemeen vrij snel ben bij het naar boven gaan en als ik alleen ben, stop ik bijna nooit, hooguit om eens uit te blazen en eens een fotootje te trekken of iets te eten, maar meestal zonder te gaan zitten behalve op de top. Als ik alleen ben, steek ik ook bijna iedereen voorbij, maar ik was dus niet alleen en toen we aankwamen op de weg bij een parking van een onsen, was het al bijna donker. Uiteindelijk heb ik dan een uur staan duimen, zelfs nog in het donker onder de verlichtingspaal, maar bijna alle auto's gingen naar de nabijgelegen camping of naar de onsen en kwamen van Rausu. Slechts vier auto's gingen van Rausu naar Iwaobetsu en geen enkele stopte! In principe is een auto genoeg, op voorwaarde dat het juist die auto is die stopt. Die avond had ik spijtig genoeg niet dat geluk en besliste mijn karma er anders over :-( en heb ik die dure taxi dan uiteindelijk betaald, zoals ik beloofd had. Klote, but if you gamble: sometimes you win, sometimes you lose. Uiteindelijk was het minder dan 10000 yen, het was (maar) 7290 yen :) ehum... Aan de andere kant, had ik niet gegokt dan ging ik nooit dat andere mooie pad gezien hebben en kon ik er dan mss ook een beetje spijt van hebben gehad...Moraal van het verhaal: Nooit gokken als je zelf niet alles in de hand hebt! Lesje geleerd!!! (hoop ik) Als ik alleen was geweest, dan was ik meer dan een uur en waarschijnlijk wel twee uur vroeger op dezelfde plaats geweest en had ik hoogstwaarschijnlijk kans genoeg gehad om terug te liften, want vanaf de bergtop had ik rond de middag opgemerkt dat er toch wel enig verkeer van de ene naar de andere kant was. Dan had ik zeker kunnen bewijzen tegenover die man van de jeugdherberg dat het wel mogelijk was om terug te liften. Maar tja, "als" daar koop ik niets meer mee en ik heb me die dag anders toch goed geamuseerd en heb mooie dingen gezien en das uiteindelijk toch het voornaamste. Een beer heb ik tijdens de wandeling gelukkig niet meer tegengekomen, maar met die beerbelletjes horen ze ons ook van ver komen. Ik zou er ook niet meer over twijfelen om die wandeling op mijn eentje te doen. Als je maar genoeg lawaai maakt, dan vermijden de beren je toch en uiteindelijk kom je nog andere wandelaars tegen ook en je gaat dan zo rap of zo traag als je zelf wilt. Verder heb ik in het park ook veel Sika herten gezien, vooral met de bus langs en op de weg en de taxi moest in het donker ook een paar keer stoppen voor herten op de weg. Bij de beklimming heb ik ook twee dunne slangen het wandelpad zien overkronkelen, een soort Japanse adders waarschijnlijk.
Van Shiretoko naar Akan National Park: De volgende dag, vandaag dus, heeft de man van de jeugdherberg me rond 08u10 naar de busterminal in Utoro gebracht. Ik heb dan ook byebye gezegd aan Betty. Ze heeft me ook nog haar treinpas gegeven die ze zelf niet meer ging gebruiken (twas een vijf dagen pas met nog een ongebruikte dag op te nemen ten laatste de tiende september, waarmee je zoveel (trage, lokale) treinen mag nemen als je wilt op een dag) Ik denk dat ik die treinpas overmorgen ga nemen om vanaf hier terug naar Asahikawa te reizen per trein. Mss ga ik dan ineens verder naar Sapporo. Maar aan de andere kant jeukt mijn gat vrij veel om nog terug te gaan naar Asahidake, de berg die ik niet volledig tot de top beklommen heb vanwege slecht weer en die zo mooi was, ook volgens andere mensen die ik nog ontmoet heb... en als ik daarnaartoe wil, dan mag ik nog niet direct naar Sapporo. Verder heeft Betty gisteravond ook haar avondeten met mij gedeeld (ik had geen diner besteld in de jeugdherberg en we waren laat en moesten rap eten om voor de meeting van 20u klaar te zijn en ze had niet veel honger) en heeft ze zo een groene "pis en kak" plastic zak voor mij gekocht voor de wandeling. Die zit nog ergens ongebruikt in mijn rugzak. Tijdens de wandeling heb ik een paar keer moeten urineren, maar heb dat telkens netjes buiten haar zicht gedaan... Ik ben ervan overtuigd dat dat niet slecht is voor de planten en het gewoon Japanse flauwekul is, op voorwaarde dat niet alle wandelaars telkens op dezelfde plek urineren, maar langs dat pad is het haast onmogelijk dat een andere wandelaar op exact dezelfde plek als ik zou urineren... Daarbij, als ze naar de convenience store gaan, dan laat meer dan de helft hun motor draaien terwijl ze vijf a tien minuten binnen zijn om dingen te kopen, dus moeten ze niet te veel zagen ;-) Ik ben weer serieus aan het afwijken, gewoon om eerlijk te vermelden dat ik ook, buiten de compagnie, iets materieels van Betty gekregen heb. Dus soit, ik werd afgezet aan het busstation, ik kocht een koude koffie uit de automaat en begon te wandelen langs de weg. Na tien a vijftien minuten stopte er een mooie rode Audi A3 en hij moest passeren langs Shari, de eerste stad op mijn weg, en ik mocht mee. De man sprak redelijk goed Engels. Hij vertelde me dat zijn dochter in Amerika woont en getrouwd is met een Amerikaanse marine (een soldaat) en in Amerika woont. Zijn dochter was 21 en die kerel 20 en die leerde blijkbaar niet te graag. De man werkte voor een soort Japanse BBC en hij zei dat hij redelijk veel tijd had en hij wilde me per se naar Akan nationaal park naar de jeugdherberg brengen. Hij zou dan vanaf daar verder naar Asahikawa rijden. Het was een heel aangename man en ik vond het enorm vriendelijk dat hij me perse wilde brengen tot aan de jeugdherberg en het was een leuke babbel.
Akan Nationaal Park: Dus ja, hij bracht me naar de jeugdherberg nabij Mashu-ko, waar ik nu aan de computer (gratis internet joehoe!!!) zit te tokkelen... Ik heb mijn bagage er dan achter gelaten en een kleine damesfiets, bij gebrek aan beter, gehuurd voor 1000 yen per dag. En hup, om 11u15 ben ik dan vertrokken om er nog een (figuurlijk - want vandaag was het erg bewolkt en heeft het ook veel geregend) mooie dag van te maken en ik ging eens een ritje maken ;-)) Een mogelijkheid was om naar omhoog te fietsen naar Mashu-ko (volgens sommigen het mooiste meer van Japan - een aantal jaren geleden het meer met het helderste water ter wereld - zou kunnen dat dat nu het Baikalmeer is) en dan een kleinere lus te maken. Een andere mogelijkheid was om op dezelfde manier te starten, maar een veel grotere lus te maken, van 60km, waarbij ik dan langs het andere meer, Kusharo-ko (met een groot eiland in het midden en een soort eigen Lochness zever monster) zou passeren, maar ik moest wel maken dat ik rond 18u30 terug was voor het diner en die fiets was geen mountainbike, maar een veel te kleine damesfiets en mijn benen waren nog stijf van gisteren acht uur te wandelen... Toch besloot ik na verloop van tijd voor de volle zestig km te gaan, zodat ik meer ging (af)zien en mijn dag mooi gevuld zou zijn. De eerste zes km waren vrij steil en heb ik evenveel of meer naast mijn fiets gelopen dan erop gezeten. Er was enorm veel mist en spijtig genoeg heb ik dat wondermooie meer zelfs niet gezien :( Dan ging ik het ferm naar beneden, maar deze keer was het maar een halve jiehaaaa!! Probleem was dat de voorste rem een simpele blokrem was (geen shimano remblokjes, dus kan rapper beginnen smelten) en vooral dat de achterste schijfrem niet goed werkte en op zichzelf niet voldoende was om de fiets tot stilstand te laten komen bergaf... Maw, ik had maar een goede rem, aan het voorwiel, die ik intermitterend gebruikte omdat de blokjes dan niet zo rap warm worden. Na de afdaling was de volgende toeristische attractie Ioh-San, een soort van kleinere berg met heel veel gasdampen. Het speciale was dat boven sommige van die geelachtige hete dampbronnen er eieren lagen te koken en er waren dan mensen die "tomago" ofte "onsen gestoomde eieren" verkochten. Ik heb me daar niet aan laten vangen, want een gekookt of een gestoomd ei das hetzelfde. Punt. Ik ben dan langs het meer Kusharo-ko gaan fietsen en het meer zelf was goed zichtbaar en ook het eiland in het midden. Maar het was bewolkt en mistig zodat je het omringende landschap niet zo goed kon zien en ik vond het onder die omstandigheden geen foto waard. Uiteindelijk begon het dan ferm te regenen en heb ik met mijn poncho verder gefietst (heel handig in combinatie met korte broek en teva sandalen en de dagrugzak past perfect onder de poncho!) en heb ik dan nog een zijtripje van drie km gedaan (ik heb het meer nog drie km verder gevolgd dan dat ik moest en dan teruggekeerd). Ik heb een zijtripje naar Wakoto Onsen gemaakt: Het is speciaal doordat het niets meer is dan een natuurlijk heetwaterbad in de buitenlucht. Je hoeft niets te betalen en je doet je kleren uit en hup, je stapt erin. Simpeler kan het niet zijn. Preutsere personen kunnen natuurlijk ook in zwempak erin gaan ;-) Het was een klein natuurlijk bad vlak naast het grote Kusharo-ko meer (eigenlijk is Wakoto op een soort schiereiland in het meer gelegen). Ik vond het echt zalig!!! Ik had het bad voor mij alleen - er was juist iemand uitgegaan. Het was echt vrij heet water en het deed ferm ferm deugd na dat fietsen in de regen... Zalig! En terwijl was het aan het regenen. Van het hete water ben ik dan eens in het meer gesprongen en onder de regen wat gaan zwemmen en dan ben ik weer gaan relaxen in het heetwaterbad... Uiteindelijk ben ik dan weer verder gaan fietsen, want ik wilde zeker voor 18u30 terug zijn aan de jeugdherberg en ik wist niet precies hoeveel bergop het nog ging zijn (het was enorm veel vals plat - toen ik achteruit keek zag ik dat ik veel naar omhoog was gegaan of naar omlaag zonder het vrij goed te beseffen tijdens het rijden). Ik stak mijn korte broek maar in mijn rugzak want hij was al een beetje nat en ik wilde niet dat hij nog natter ging worden en ik ben dan maar in mijn onderbroek verder gaan fietsen. Ik had er toch de poncho boven... Na een goeie twintig km ganzepas fietsen kwam ik dan lekker nat in de jeugdherberg aan, waar ik dan een handdoek kreeg en me lekker proper douchte, content van de 66km bergop en bergaf met een slechte kleine fiets! Ik ben tevreden over de conditie en voel me sterk... toch qua uithouding. Ik heb nu alleen wat zeer in mijn nek van mijn rugzak te dragen, maar tegen morgen gaat dat wel gepasseerd zijn. Vanavond heb ik hier een lekkere maaltijd met gegrilde zalm gegeten en morgen om 7u30 is er ontbijt. Ik heb besloten om nog een dagje langer hier te blijven en mijn kans te wagen om het befaamde meer te zien. Het zou normaal bewolkt worden, maar in de namiddag wat zonniger en 's avonds weer regen. Ik moet morgen ook weer geld afhalen, want mijn cash is bijna op en vandaag kon ik geen geld afhalen omdat het zondag was en de cashmachines van de post dan niet beschikbaar zijn... Ik heb opnieuw veel mooie foto's (allee ja, ik vind ze mooi), maar ik kan ze blijkbaar niet op deze computer uploaden, want picasa is geblokkeerd (en facebook ook trouwens)
Vele groetjes,
nog steeds uit Japan,
Christophe
Van Asahikawa naar Abashiri: Die dag ben ik maar 's middags vertrokken. In de voormiddag heb ik mijn was gedaan in een hotel en heb ik bijna drie uur de computer in datzelfde hotel gebruikt om mijn blog bij te werken - twas toen meer dan een week geleden. Omdat ik vorige keer redelijk pech heb gehad toen ik probeerde uit Asahikawa weg te liften naar Wakkanai (een uur of drie gewandeld - 't hangt soms veel van geluk af want toen ik terug lifte van Wakkanai naar Asahikawa stopte er ineens een auto die de andere richting uit ging en wie zat erin? De Deense lifter die ik een week ervoren in Hakodate tegengekomen had! Hij vertelde me dat hij midden in Asahikawa stond te duimen en dat er een auto stopte die juist naar Wakkanai moest: van oersjanse gesproken!) Maar soit, ik geraak hier bijna mijn draad nog kwijt... Dus omdat ik vorige keer pech had bij het liften, heb ik eerst een trein genomen naar een bestemming buiten de stad, met een station vrij dicht langs de weg die ik moest nemen en dat koste me dan wel 4 euro, maar ik had het er voor over. Uiteindelijk heb ik vier liften nodig gehad om in Abashiri te geraken en de laatste lift was echt wel op het nippertje, want het was al donker geworden en ik stond onder een verlichtingspaal maar niet echt zichtbaar en toen was er toch nog een koppeltje dat me oppikte en naar Abashiri moest. Eerst hebben ze dan naar een minshuku gebeld van de lonely planet maar die zat vol (of ze zeiden dat toch althans) en dan vroeg ik of ze geen goedkoop internet cafe kenden en ze hebben me dan daarnaartoe gebracht en dan heb ik de nacht daar doorgebracht voor 1300 yen. Tot in Kitami heb ik een van mijn beste liften ooit gehad. De man die me voerde sprak vrij goed Engels en het was een interessant gesprek. Normaal zijn het altijd een beetje dezelfde oppervlakkige gesprekken. Hij werkte voor een grote firma van tandartsenapparatuur en hij had nog in Amerika gewoond voor zover ik me herinner. We spraken over culturele verschillen tussen Japan en Europa en ook voor hem was het interessant. Hij vertelde me dat ze in het Japans iets zeggen in de trent van : "je bent nog blauw aan je heupen" als alternatief van ons "je bent nog groen achter de oren". De reden hiervoor is dat baby'tjes van het mongoloide ras - waartoe ook de Japanners behoren - een blauwe plek hebben onderaan op de rug, ter hoogte van de heupen. Na een paar jaar verdwijnt dat dan.
Van Abashiri naar Shiretoko Nationaal park: De eerste stap bestond erin om naar Shari te liften. Ik liet me daar afzetten aan het treinstation omdat er daar ook toeristeninformatie zou zijn en ze misschien al de jeugdherberg konden boeken voor mij, maar het was geen goede zet. De enige vrouw die er werkte kon niets van Engels en ik vond haar ook niet zo super vriendelijk. Dus hup, dan ben ik maar weer naar de weg gewandeld - een tweetal km - en heb ik wat staan duimen en na een kwartiertje of zo, stopte er een auto die naar Utoro moest. Een koppel met een kindje. De man was een politie-agent, hij was een soort bewaker rond de luchthaven van Tokyo of ergens er toch niet te ver van. Ze waren erg vriendelijk. Eerst ben ik nog onderweg gestopt met hen om naar een waterval te gaan kijken en dan hebben ze me afgezet aan het informatiecentrum. Hier konden ze ook praktisch geen Engels, maar de dame die er nog het meest van begreep, was wel echt supervriendelijk. Ze legde me uit over de boottochten en de prijzen en het verschil ertussen en de bus met tussenstops om het park te bezoeken aan de hand van foldertjes en papiertjes en uiteindelijk geraakte ik aan de tekentjes uit (gelukkig worden uren en prijzen in onze getallen uitgedrukt - alhoewel ze wel hun eigen tekens voor cijfers hebben en ook hun eigen jaartelling). Ze reserveerde ook accomodatie voor mij in Utoro en ze ging zelfs een eindje mee om te tonen waar het was. Het goedkoopste was wel 4000 yen, maar soit, het geld moet ook eens rollen en ik was enorm moe en had iets nodig. Het was een Japans traditioneel hotel, een minshuku, je krijgt dan een kamertje met tatami matten en je slaapt op de grond. De dame van het hotel was supervriendelijk, begreep haast geen woord Engels, maar dat lukte wel. Ik kon mijn bagage daar laten, totdat het check-in was (in Japan is het bijna altijd iets in de trent van check-in vanaf drie uur in de namiddag en checkout om 10u smorgens en niet vanaf twaalf tot twaalf zoals bij ons - soms wel ambetant) Ze had ook een aantal blikjes op de receptie met koude koffie en thee en ik mocht er eentje nemen. Uiteindelijk ben ik naar de supermarkt geweest voor melk en cornflakes en heb ik dat opgegeten op een bankje en toen het kwart na drie was ben ik naar het hotel gegaan. Ik heb een soort van dik deken op de grond gelegd, me erop geploft en ben direct in slaap gevallen voor een uur of twee. Zo moe was ik!!! Die dag heb ik dan ook niet al te veel meer uitgestoken... buiten me lekker wassen (twas drie dagen geleden ehum) en in mijn boek Shogun lezen en dan verder slapen...
Shiretoko Nationaal park: Shiretoko Nationaal park is een soort dunne strip land met de zee aan twee kanten in het Noord-Oosten van Hokkaido. In de lente drijven er veel ijsschotsen langs die hun oorsprong vinden in de Siberische Amur rivier en dat zorgt ook voor veel vis en zo. Het is sinds een paar jaar Unesco Werelderfgoed en er is redelijk veel spil rond en de Japanners zijn er vrij trots op. Het idiote is ook dat als je wilt gaan wandelen in de bergen dat je een soort plastic zak met chemicalien kunt kopen voor twee euro of zo om in te pissen en te kakken omdat het zogezegd slecht zou zijn voor de planten als je dat in de vrije natuur deed - komaan zeg!!! Wat deden de oermensen dan? Geen haar op mijn hoofd (en ik heb er vrij veel!) dat eraan denkt om in die plastic zak te zeiken!!! Shiretoko heeft verder de meest dichtbevolkte bruine berenpopulatie van Japan - ik geloof dat er een stuk of 600 bruine Higuma beren leefden, maar ik kan me vergissen met het nummer. Als er een plaats is in Japan waar je kans hebt om bruine beren tegen te komen is het daar wel! Ik ga eens verder beginnen met mijn verhaaltje: De volgende morgen besloot ik dan nog een dag extra in die minshuku te blijven. Utoro was niet midden in het natuurpark en dichtbij de start van de wandelpaden, maar het was aan de andere kant wel praktisch voor een aantal zaken: de bootexcursies startten vanaf daar en het is ietsje groter dan Iwaobetsu - waar de jeugdherberg was en er eigenlijk anders twee keer niets is - en er zijn een aantal convenience stores voor goedkoop eten. 's Middags om 13u30 heb ik dan een boottrip gedaan naar de tip van het peninsula. Dat was vrij duur, 8000 yen, maar het was een manier om de kliffen te bekijken en ook een goede kans om bruine beren in het wild te zien en vooral voor dat laatste had ik het ervoor over. Het was in een kleinere boot (met de grotere boot kostte het maar 6000 yen, maar die vaarde veel verder van de kliffen en van de plaats waar de beren meestal zaten) en het duurde ongeveer drie uur. Er was ook een tour van twee uur die niet tot de tip van het peninsula ging, maar enkel tot de plek waar de bruine beren bijna altijd te zien zijn, die maar 5000 yen kostte, maar er was niemand anders die die geboekt had, dus die ging niet door omdat er minimum zeven personen moesten zijn en dan heb ik maar de duurdere genomen, want ik wilde per se die beren eens zien. Ik was de enige westerling op de boot (nu ik dit schrijf besef ik zelfs dat ik vandaag geen enkele andere westerling tegengekomen ben - ik kom er normaal wel elke dag een paar tegen - een vijftal, soms veel meer, soms minder). Ik was wat later bij de boeking en ik kon dus niet meer vrij alle plaatsen kiezen (twas niet zoals bij ons of vele andere landen om ter rapst op de boot om vrij de plek te kunnen kiezen). Ik kon vooraan op de boeg zitten - wat een beetje wilder is - of ik kon nog achter glas zitten. Ik zat een beetje in met mijn vel onder de zon drie uur op een boot, maar uiteindelijk heb ik vooraan gezeten en heb ik het me zeker niet beklaagd. Ik had mijn klakje en we deden ook een reddingsvest en nog een andere jas aan zodat ik eigenlijk voor het grootste stuk toch bedekt was... De boottour was wel de moeite. Mooie kliffen en watervalletjes die in zee zich uitstorten en vooral: ik heb bruine beren gezien!!! Weliswaar van ver, maar ik heb ze gezien! Een grote beer en een jong! Ik heb ze zelfs foto kunnen trekken met mijn 10x optical zoom. Ik ben heel blij dat ik een fototoestel heb gekocht met zo'n sterke zoom, want ik heb er toch al een aantal sjieke foto's mee getrokken die anders onmogelijk waren geweest. Uiteraard was het op de boot enorm moeilijk om de camera stil te houden, wat vooral bij 10x zoom uiterst belangrijk is voor scherpe foto's. Toch vind ik dat er een aantal foto's, vooral een tweetal, vrij goed uitgekomen zijn. Ik toonde soms die foto's van die beren op mijn fototoestel, nog eens groter gemaakt met de digitale zoom, aan Japanse toeristen en dan waren ze vol verbazing natuurlijk en hadden ze de indruk dat ik die beer van dichtbij had gezien ;-) Dan was het van :"heeehh" en is het altijd grappig. Japanners maken vrij veel voor ons rare geluidjes om bepaalde dingen uit te drukken - zoals dat ze iets begrijpen of om verbazing uit te drukken, wat soms wel eigenlijk wat belachelijk overkomt... Ze vragen altijd waar ik vandaan kom en als ik dan "Bilgie" (uit te spreken zonder de twee puntjes en de l mag je ook als een r uitspreken want de meeste Japanners kennen de l niet want die komt niet voor in het Japans) zeg, dan herhalen ze "Bilgie" en dan zeggen ze een soort van "aaannggg". Ik denk dat ze zo'n dingen ook zelfs in de taalcursussen Japans zouden mogen leren ;-) Dus soit, ik had die beren gezien en foto's getrokken en ik was content! 's Avonds ben ik dan nog op een klifje gewandeld om de zonsondergang te bekijken over zee (of beter gezegd: het verdwijnen van het licht achter de wolken) en dan gaan lezen en slapen. De volgende dag bij het uitchecken kreeg ik een soort van Japanse peer (of wat ze bij ons een Koreaanse peer noemen geloof ik - smaakt als een peer maar is heel groot en rond) en een perzik van de dame van het hotel. Ik kon mijn bagage daar nog laten en ben dan met de bus tot in het park geweest, met een ticket waarmee je elke keer kon afstappen, bezichtigen en dan een andere bus kon nemen. De bus stopte aan het Natuur informatie centrum, waar ook een wandelingetje te doen was, aan de jeugdherberg, aan de Shiretoko vijf meren en aan de Kamuiwakka-no-takki warme watervallen (waar je dan een beetje kon langs naar boven klimmen en jezelf kon in zetten als je dat wilde, maar dat heb ik niet gedaan omdat het water niet echt heet was. Vroeger kon je hoger geraken, waar het water heet was, maar nu waren er personen om je tegen te houden, omdat ze vinden dat het gevaarlijk is omdat je zou kunnen glijden en vallen - en het was idd wel glibberig). Aan de vijf meren geraakte ik in gesprek met Betty, een Braziliaanse met Japanse ouders (Brazilie heeft de grootste Japanse populatie buiten Japan en anderzijds zijn er veel Brazilianen in Japan ook - alhoewel ik er nog niet veel tegengekomen ben) en ze verbleef in de jeugdherberg in Iwaobetsu. Toen ik vertelde dat ik eigenlijk zin had om naar de top van de berg Rausu-dake te wandelen maar dat ik niet zoveel zin had om alleen te gaan omdat ze het afraden om alleen te gaan wandelen omwille van de beren, stelde ze voor om samen te gaan want ze wilde zelf ook gaan maar niet alleen. Bovendien dacht ik dat de jeugdherberg, die dicht gelegen is bij de wandelroute en je naar de start kan brengen, toch weer vol zou zitten. Ze vertelde me echter dat er waarschijnlijk wel nog plaats zou zijn in de jeugdherberg en toen ik ernaartoe ging, was er idd nog plaats voor die nacht en de volgende. Twee dagen voordien had ik de pech gehad (welja, ik weet niet of het pech was, laten we zeggen dat het "karma" was :p) dat er juist een groep was geweest, zodat de jeugdherberg volboekt was geweest. Ik moest dan nog terug naar de minshuku gaan voor mijn bagage en er was geen bus meer terug naar de jeugdherberg, maar ze zijn me dan samen met een andere vrouw komen oppikken aan het busstation. Ik heb dan ook van de tijd in Utoro gebruik gemaakt om eten in te slaan om de volgende dag te gaan wandelen: een paar broodjes, een viertal bananen, een chocoladereep en wat pindanoten... Rond 20u was er in de jeugdherberg een soort van briefing met informatie en moest je dan zeggen wat je de volgende dag wilde doen. Wij gingen dus met twee de berg Rausu Dake (1600m en een sjiek - een wandeling van een uur of vier om boven te geraken) beklimmen, maar ik vond het een beetje zonde om twee keer dezelfde weg te nemen en was nieuwsgierig naar het andere pad, dat starte aan de andere kant van de bergketen in Rausu en dat vermeld was in mijn lonely planet... Mijn plan was dus om dat te doen ipv twee keer hetzelfde pad en om dan terug te liften. De man van de jeugdherberg zei natuurlijk dat het onmogelijk was om terug te liften en dat als het niet lukte we een taxi gingen moesten nemen en dat het misschien 10000 yen kon kosten. Ik was overtuigd dat het ging lukken en zei tegen Betty dat ik de taxi ging betalen als het niet lukte, want ik was ervan overtuigd dat het wel ging lukken (Vaak zeggen Japanners dat het onmogellijk is om te liften omdat bijna geen enkele Japanner, behalve een handvol studenten, werkelijk lift en ze denken dat Japanners nooit gaan stoppen, maar volgens mijn ervaringen stoppen er redelijk veel Japanners voor mij. dat De weg van Rausu naar Iwaobetsu is een soort pas met veel bochten, vrij mooi en er zijn ook toeristen die die weg nemen, dus ik was vrijwel zeker dat het wel ging lukken). Ik heb dan nog eens de kaart bekeken en ben dan maar gaan slapen. De volgende morgen om 7u was er ontbijt en om 7u40 brachten ze ons naar het begin van de wandeling. Betty bleek natuurlijk niet zo snel te kunnen wandelen als ik, maar ik vond dat ze het wel redelijk deed voor een vrouw. Ik ging sommige stukken voor en dan wachte ik op haar dus dat was niet echt een probleem. Toen we op een plateautje waren, zeg maar een nek tussen twee bergtoppen waarvan ene de onze was, sprak ik even met een Amerikaanse oude vrouw en die zei dat de wandeling de vorige week een ganse week niet toegankelijk was omdat de beren hadden besloten om op dat plateautje te kamperen ;-) Uiteindelijk heb ik daar ook mijn eerste rode vos gezien en met mijn 10x zoom een geslaagde foto genomen - uit de losse hand zelfs! (had geen goed paaltje of zo om hem vast te zetten en heb ook geen statief) Mss had de foto anders nog ietsje scherper geweest, maar ik ben echt wel tevreden over het resultaat: de manier waarop de vos op die rots staat, uitkijkend, met zijn lange staart, de kleurschakeringen, zijn haren... Een van mijn favoriete foto's tot nu toe!!! Boven op de berg hadden we een beetje pech dat er wat bewolking was (de vorige dagen was er niets van wolken geweest) maar toch was het een mooi uitzicht en ik was heel blij dat het al de derde dag op een rij was dat het zo'n mooi weer was geweest en dat ik die wandeling tot aan de top heb kunnen doen! De wolken hadden ook een voordeel. Ik heb een paar foto's van mezelf laten trekken op twee verschillende rotsen, mezelf staande op die rotspiek en met de wolken en de bergen op de achtergrond en vooral van de twee laatste foto's ben ik erg content. Vind ze vrij cool. Tlijkt precies een beetje op een reclamefoto voor The North Face. Anderzijds, zonder de wolken ging het de zee op de achtergrond geweest zijn en sommige eilandjes met bergen die nu tot Rusland behoren en dat ging ook bijzonder de moeite geweest zijn. Rond 1u begonnen we dan de afdaling naar de andere kant van de berg. Het was meteen vrij ferm naar beneden. Er hangden touwen en ik ging achteruit naar beneden, me vasthoudend aan de touwen: minder kans om uit te glijden en je zeer te doen, snel, een zware belasting voor de knieeen uitsparend. (Lonely planet beschreef het wandelpad als goed aangeduid maar een beetje uitdagend :p ) Na een eind wandelen kwamen we dan aan hele mooie watervalletjes. Eerst waren er watervalletjes met wit water en een beetje verder naar beneden waren er watervalletjes met roodbruin water. Heb (te)veel foto's getrokken. Vond het oa door dit een heel mooie afdaling. Er was alleen een dikke maar: ik had beloofd om de taxi te betalen als we niet konden liften en we waren met twee, waarvan ik de snelste was. Bovendien was ik met een vrouw, die van nature lichamelijk zwakker is en dus kon ik ook niet verwachten dat ze zo snel zou zijn als ikzelf en ik porde haar wel een beetje en we gingen nog redelijk snel, maar ik kon ook niet te veel aandringen, want ik wilde van mezelf ook geen boeman maken. Bovendien denk ik dat ze misschien nog sneller ging dan veel mannen. Tis gewoon dat ik vrij goed getraind ben tegenwoordig en ik weet van mezelf dat ik over het algemeen vrij snel ben bij het naar boven gaan en als ik alleen ben, stop ik bijna nooit, hooguit om eens uit te blazen en eens een fotootje te trekken of iets te eten, maar meestal zonder te gaan zitten behalve op de top. Als ik alleen ben, steek ik ook bijna iedereen voorbij, maar ik was dus niet alleen en toen we aankwamen op de weg bij een parking van een onsen, was het al bijna donker. Uiteindelijk heb ik dan een uur staan duimen, zelfs nog in het donker onder de verlichtingspaal, maar bijna alle auto's gingen naar de nabijgelegen camping of naar de onsen en kwamen van Rausu. Slechts vier auto's gingen van Rausu naar Iwaobetsu en geen enkele stopte! In principe is een auto genoeg, op voorwaarde dat het juist die auto is die stopt. Die avond had ik spijtig genoeg niet dat geluk en besliste mijn karma er anders over :-( en heb ik die dure taxi dan uiteindelijk betaald, zoals ik beloofd had. Klote, but if you gamble: sometimes you win, sometimes you lose. Uiteindelijk was het minder dan 10000 yen, het was (maar) 7290 yen :) ehum... Aan de andere kant, had ik niet gegokt dan ging ik nooit dat andere mooie pad gezien hebben en kon ik er dan mss ook een beetje spijt van hebben gehad...Moraal van het verhaal: Nooit gokken als je zelf niet alles in de hand hebt! Lesje geleerd!!! (hoop ik) Als ik alleen was geweest, dan was ik meer dan een uur en waarschijnlijk wel twee uur vroeger op dezelfde plaats geweest en had ik hoogstwaarschijnlijk kans genoeg gehad om terug te liften, want vanaf de bergtop had ik rond de middag opgemerkt dat er toch wel enig verkeer van de ene naar de andere kant was. Dan had ik zeker kunnen bewijzen tegenover die man van de jeugdherberg dat het wel mogelijk was om terug te liften. Maar tja, "als" daar koop ik niets meer mee en ik heb me die dag anders toch goed geamuseerd en heb mooie dingen gezien en das uiteindelijk toch het voornaamste. Een beer heb ik tijdens de wandeling gelukkig niet meer tegengekomen, maar met die beerbelletjes horen ze ons ook van ver komen. Ik zou er ook niet meer over twijfelen om die wandeling op mijn eentje te doen. Als je maar genoeg lawaai maakt, dan vermijden de beren je toch en uiteindelijk kom je nog andere wandelaars tegen ook en je gaat dan zo rap of zo traag als je zelf wilt. Verder heb ik in het park ook veel Sika herten gezien, vooral met de bus langs en op de weg en de taxi moest in het donker ook een paar keer stoppen voor herten op de weg. Bij de beklimming heb ik ook twee dunne slangen het wandelpad zien overkronkelen, een soort Japanse adders waarschijnlijk.
Van Shiretoko naar Akan National Park: De volgende dag, vandaag dus, heeft de man van de jeugdherberg me rond 08u10 naar de busterminal in Utoro gebracht. Ik heb dan ook byebye gezegd aan Betty. Ze heeft me ook nog haar treinpas gegeven die ze zelf niet meer ging gebruiken (twas een vijf dagen pas met nog een ongebruikte dag op te nemen ten laatste de tiende september, waarmee je zoveel (trage, lokale) treinen mag nemen als je wilt op een dag) Ik denk dat ik die treinpas overmorgen ga nemen om vanaf hier terug naar Asahikawa te reizen per trein. Mss ga ik dan ineens verder naar Sapporo. Maar aan de andere kant jeukt mijn gat vrij veel om nog terug te gaan naar Asahidake, de berg die ik niet volledig tot de top beklommen heb vanwege slecht weer en die zo mooi was, ook volgens andere mensen die ik nog ontmoet heb... en als ik daarnaartoe wil, dan mag ik nog niet direct naar Sapporo. Verder heeft Betty gisteravond ook haar avondeten met mij gedeeld (ik had geen diner besteld in de jeugdherberg en we waren laat en moesten rap eten om voor de meeting van 20u klaar te zijn en ze had niet veel honger) en heeft ze zo een groene "pis en kak" plastic zak voor mij gekocht voor de wandeling. Die zit nog ergens ongebruikt in mijn rugzak. Tijdens de wandeling heb ik een paar keer moeten urineren, maar heb dat telkens netjes buiten haar zicht gedaan... Ik ben ervan overtuigd dat dat niet slecht is voor de planten en het gewoon Japanse flauwekul is, op voorwaarde dat niet alle wandelaars telkens op dezelfde plek urineren, maar langs dat pad is het haast onmogelijk dat een andere wandelaar op exact dezelfde plek als ik zou urineren... Daarbij, als ze naar de convenience store gaan, dan laat meer dan de helft hun motor draaien terwijl ze vijf a tien minuten binnen zijn om dingen te kopen, dus moeten ze niet te veel zagen ;-) Ik ben weer serieus aan het afwijken, gewoon om eerlijk te vermelden dat ik ook, buiten de compagnie, iets materieels van Betty gekregen heb. Dus soit, ik werd afgezet aan het busstation, ik kocht een koude koffie uit de automaat en begon te wandelen langs de weg. Na tien a vijftien minuten stopte er een mooie rode Audi A3 en hij moest passeren langs Shari, de eerste stad op mijn weg, en ik mocht mee. De man sprak redelijk goed Engels. Hij vertelde me dat zijn dochter in Amerika woont en getrouwd is met een Amerikaanse marine (een soldaat) en in Amerika woont. Zijn dochter was 21 en die kerel 20 en die leerde blijkbaar niet te graag. De man werkte voor een soort Japanse BBC en hij zei dat hij redelijk veel tijd had en hij wilde me per se naar Akan nationaal park naar de jeugdherberg brengen. Hij zou dan vanaf daar verder naar Asahikawa rijden. Het was een heel aangename man en ik vond het enorm vriendelijk dat hij me perse wilde brengen tot aan de jeugdherberg en het was een leuke babbel.
Akan Nationaal Park: Dus ja, hij bracht me naar de jeugdherberg nabij Mashu-ko, waar ik nu aan de computer (gratis internet joehoe!!!) zit te tokkelen... Ik heb mijn bagage er dan achter gelaten en een kleine damesfiets, bij gebrek aan beter, gehuurd voor 1000 yen per dag. En hup, om 11u15 ben ik dan vertrokken om er nog een (figuurlijk - want vandaag was het erg bewolkt en heeft het ook veel geregend) mooie dag van te maken en ik ging eens een ritje maken ;-)) Een mogelijkheid was om naar omhoog te fietsen naar Mashu-ko (volgens sommigen het mooiste meer van Japan - een aantal jaren geleden het meer met het helderste water ter wereld - zou kunnen dat dat nu het Baikalmeer is) en dan een kleinere lus te maken. Een andere mogelijkheid was om op dezelfde manier te starten, maar een veel grotere lus te maken, van 60km, waarbij ik dan langs het andere meer, Kusharo-ko (met een groot eiland in het midden en een soort eigen Lochness zever monster) zou passeren, maar ik moest wel maken dat ik rond 18u30 terug was voor het diner en die fiets was geen mountainbike, maar een veel te kleine damesfiets en mijn benen waren nog stijf van gisteren acht uur te wandelen... Toch besloot ik na verloop van tijd voor de volle zestig km te gaan, zodat ik meer ging (af)zien en mijn dag mooi gevuld zou zijn. De eerste zes km waren vrij steil en heb ik evenveel of meer naast mijn fiets gelopen dan erop gezeten. Er was enorm veel mist en spijtig genoeg heb ik dat wondermooie meer zelfs niet gezien :( Dan ging ik het ferm naar beneden, maar deze keer was het maar een halve jiehaaaa!! Probleem was dat de voorste rem een simpele blokrem was (geen shimano remblokjes, dus kan rapper beginnen smelten) en vooral dat de achterste schijfrem niet goed werkte en op zichzelf niet voldoende was om de fiets tot stilstand te laten komen bergaf... Maw, ik had maar een goede rem, aan het voorwiel, die ik intermitterend gebruikte omdat de blokjes dan niet zo rap warm worden. Na de afdaling was de volgende toeristische attractie Ioh-San, een soort van kleinere berg met heel veel gasdampen. Het speciale was dat boven sommige van die geelachtige hete dampbronnen er eieren lagen te koken en er waren dan mensen die "tomago" ofte "onsen gestoomde eieren" verkochten. Ik heb me daar niet aan laten vangen, want een gekookt of een gestoomd ei das hetzelfde. Punt. Ik ben dan langs het meer Kusharo-ko gaan fietsen en het meer zelf was goed zichtbaar en ook het eiland in het midden. Maar het was bewolkt en mistig zodat je het omringende landschap niet zo goed kon zien en ik vond het onder die omstandigheden geen foto waard. Uiteindelijk begon het dan ferm te regenen en heb ik met mijn poncho verder gefietst (heel handig in combinatie met korte broek en teva sandalen en de dagrugzak past perfect onder de poncho!) en heb ik dan nog een zijtripje van drie km gedaan (ik heb het meer nog drie km verder gevolgd dan dat ik moest en dan teruggekeerd). Ik heb een zijtripje naar Wakoto Onsen gemaakt: Het is speciaal doordat het niets meer is dan een natuurlijk heetwaterbad in de buitenlucht. Je hoeft niets te betalen en je doet je kleren uit en hup, je stapt erin. Simpeler kan het niet zijn. Preutsere personen kunnen natuurlijk ook in zwempak erin gaan ;-) Het was een klein natuurlijk bad vlak naast het grote Kusharo-ko meer (eigenlijk is Wakoto op een soort schiereiland in het meer gelegen). Ik vond het echt zalig!!! Ik had het bad voor mij alleen - er was juist iemand uitgegaan. Het was echt vrij heet water en het deed ferm ferm deugd na dat fietsen in de regen... Zalig! En terwijl was het aan het regenen. Van het hete water ben ik dan eens in het meer gesprongen en onder de regen wat gaan zwemmen en dan ben ik weer gaan relaxen in het heetwaterbad... Uiteindelijk ben ik dan weer verder gaan fietsen, want ik wilde zeker voor 18u30 terug zijn aan de jeugdherberg en ik wist niet precies hoeveel bergop het nog ging zijn (het was enorm veel vals plat - toen ik achteruit keek zag ik dat ik veel naar omhoog was gegaan of naar omlaag zonder het vrij goed te beseffen tijdens het rijden). Ik stak mijn korte broek maar in mijn rugzak want hij was al een beetje nat en ik wilde niet dat hij nog natter ging worden en ik ben dan maar in mijn onderbroek verder gaan fietsen. Ik had er toch de poncho boven... Na een goeie twintig km ganzepas fietsen kwam ik dan lekker nat in de jeugdherberg aan, waar ik dan een handdoek kreeg en me lekker proper douchte, content van de 66km bergop en bergaf met een slechte kleine fiets! Ik ben tevreden over de conditie en voel me sterk... toch qua uithouding. Ik heb nu alleen wat zeer in mijn nek van mijn rugzak te dragen, maar tegen morgen gaat dat wel gepasseerd zijn. Vanavond heb ik hier een lekkere maaltijd met gegrilde zalm gegeten en morgen om 7u30 is er ontbijt. Ik heb besloten om nog een dagje langer hier te blijven en mijn kans te wagen om het befaamde meer te zien. Het zou normaal bewolkt worden, maar in de namiddag wat zonniger en 's avonds weer regen. Ik moet morgen ook weer geld afhalen, want mijn cash is bijna op en vandaag kon ik geen geld afhalen omdat het zondag was en de cashmachines van de post dan niet beschikbaar zijn... Ik heb opnieuw veel mooie foto's (allee ja, ik vind ze mooi), maar ik kan ze blijkbaar niet op deze computer uploaden, want picasa is geblokkeerd (en facebook ook trouwens)
Vele groetjes,
nog steeds uit Japan,
Christophe
maandag 1 september 2008
Terug in Asahikawa
Tis weer lang geleden en ik ga waarschijnlijk weer de helft vergeten zijn, maar de andere helft zal toch zodanig veel zijn dat het allemaal lezen de gezondheid eventueel al schade zou kunnen toebrengen ;-)
Hakodate: Was eigenlijk wel een leuk vissersstadje, ook gemakkelijk om te orienteren. De meeste steden op Hokkaido zijn eigenlijk makkelijker qua orientatie omdat ze meer rectangulair opgebouwd zijn. Hokkaido is eigenlijk nog maar een honderdvijftigtal jaar geleden gekoloniseerd door de Japanners. Voordien woonden de Ainu er. In Hakodate heb ik het eerst eerder rustig gedaan: ik ben naar een internet cafe gegaan en heb mijn blog nog een beetje bijgewerkt zodat ik nog eens kon publiceren (das ondertussen weer meer dan een week geleden, denk ik) 's Avonds heb ik dan een wandeling gedaan op de heuvel van Hakodate (door dicht bos) zodat ik kon genieten van het nachtzicht op Hakodate, een van de mooiste nightviews van Japan. Het is mooi omdat Hakodate op een soort van schiereiland ligt en dus zie je een verlichte streep land en voor de rest de zee. Daarna ben ik dan weer in het donker naar beneden gewandeld, ditmaal langs de baan voor de bussen (ik wilde er geen geld aan spenderen - maar leek wel de enige te zijn die dat deed - goed dat ik mijn goedkoop pielluchtje had zodat de bussen me zagen) en dan ben ik naar de Onsen geweest. Dat was een lekker zalige onsen, met buitenbad ook, en het water was bruin door al het ijzer. Uiteindelijk ben ik niet gaan eten met die andere Deense lifter omdat ik te laat terug in het hostel was, maar ik heb wel eens gebeld naar het hostel om het hem te zeggen dat ik te laat ging zijn (het nummer vroeg ik aan de balie van de onsen en na een kwartiertje kon ik bellen - of belden ze voor mij :p)
Van Hakodate naar Sapporo: Ik volgde een tip uit het boekje "hitchhiking in Japan" van die andere lifter en ik nam eerst een trein een paar stations verder om een beetje uit het centrum te geraken. Maar uiteindelijk bleek er ook hier nog veel lokaal verkeer zodat ik maar verder gestapt ben, om een beetje weg te geraken van dat lokaal verkeer. Tprobleem is dat je dan soms tien km moet stappen met al je bagage, maar ok, dat neem ik er dan maar bij en ondertussen steek ik toch mijn duim uit. Uiteindelijk had ik zeker al een uur of twee gewandeld en stopte er een oudere man en die bracht me misschien maar twintig km verder, maar dat was wel een hele goede plek: geen huizen en dus geen lokaal verkeer, een verkeerslicht zodat autos eerst stilstaan of op zijn minst vertragen en me dus zo kunnen spotten, mogelijkheid voor wagens om veilig te stoppen... Het duurde dan ook niet lang of ik had een tweede lift beet. Ditmaal was het een Japanner van een jaar of 70 en hij kon bijna geen woord Engels. Uiteindelijk heeft hij mij een tweehonderdtal km verder gebracht langs trage baan met veel bochten en lichten (een uur of drie rijden) en op het einde realiseerde ik me dat hij nog helemaal alleen terug moest, vanwaar we kwamen!!! Hij verstond blijkbaar niet zo goed het concept van liften ;-) Toen ik het begon te realiseren, had ik moeite om me in te houden van te lachen. Ik dacht ook dat dit soort situaties het type humor is waar mijn broer hard zou van kunnen lachen. Ik had wel wat te doen met die oude man, want hij ging laat thuis zijn en zo ver nog terug rijden... Het was eigenlijk heel vriendelijk van hem. Ik heb hem dan maar een postkaartje van Knokke gegeven. Uiteindelijk had hij mij ook al een koffie onderweg getrakteerd. Maar ik was nog niet in Sapporo. Ik was in Joichi, een dertigtal km daarvan, een klein dorp. Ik wandelde een vijfhonderdtal meter verder en stak achteloos al wandelend mijn duim eens omhoog en hup: wat een geluk! Onmiddellijk stopte er een auto!!! Het was een Japanse jonge vrouw en man, geen echt koppel maar collega's voor zover ik begrepen had en zij was daar op vakantie en ze moesten naar Sapporo. Ze kon heel goed Engels, ze was al veel alleen op reis geweest en volgens mij was ze op dat vlak atypisch voor een Japanse... Uiteindelijk hebben ze me afgezet naast het treinstation en dan ben ik onmiddellijk naar een internetcafe gegaan om mijn email te checken, want ik moest afspreken met Manuel van couchsurfing want ik ging daar slapen. Uiteindelijk na een paar mailtjes hebben we aan een metrohalte rond 21u savonds afgesproken en alles kwam in orde. Hij woonde in een studentenhome en ik moest mezelf savonds binnensmokkelen langs het raam, maar het was wel ok de plaats. Gratis douche ook en gratis wasmachines ;-) 's Avonds heeft hij me ook nog wat rijst en vegetarische tempura gegeven. De laatste dag heb ik hem dan ook een flesje alcohol gekocht. Twas best wel een aangename kerel. Een Fransman.
Sapporo: in Sapporo ben ik dus twee nachten bij Manuel verbleven. Ik heb eigenlijk geen enkele foto van Sapporo omdat ik er niet zo veel aan vond aan die stad. Het is ook een grootstad en zoals in elke grootstad zijn de mensen wat kil op straat en gesloten en lachen ze niet veel en daar hou ik niet van. Behalve als je een zware rugzak op je rug hebt en een plannetje bekijkt, dan zijn ze wel vriendelijk en vragen ze of je hulp nodig hebt. Maar in Sapporo wonen er ook redelijk veel buitenlanders, veel studenten geloof ik. Het is de hoofdstad van Hokkaido. Je hebt er een paar parken, een lelijke kleinere kopie van de eiffeltoren (in Tokyo heb je dat ook: de tokyo tower en in Tokyo heb je zelfs een kopie van het vrijheidsbeeld), een universiteitscampus. Sapporo is ook bekend voor het bier Sapporo, het eerste Japanse bier. Dit is begonnen toen er een Japanner van daar naar Duitsland was geweest. In Sapporo in de boekhandel heb ik iets gevonden dat ik totnutoe nog in geen enkele andere Japanse boekhandel had gevonden: het boek Shogun van James Clavell. Ik heb vijftien jaar geleden eens een paar fragmentjes van de serie op tv gezien en vandaar dat ik het kende en nu ben ik die 1150 pagina tellende kanjer aan het verslinden ;-) Spannend boek en interessant voor het begrijpen van Japanse cultuur en geschiedenis (alhoewel het maar los op waarheid gebaseerd is, het is en blijft een roman maar veel dingen zijn toch waar erin).
Van Sapporo naar Asahikawa liften: Om van Sapporo naar Asahikawa te liften heb ik eerst een trein genomen naar een kleiner stadje langs de weg, omdat Sapporo een te grote stad is om uit weg te geraken al liftend (tenzij je oerveel sjans hebt natuurlijk) Vandaar ben ik dan beginnen wandelen op zoek naar een goed plekje en na een vijftal km wandelen of mss ietsje minder stopte er opeens een auto langs de kant van de weg, zonder dat ik mijn duim had uitgestoken of niets!!! Het was een man die er blijkbaar zijn plezier in vond om lifters mee te nemen, want het bleek dat ik al nr drie van dit jaar was en nr achttien in totaal. Uiteindelijk was het een vrij vriendelijke man. Ik voelde me wel voor de eerste keer niet voor de volle honderd procent op mijn gemak, maar eigenlijk was het ten onrechte. Het was wel een tragere lift, want eerst gingen we ramen noodles eten in een goedkopere plaats en op het einde wilde hij ook gaan kijken naar een aantal auto's wat nog eens drie kwartier kostte. Er stonden wel wat mooie auto's, een heel oude jaguar ook. Uiteindelijk zette hij me af aan een convenience store dichtbij Asahikawa en op de parking sprak hij vele Japanners aan om hen te vragen of ze naar Asahikawa moesten en of ik mee mocht. Dus het was wel een vriendelijke kerel. Uiteindelijk ging ik zelf langs de kant van de weg staan met mijn duim (sinds Hokkaido gebruik ik mijn duim ipv te zwaaien zoals voorheen, nadat die Deense lifter zei dat het voor hem werkte en blijkbaar werkt het nu voor mij ook :p) en het duurde niet lang voor er iemand stopte. Ik geloof dat het een Buddhistische priester of zo was, maar ik kon niet echt met hem klappen. Hij trok er wel op met zijn kort haar en oranje plunje en hij glimlachte de hele tijd. Hij was een jaar of zestig. Hij bracht me naar Asahikawa station. Ik heb dan een beetje rondgehangen, iets gegeten, informatie ingewonnen in tourist information office, veel in mijn boek gelezen en ben dan rond 22u30 naar de manga kissa (internet cafe waar ze ook veel manga boekjes hebben) afgezakt waar ik dan negen uur kon verblijven voor 2000 yen (eerste keer moest ik wel nog 300 yen membership betalen).
Van Asahikawa naar Asahidake en terug: De volgende dag ben ik dan naar Asahidake, naar de vulkaan in het natuurpark Daisetzun national park geweest. Het enige slechte was het wisselvallige weer. Dikwijls regen en heel veel bewolkt. Ik ben er uiteindelijk twee dagen gebleven en heb er een nacht geslapen. Ik verbleef er op een camping. Voor 500 yen toegang en 550 yen om een tent te huren, dus heel goedkoop. De man van de camping zette zelfs de tent helemaal op voor mij. Het was een hele oude Japanse tent, een hele grote ook. 's Nachts was het er echt koud en had ik niet genoeg met alleen mijn lichtere donzen slaapzak, dus heb ik mijn lange broek moeten aantrekken en twee fleece pullovers en trok ik de bovenkant van mijn slaapzak met het koordje helemaal dicht, zodat het draaglijk werd en ik stopte met rillen. Ik was de enige op de camping. De camping grond vond ik eigenlijk maar niets, het was niet op fijn gras, maar op gravel, kleine losse steentjes dus. Niet aangenaam en vooral als het nat is, erg smerige boel. In Asahidake was er bijna niets om eten te kopen, geen convenience store... Ik had wel wat noten en bananen en wat andere boel meegebracht, maar eigenlijk toch niet genoeg om aangenaam te eten en er te verblijven. Op de camping hadden ze een grote plastic box om het eten in te laten. In het toilet hing er een briefje dat je niet in je tent mocht eten en zeker ook geen eten erin mocht laten. Dat vossen zeker en vast een gat in je tent zouden bijten om aan je eten te komen. Dat dit zelfs gebeurt als al je eten in plastic zakken zit en als je zelf in de tent aanwezig bent!!! Vossen werden in 1930 geintroduceerd in Hokkaido via Rusland. In Hokkaido zitten er ook veel grote bruine Higuma beren. Iedereen draagt belletjes om te wandelen, zodat je geluid maakt en de beren je horen en je vermijden, dus heb ik ook maar een belletje gekocht om me op mijn gemak te voelen ;-) De eerste dag ben ik de berg halfweg opgegaan, een beetje verder dan de heel dure kabelbaan. Maar toen ik verder de berg op wilde, begon er veel mist op te komen en ben ik maar terug gegaan omdat ik dacht dat ik de volgende dag toch terug zou komen. Maar de volgende dag was het veel slechter!!! Tot een uur smiddags regende het hard en wanneer het stopte, had ik dus geen tijd genoeg om zelf tot de top te wandelen. Ik wou dus de kabellift eerst nemen, maar die bleek stopgezet door te veel wind. Dus heb ik niet te veel meer gedaan: een beetje verder gelezen (wat ik smorgens al de ganse tijd gedaan had) en ik ben naar de onsen geweest. Na de onsen ben ik dan met een Japanner in gesprek geraakt en 's avonds ben ik dan, wegens het slechte weer en het onaangename vooruitzicht van een nieuwe nacht kou te lijden en eten op, teruggegaan naar Asahikawa per bus, spijtig genoeg zonder de top van de berg bereikt te hebben ;-( In Asahikawa ben ik dan door die Japanner, Takashi, uitgenodigd om samen met zijn familie ramen noodles te gaan eten. Geen dure kost, een eenvoudige tent, maar het speciale eraan was dat het een bekende plaats was, waar veel beroemde Japanners al eens zijn gaan eten en dan een tekstje op de muur in een kaartje geschreven hadden. Voor mij was dat eten op zich niet zo speciaal eigenlijk. Maar tis altijd wel leuk als je eens getrakteerd word. Ik heb dan ook een postkaartje nog gegeven. Het leuke was ook dat ik mijn bagage terwijl achterliet in hun hotel en dat ik zo ontdekt heb, dat er een computer is met gratis internet in de lobby van dat hotel, theoretisch alleen voor gasten, maar zolang ze niets zeggen.... Ik ben nu al meer dan een uur hier aan het typen en het is al de derde keer dat ik hier kom ;-) Er was ook een coin laundry hier en ik heb terwijl mijn kleren gewassen - kwam goed van pas!!! Ik heb toen voor de tweede keer in dat internetcafe overnacht, maar was te moe om te bloggen.
Met de bus naar Wakkanai na mislukte liftpoging: De volgende dag ben ik dan begonnen met een beetje in mijn boek te lezen, maar het was redelijk spannend en eigenlijk heb ik een paar uur zitten lezen voordat ik stopte ;-) Toen ben ik maar op stap gegaan om de stad en het lokale verkeer te ontvluchten en te liften naar Wakkanai, 250km verder naar het noorden en meer dan vier uur rijden. Ik had eerst het idee om via de trein een beetje uit de stad te geraken eerst, maar er waren niet al te veel treinen en dan moest ik daar ook nog op wachten. Dus beginnen wandelen maar. Ik wist dat de bus om 17u10 vertrok, dus dat was voor het noodgeval dat ik niet zou kunnen liften. En die dag had ik idd veel pech: ik heb een km of dertien met al mijn rommel op mijn rug gewandeld en geen enkele auto die stopte. Mss dat ik het ook verkeerd aangepakt heb en niet zover had moeten gaan en lokaler had moeten duimen en geduld hebben, maar wie zal het zeggen... Uiteindelijk rond 16u20 besloot ik het op te geven, ik had al zo ver gestapt en ik probeerde terug naar de stad te liften om dan de bus te nemen voor 4700 fucking yen. De lift naar de stad terug kreeg ik redelijk rap van een oude japanner die geen woord Engels kon. Een beetje wandelen nog naar de bus en hup, ik was algauw vertrokken op de bus en kon weer een beetje verder lezen ;-) Rond 21u30 kwam ik aan in Wakkanai, volstrekt donker. In mijn lonely planet stond "rider house" Midori-yu vermeld - rider house is accomodatie vooral voor fietsers en motorrijders bedoeld - in Wakkanai, voor maar 1000 yen dus wou ik absoluut naar daar gaan. In het station maakten ze me al gauw duidelijk dat het twee treinstations naar het zuiden was, een 3 a 4km en dat er geen treinen meer reden en of ik een taxi wou... Natuurlijk wou ik geen dwaze dure taxi!!! Wat stellen die paar km extra nog voor hahaha... Dus met een plannetje in de hand ben ik maar op zoek gegaan naar dat rider house en na nog eens nagevraagd te hebben in de convenience store er vlakbij vond ik het uiteindelijk. Toen ik binnenkwam zaten er een heleboel jonge Japanners rond de tafel te drinken en te kletsen. Ze dronken vooral Shotsu, een soort lichtere sake of zo, geloof ik. Het is transparant spul van een graad of twintig. Ik heb dan nog eens wat meegedronken en gebabbeld en me een aantal keren foto laten trekken (jaja, ze willen allemaal met mij op de foto!) en toen ben ik rond middernacht gaan slapen. Ik was blij dat ik die plaats gevonden had en zou het iedereen aanraden die in Wakkanai backpackt. Goedkoop, vriendelijke uitbaatster, sympathieke Japanse gasten die ook budgetminded zijn en minder stijf dan de meeste Japanners.
Rishiri-to ofte Rishiri eiland: De volgende dag zou ik dan de ferry nemen naar Rishiri eiland, een van de twee eilandjes ten westen van Wakkanai, waar normaal veel soorten wilde bloemen zijn, maar nu was er niet zo veel meer van te zien, wel een paar, maar heb niet echt fotos ervan getrokken. Ik ben de dag gestart met een ontbijt van de convenience store: eerst een bento en dan natto!!! Die andere lifter had me verteld dat het iets typisch Japans was en dat ik het eens moest proberen. Het zijn een soort gefermenteerde sojabonen en het ziet er redelijk vies uit en buitenlanders mogen het meestal niet graag. Ik vond het eigenlijk ook niet echt lekker, maar heb het wel allemaal opgegeten. Ik heb het uiteindelijk ook eens geprobeerd dan. De andere twee kleine doosjes van het pak heb ik dan maar "cadeau" gegeven aan de uitbaatster van de rider house. Later was ik aan het wandelen naar de ferry terminal, naast Wakkanai station, en ik ging mss juist op tijd zijn voor de ferry, toen de politie opeens hun auto stopte en me tegenhield en ik mijn reispas moest tonen en zeggen waar ik naar toe ging en wanneer ik Japan ging verlaten en blablabla...eikels... eerste keer dat me dit overkomt in Japan - mss omdat ze daar soms problemen hebben met Russen en ik voor een Rus kon doorgaan? - Sakhalin eiland is ongeveer 60km van daar en bij helder weer kun je het eiland dikwijls zelfs zien liggen... Ik maakte de politie duidelijk dat ik niet veel tijd had en mijn ferry moest halen en ik vroeg of ze me geen lift konden geven. Ik was ook heel beleefd met "mister policeman san" en die zever - "san" is een beleefdheidsvorm wanneer je een Japanner aanspreekt - en uiteindelijk gaven ze me een lift. Ze stelden eerst een taxi voor, maar dan zei ik dat dat duur was en die ene politieman had precies niet veel zin om me een lift te geven, twas gelijk de serieuste van de twee, maar die andere was schappelijker en zei dat het ok was... En zo zette de politie me af aan de ferry terminal ;-)) Ik durfde hen wel niet vragen om een fotootje, want dat zou misschien te veel van het goede geweest zijn ;-)) In Rishiri-to ben ik dan drie dagen verbleven. Ik verbleef op camping yu-ni in de stad Oshidomari met een gehuurde tent en dat koste me 2000 yen of zo'n dertien euro per nacht. Ik had wel een hele grote tent van het merk Coleman ter beschikking - ik kon er bijna volledig in recht staan - enorm comfortabel. En de camping was mooi gelegen en het was mooi fijn aangenaam gras, geen smerig gravel deze keer. De eerste dag heb ik niet te veel uitgestoken: het was bewolkt en tegen dat de tent op stond was het vier uur (de uitbater, een grijze japanner die geen Engels sprak en dat verschillende keren duidelijk maakte, had me geholpen, maar het leek alsof hijzelf die tent ook nog niet al te veel opgezet had hihi... hij had wel zijn mooie witte handschoentjes aan om de tent te zetten en de piketjes in de grond te kloppen...) Ik heb vooral informatie ingewonnen die dag dan en ik ben naar de onsen geweest voor 500 yen. Ik was ineens heel proper gewassen en heb genoten van de warme baden: een warm bad buiten (rotemburo), warm bad binnen, jacuzzi binnen en een sauna en koud badje binnen. Het leuke in de onsens is dat er bijna altijd ook vloeibare shampoo en zeep ter beschikking is en die ruikt altijd zo geweldig lekker - echt waar - tis een soort fruitaroma - zalig om je mee in te zepen! Ik heb dan nog een beetje in de lounge gezeten om te lezen en ben dan naar mijn tentje gegaan. De volgende dag was het nog altijd bewolkt en mistig en de vulkaantop van 1721m hoog, Rishiri-San, was nog altijd niet zichtbaar. ' s Morgens heb ik eens "uni" geprobeerd, een heel klein beetje, want dat is een echte specialiteit daar en sommige Japanners komen van Tokyo speciaal om dat daar te eten, een Japanse delicatesse. Het is een soort zwarte bol die je in zee aantreft met een heleboel stekels (sea urchin in Engels, mss zee-egel in Nederlands maar ben niet zeker...) Vanbinnen heeft het allemaal gele lobjes, het is heel zacht vlees. Ik had twee kleine stukjes gegeten en vond het niet heel slecht, maar ook niet echt smakelijk, dus heb ik dan maar geen besteld. Ik heb dan wel een kom ramen besteld daar. Die dag heb ik dan een mountainbike voor een dag gehuurd, voor 2000 yen, om rond het eiland te fieten, een zestigtal km geloof ik. De fiets was natuurlijk te klein en ik kon mijn knieen niet volledig strekken - maar ja - wat moet je hier verwachten? Japanners zijn meestal kleiner en veel kunnen ook niet zo goed fietsen volgens mij, vooral vrouwen, en dan zetten ze hun zadel veel te laag omdat ze anders bang zijn om te vallen en fietsen ze met hun benen veel te gebogen - ganzenpas op de fiets zeg maar... Ze zeiden dat je moest rekenen op zes a acht uur, maar ik deed het in drie uur half en dan nog met twintig minuten pauze haha... En twas twee maand en een half geleden dat ik nog eens serieus op een fiets gezeten had... Ik zou me haast een atleet beginnen wanen met altijd die Japanse inschattingen van tijd die extreem ruim genomen zijn... Misschien kon ik zelfs twee keer rond het eiland fietsen, maar het was een beetje riskant want moest de fiets binnenbrengen voor 17u. Vijf km voordat ik de loop had gemaakt, stopte ik nog eens om een paar vissersbootjes die "uni" vingen te bekijken en te fotograferen en er kwamen twee groepjes met Japanners met scootertjes aangereden en het bleek dat in beide groepen ik iemand kende van de dag tevoren in het rider house!!! Een van de groepen verbleef op dezelfde camping als ik en ze vroegen of ik geen zin had om savonds mee te barbecuen wat ik dan ook gedaan heb, na opnieuw een aantal keer geposeerd te hebben voor de foto uiteraard. De barbecue 's avonds was wel iets bescheidener dan de barbecues die wij gewoon zijn - Japanners eten geen zo'n grote stukken vlees als wij, het is ook veel duurder hier. Veel heb ik eigenlijk dan ook niet gegeten, ook wel een beetje omdat ik niet het gevoel wilde hebben dat ik profiteerde. Ik ben dan met hen naar de onsen geweest. In het buitenbad was het wel grappig: als je wilde kon je je optrekken en over het muurtje naar de vrouwen kijken, of je kon door de aarde rond het scheidingsmuurtje gaan en jezelf in het vrouwenbad zetten als je wilde. Er was zelfs een Japanner die dat deed en dan kwamen die meisjes ook in dat bad natuurlijk... Dan was hij redelijk rap weg - twas wel grappig... Als je dat doet bij meisjes die je niet kent, dan riskeer je wel in de bak te vliegen voor voyeur natuurlijk. Maar ja, ik ben bijziend en die gast had ook een bril, dus niks te zien ;-) De volgende dag was het heel mooi weer en helder en ben ik de vulkaan opgeklommen, Rishiri-San. Het was een zware dag. Ik had anderhalve liter water meegenomen en wat krachtvoer, maar het water bleek eigenlijk niet voldoende te zijn en het was ook warm en ik heb weer wat puistjes op mijn gezicht ervan overgehouden, maar minder als van op de ferry van rusland naar japan. Ik ben rond 7u15 beginnen wandelen vanaf de camping naar de bergtop en rond 12u30 was ik boven, rapper dan de meesten, ik haalde bijna iedereen in. Een paar van de Japanners van de barbecue waren om 7u30 vertrokken en hadden de eerste drie km per auto afgelegd en na een uur en een kwartier had ik ze al bijgehaald! Het zicht op de top was spectaculair, je kon het eiland rondom rond zien (niet de ganse tijd, want er waren toch een paar wolken hier en daar) en je kon het vasteland Hokkaido zien en het andere eiland Rebun-to - echt heel mooi. Er waren er die zeiden dat ze Sakhalin hadden gezien en bij klaar weer is het normaal mogelijk, maar heb het zelf niet gezien. Ik besloot om naar beneden te gaan langs het andere pad, dat naar het tweede dorpje Kutsugata leidde, zodat ik dat ook eens gezien had, en dan de veertien km naar Oshidomari terug te liften. Het was een iets moeilijkere route, bovenaan waren er een paar lichte afgronden, los gesteente ook, maar er waren touwen om je vast te houden. Maar wat me vooral tegenstak was het laatste stuk van de afdaling: een heel stuk van de wandeling was precies een soort bedding van een riviertje met erg glibberige modder. Het was totaal niet steil, dus in dat opzicht zeker niet gevaarlijk, maar ik moest enorm oppassen om niet uit te glijden en ben wel zeker een stuk of tien keer gegleden en een stuk of vijf keer gevallen en ik had dorst en het bleef maar duren. Ik werd er kwaad van en begon te vloeken toen ik weer eens tegen de grond lag. Ik had mijn twee kniebanden aangetrokken voor de afdaling en de ene was na afloop vuil met modder. Ook mijn schoenen waren vuil en mijn broek en er zat een scheur in mijn broek van aan een tak te blijven hangen. Uiteindelijk toen ik terug op de weg was, heb ik redelijk rap een lift kunnen krijgen naar Kutsugata, zodat ik het laatste stuk tarmac niet moest wandelen. En een keer dat ik daar was, had ik onmiddellijk een andere lift naar Oshidomari terug, naar de convenience store voor drank en voor melk en een soort cornflakes (de laatste dagen heb ik veel melk gedronken - duurder dan bij ons, zelfs bijna het dubbele, maar echt wel heel lekkere melk ook - ik besef dat ik dat gemist heb - romig en fel wit van kleur, koeien zijn normaal een rariteit in Japan, maar niet op Hokkaido, het noorderlijke eiland.) Ik vroeg in de winkel of ze ook "mierepies" hadden in dat dorp, hetgeen een soort specialiteit bleek te zijn daar op het eiland volgens de Japanners van de barbecue, een soort fruitig drankje gemaakt van een soort bessen, maar het bleek dat dat alleen in Kutsugata was, het dorpje waar ik juist vandaan kwam en ik zag het niet zitten om opnieuw naar daar te moeten liften en terug, dus liet ik de "mierepies" maar aan de Japanners over ;-) Toen ik de winkel uitstapte, sprak er me opeens een auto zomaar aan en vroeg me waar ik heen wilde en ik zei dat ik naar de camping ging en hij bracht me daar ;-) buitenlander zijn heeft soms ook zo zijn voordelen!!! Ik was vuil en moe en de wandeling had negen uur in beslag genomen, dus ben ik maar nog eens terug naar de onsen geweest om te genieten en me te wassen. Mijn dweil die ik gebruik als superlichte handdoek ruikte een beetje omdat hij niet helemaal droog was, toen ik hem de vorige keer in een plastic zak stak, dus heb ik er iets anders op gevonden om me af te drogen: de eerste dag droogde ik me af met de ventilator in de kleedkamer en de volgende dagen had ik gezien dat er in de sauna propere verse handdoeken waren, normaal om op te zitten in de sauna, maar ik grabbelde er ene en droogde me er snel mee af! Normaal gezien kun je ook handdoekjes huren, maar dan moet je er voor betalen... Na drie dagen op het eilandje gezeten te hebben, wilde ik dan terug naar het vasteland om naar Asahikawa terug te liften. Ik moest me redelijk veel haasten om de tent af te breken en mijn boel in te pakken en ik had nog niet betaald voor de vorige nacht, de 2000 yen voor de camping. Maar toen ik voorstelde om te betalen, met mijn briefjes zwaaiend, zei de uitbater dat ik de tent daar maar moest leggen en dat het ok was. Hij verstond geen Engels en dat was deze keer een voordeel. Ik kon hem blijkbaar niet duidelijk maken dat ik nog moest betalen van de vorige dag en ik had echt geen tijd en ik zei dan maar foert en mijn laatste dag heb ik er dus gratis gecampeerd ;-) Ik moest lopen om de eerste ferry te halen en dan ging ik nog te laat zijn, maar ik kon een vrouw in een auto doen stoppen en ze bracht me juist op tijd naar de terminal en ik zat op de boot: jiehaa!!!
Terug naar Asahikawa, deze keer liftend: Gisteren ben ik dan na de boot terug gelift van Wakanai naar Asahikawa. Ik heb eerst een 7tal km gewandeld om uit de stad te zijn en op een plaatsje langs de weg waar auto's konden stoppen en toen stopte er een man. Het was een boer en hij had 600 melkkoeien en hij bracht me een klein beetje verder. Dan had ik al redelijk rap een andere lift voor een eindje en het was iemand die in de bosbouw werkte, die me afzette aan een convenience store. Na een half uurtje in de hete zon, had ik dan een nieuwe lift, een heel aardige man die me tot in Nayoro bracht, meer dan 100km verder en 75km van mijn eindbestemming. Hij trakteerde me op een softijs van melk van de streek en hij gaf me twee dingen om te eten, maar gisteravond probeerde ik het en ik hield er niet van en ik heb ze dan maar weer weg gegeven. Hij babbelde graag en was heel vriendelijk en ik heb hem dan ook maar mijn drankje aquarius cadeau gegeven en een postkaartje. In Nayoro stond ik aan een benzinestation te duimen en na een kwartiertje kreeg ik dan een lift van twee jonge japanners die juist gedaan hadden met werken in een nabijgelegen garage en me waarschijnlijk zien staan hadden. Ze konden me maar twintig km verder brengen naar Shibetsu, maar het begon juist te regenen en ik ging akkoord. In Shibetsu stond ik aan de lichten en al snel stopte er een auto voor Asahikawa, een mooie Volvo met leren zetels. De man was de eigenaar van een bouwbedrijf voor zover ik begreep. Hij was bezig Engels te studeren en ik denk dat hij daarom stopte voor mij. Hij bracht me naar Asahikawa station, door de gietende regen (wat was ik gelukkig, want voor hetzelfde geld stond ik mijn duim omhoog in de gietende regen voor tien minuten en ging niemand me meer meenemen en moest ik op zoek naar een treinstation door de regen!) En gisteren heb ik dan weer in hetzelfde internetcafe in Asahikawa geslapen uiteindelijk. Ik dacht om er ook wat te bloggen, maar uiteindelijk was ik te moe en heb ik er alleen mijn mail gecheckt en geslapen. Nu ben ik al drie uur hier (gratis) aan het typen in de lobby van het chique hotel waar die Japanner waarmee ik ramen ben gaan eten verbleef, en mijn relaas van de voorbije - ongeveer tien dagen - is eindelijk neergetypt en ik ben weer een gelukkig man, want mijn herinneringen zullen weer beter bewaard blijven :))
Vandaag wil ik proberen te liften naar Abashiri, noordoosten, en dan wil ik verder proberen te reizen naar Shiretoko national park en Akan national park. Shiretoko is vrij ongerepte natuur en er zitten redelijk veel bruine beren en in Akan national park heb je het meer met het klaarste water ter wereld naar het schijnt.
Vele groetjes vanuit Asahikawa,
Christophe
Hakodate: Was eigenlijk wel een leuk vissersstadje, ook gemakkelijk om te orienteren. De meeste steden op Hokkaido zijn eigenlijk makkelijker qua orientatie omdat ze meer rectangulair opgebouwd zijn. Hokkaido is eigenlijk nog maar een honderdvijftigtal jaar geleden gekoloniseerd door de Japanners. Voordien woonden de Ainu er. In Hakodate heb ik het eerst eerder rustig gedaan: ik ben naar een internet cafe gegaan en heb mijn blog nog een beetje bijgewerkt zodat ik nog eens kon publiceren (das ondertussen weer meer dan een week geleden, denk ik) 's Avonds heb ik dan een wandeling gedaan op de heuvel van Hakodate (door dicht bos) zodat ik kon genieten van het nachtzicht op Hakodate, een van de mooiste nightviews van Japan. Het is mooi omdat Hakodate op een soort van schiereiland ligt en dus zie je een verlichte streep land en voor de rest de zee. Daarna ben ik dan weer in het donker naar beneden gewandeld, ditmaal langs de baan voor de bussen (ik wilde er geen geld aan spenderen - maar leek wel de enige te zijn die dat deed - goed dat ik mijn goedkoop pielluchtje had zodat de bussen me zagen) en dan ben ik naar de Onsen geweest. Dat was een lekker zalige onsen, met buitenbad ook, en het water was bruin door al het ijzer. Uiteindelijk ben ik niet gaan eten met die andere Deense lifter omdat ik te laat terug in het hostel was, maar ik heb wel eens gebeld naar het hostel om het hem te zeggen dat ik te laat ging zijn (het nummer vroeg ik aan de balie van de onsen en na een kwartiertje kon ik bellen - of belden ze voor mij :p)
Van Hakodate naar Sapporo: Ik volgde een tip uit het boekje "hitchhiking in Japan" van die andere lifter en ik nam eerst een trein een paar stations verder om een beetje uit het centrum te geraken. Maar uiteindelijk bleek er ook hier nog veel lokaal verkeer zodat ik maar verder gestapt ben, om een beetje weg te geraken van dat lokaal verkeer. Tprobleem is dat je dan soms tien km moet stappen met al je bagage, maar ok, dat neem ik er dan maar bij en ondertussen steek ik toch mijn duim uit. Uiteindelijk had ik zeker al een uur of twee gewandeld en stopte er een oudere man en die bracht me misschien maar twintig km verder, maar dat was wel een hele goede plek: geen huizen en dus geen lokaal verkeer, een verkeerslicht zodat autos eerst stilstaan of op zijn minst vertragen en me dus zo kunnen spotten, mogelijkheid voor wagens om veilig te stoppen... Het duurde dan ook niet lang of ik had een tweede lift beet. Ditmaal was het een Japanner van een jaar of 70 en hij kon bijna geen woord Engels. Uiteindelijk heeft hij mij een tweehonderdtal km verder gebracht langs trage baan met veel bochten en lichten (een uur of drie rijden) en op het einde realiseerde ik me dat hij nog helemaal alleen terug moest, vanwaar we kwamen!!! Hij verstond blijkbaar niet zo goed het concept van liften ;-) Toen ik het begon te realiseren, had ik moeite om me in te houden van te lachen. Ik dacht ook dat dit soort situaties het type humor is waar mijn broer hard zou van kunnen lachen. Ik had wel wat te doen met die oude man, want hij ging laat thuis zijn en zo ver nog terug rijden... Het was eigenlijk heel vriendelijk van hem. Ik heb hem dan maar een postkaartje van Knokke gegeven. Uiteindelijk had hij mij ook al een koffie onderweg getrakteerd. Maar ik was nog niet in Sapporo. Ik was in Joichi, een dertigtal km daarvan, een klein dorp. Ik wandelde een vijfhonderdtal meter verder en stak achteloos al wandelend mijn duim eens omhoog en hup: wat een geluk! Onmiddellijk stopte er een auto!!! Het was een Japanse jonge vrouw en man, geen echt koppel maar collega's voor zover ik begrepen had en zij was daar op vakantie en ze moesten naar Sapporo. Ze kon heel goed Engels, ze was al veel alleen op reis geweest en volgens mij was ze op dat vlak atypisch voor een Japanse... Uiteindelijk hebben ze me afgezet naast het treinstation en dan ben ik onmiddellijk naar een internetcafe gegaan om mijn email te checken, want ik moest afspreken met Manuel van couchsurfing want ik ging daar slapen. Uiteindelijk na een paar mailtjes hebben we aan een metrohalte rond 21u savonds afgesproken en alles kwam in orde. Hij woonde in een studentenhome en ik moest mezelf savonds binnensmokkelen langs het raam, maar het was wel ok de plaats. Gratis douche ook en gratis wasmachines ;-) 's Avonds heeft hij me ook nog wat rijst en vegetarische tempura gegeven. De laatste dag heb ik hem dan ook een flesje alcohol gekocht. Twas best wel een aangename kerel. Een Fransman.
Sapporo: in Sapporo ben ik dus twee nachten bij Manuel verbleven. Ik heb eigenlijk geen enkele foto van Sapporo omdat ik er niet zo veel aan vond aan die stad. Het is ook een grootstad en zoals in elke grootstad zijn de mensen wat kil op straat en gesloten en lachen ze niet veel en daar hou ik niet van. Behalve als je een zware rugzak op je rug hebt en een plannetje bekijkt, dan zijn ze wel vriendelijk en vragen ze of je hulp nodig hebt. Maar in Sapporo wonen er ook redelijk veel buitenlanders, veel studenten geloof ik. Het is de hoofdstad van Hokkaido. Je hebt er een paar parken, een lelijke kleinere kopie van de eiffeltoren (in Tokyo heb je dat ook: de tokyo tower en in Tokyo heb je zelfs een kopie van het vrijheidsbeeld), een universiteitscampus. Sapporo is ook bekend voor het bier Sapporo, het eerste Japanse bier. Dit is begonnen toen er een Japanner van daar naar Duitsland was geweest. In Sapporo in de boekhandel heb ik iets gevonden dat ik totnutoe nog in geen enkele andere Japanse boekhandel had gevonden: het boek Shogun van James Clavell. Ik heb vijftien jaar geleden eens een paar fragmentjes van de serie op tv gezien en vandaar dat ik het kende en nu ben ik die 1150 pagina tellende kanjer aan het verslinden ;-) Spannend boek en interessant voor het begrijpen van Japanse cultuur en geschiedenis (alhoewel het maar los op waarheid gebaseerd is, het is en blijft een roman maar veel dingen zijn toch waar erin).
Van Sapporo naar Asahikawa liften: Om van Sapporo naar Asahikawa te liften heb ik eerst een trein genomen naar een kleiner stadje langs de weg, omdat Sapporo een te grote stad is om uit weg te geraken al liftend (tenzij je oerveel sjans hebt natuurlijk) Vandaar ben ik dan beginnen wandelen op zoek naar een goed plekje en na een vijftal km wandelen of mss ietsje minder stopte er opeens een auto langs de kant van de weg, zonder dat ik mijn duim had uitgestoken of niets!!! Het was een man die er blijkbaar zijn plezier in vond om lifters mee te nemen, want het bleek dat ik al nr drie van dit jaar was en nr achttien in totaal. Uiteindelijk was het een vrij vriendelijke man. Ik voelde me wel voor de eerste keer niet voor de volle honderd procent op mijn gemak, maar eigenlijk was het ten onrechte. Het was wel een tragere lift, want eerst gingen we ramen noodles eten in een goedkopere plaats en op het einde wilde hij ook gaan kijken naar een aantal auto's wat nog eens drie kwartier kostte. Er stonden wel wat mooie auto's, een heel oude jaguar ook. Uiteindelijk zette hij me af aan een convenience store dichtbij Asahikawa en op de parking sprak hij vele Japanners aan om hen te vragen of ze naar Asahikawa moesten en of ik mee mocht. Dus het was wel een vriendelijke kerel. Uiteindelijk ging ik zelf langs de kant van de weg staan met mijn duim (sinds Hokkaido gebruik ik mijn duim ipv te zwaaien zoals voorheen, nadat die Deense lifter zei dat het voor hem werkte en blijkbaar werkt het nu voor mij ook :p) en het duurde niet lang voor er iemand stopte. Ik geloof dat het een Buddhistische priester of zo was, maar ik kon niet echt met hem klappen. Hij trok er wel op met zijn kort haar en oranje plunje en hij glimlachte de hele tijd. Hij was een jaar of zestig. Hij bracht me naar Asahikawa station. Ik heb dan een beetje rondgehangen, iets gegeten, informatie ingewonnen in tourist information office, veel in mijn boek gelezen en ben dan rond 22u30 naar de manga kissa (internet cafe waar ze ook veel manga boekjes hebben) afgezakt waar ik dan negen uur kon verblijven voor 2000 yen (eerste keer moest ik wel nog 300 yen membership betalen).
Van Asahikawa naar Asahidake en terug: De volgende dag ben ik dan naar Asahidake, naar de vulkaan in het natuurpark Daisetzun national park geweest. Het enige slechte was het wisselvallige weer. Dikwijls regen en heel veel bewolkt. Ik ben er uiteindelijk twee dagen gebleven en heb er een nacht geslapen. Ik verbleef er op een camping. Voor 500 yen toegang en 550 yen om een tent te huren, dus heel goedkoop. De man van de camping zette zelfs de tent helemaal op voor mij. Het was een hele oude Japanse tent, een hele grote ook. 's Nachts was het er echt koud en had ik niet genoeg met alleen mijn lichtere donzen slaapzak, dus heb ik mijn lange broek moeten aantrekken en twee fleece pullovers en trok ik de bovenkant van mijn slaapzak met het koordje helemaal dicht, zodat het draaglijk werd en ik stopte met rillen. Ik was de enige op de camping. De camping grond vond ik eigenlijk maar niets, het was niet op fijn gras, maar op gravel, kleine losse steentjes dus. Niet aangenaam en vooral als het nat is, erg smerige boel. In Asahidake was er bijna niets om eten te kopen, geen convenience store... Ik had wel wat noten en bananen en wat andere boel meegebracht, maar eigenlijk toch niet genoeg om aangenaam te eten en er te verblijven. Op de camping hadden ze een grote plastic box om het eten in te laten. In het toilet hing er een briefje dat je niet in je tent mocht eten en zeker ook geen eten erin mocht laten. Dat vossen zeker en vast een gat in je tent zouden bijten om aan je eten te komen. Dat dit zelfs gebeurt als al je eten in plastic zakken zit en als je zelf in de tent aanwezig bent!!! Vossen werden in 1930 geintroduceerd in Hokkaido via Rusland. In Hokkaido zitten er ook veel grote bruine Higuma beren. Iedereen draagt belletjes om te wandelen, zodat je geluid maakt en de beren je horen en je vermijden, dus heb ik ook maar een belletje gekocht om me op mijn gemak te voelen ;-) De eerste dag ben ik de berg halfweg opgegaan, een beetje verder dan de heel dure kabelbaan. Maar toen ik verder de berg op wilde, begon er veel mist op te komen en ben ik maar terug gegaan omdat ik dacht dat ik de volgende dag toch terug zou komen. Maar de volgende dag was het veel slechter!!! Tot een uur smiddags regende het hard en wanneer het stopte, had ik dus geen tijd genoeg om zelf tot de top te wandelen. Ik wou dus de kabellift eerst nemen, maar die bleek stopgezet door te veel wind. Dus heb ik niet te veel meer gedaan: een beetje verder gelezen (wat ik smorgens al de ganse tijd gedaan had) en ik ben naar de onsen geweest. Na de onsen ben ik dan met een Japanner in gesprek geraakt en 's avonds ben ik dan, wegens het slechte weer en het onaangename vooruitzicht van een nieuwe nacht kou te lijden en eten op, teruggegaan naar Asahikawa per bus, spijtig genoeg zonder de top van de berg bereikt te hebben ;-( In Asahikawa ben ik dan door die Japanner, Takashi, uitgenodigd om samen met zijn familie ramen noodles te gaan eten. Geen dure kost, een eenvoudige tent, maar het speciale eraan was dat het een bekende plaats was, waar veel beroemde Japanners al eens zijn gaan eten en dan een tekstje op de muur in een kaartje geschreven hadden. Voor mij was dat eten op zich niet zo speciaal eigenlijk. Maar tis altijd wel leuk als je eens getrakteerd word. Ik heb dan ook een postkaartje nog gegeven. Het leuke was ook dat ik mijn bagage terwijl achterliet in hun hotel en dat ik zo ontdekt heb, dat er een computer is met gratis internet in de lobby van dat hotel, theoretisch alleen voor gasten, maar zolang ze niets zeggen.... Ik ben nu al meer dan een uur hier aan het typen en het is al de derde keer dat ik hier kom ;-) Er was ook een coin laundry hier en ik heb terwijl mijn kleren gewassen - kwam goed van pas!!! Ik heb toen voor de tweede keer in dat internetcafe overnacht, maar was te moe om te bloggen.
Met de bus naar Wakkanai na mislukte liftpoging: De volgende dag ben ik dan begonnen met een beetje in mijn boek te lezen, maar het was redelijk spannend en eigenlijk heb ik een paar uur zitten lezen voordat ik stopte ;-) Toen ben ik maar op stap gegaan om de stad en het lokale verkeer te ontvluchten en te liften naar Wakkanai, 250km verder naar het noorden en meer dan vier uur rijden. Ik had eerst het idee om via de trein een beetje uit de stad te geraken eerst, maar er waren niet al te veel treinen en dan moest ik daar ook nog op wachten. Dus beginnen wandelen maar. Ik wist dat de bus om 17u10 vertrok, dus dat was voor het noodgeval dat ik niet zou kunnen liften. En die dag had ik idd veel pech: ik heb een km of dertien met al mijn rommel op mijn rug gewandeld en geen enkele auto die stopte. Mss dat ik het ook verkeerd aangepakt heb en niet zover had moeten gaan en lokaler had moeten duimen en geduld hebben, maar wie zal het zeggen... Uiteindelijk rond 16u20 besloot ik het op te geven, ik had al zo ver gestapt en ik probeerde terug naar de stad te liften om dan de bus te nemen voor 4700 fucking yen. De lift naar de stad terug kreeg ik redelijk rap van een oude japanner die geen woord Engels kon. Een beetje wandelen nog naar de bus en hup, ik was algauw vertrokken op de bus en kon weer een beetje verder lezen ;-) Rond 21u30 kwam ik aan in Wakkanai, volstrekt donker. In mijn lonely planet stond "rider house" Midori-yu vermeld - rider house is accomodatie vooral voor fietsers en motorrijders bedoeld - in Wakkanai, voor maar 1000 yen dus wou ik absoluut naar daar gaan. In het station maakten ze me al gauw duidelijk dat het twee treinstations naar het zuiden was, een 3 a 4km en dat er geen treinen meer reden en of ik een taxi wou... Natuurlijk wou ik geen dwaze dure taxi!!! Wat stellen die paar km extra nog voor hahaha... Dus met een plannetje in de hand ben ik maar op zoek gegaan naar dat rider house en na nog eens nagevraagd te hebben in de convenience store er vlakbij vond ik het uiteindelijk. Toen ik binnenkwam zaten er een heleboel jonge Japanners rond de tafel te drinken en te kletsen. Ze dronken vooral Shotsu, een soort lichtere sake of zo, geloof ik. Het is transparant spul van een graad of twintig. Ik heb dan nog eens wat meegedronken en gebabbeld en me een aantal keren foto laten trekken (jaja, ze willen allemaal met mij op de foto!) en toen ben ik rond middernacht gaan slapen. Ik was blij dat ik die plaats gevonden had en zou het iedereen aanraden die in Wakkanai backpackt. Goedkoop, vriendelijke uitbaatster, sympathieke Japanse gasten die ook budgetminded zijn en minder stijf dan de meeste Japanners.
Rishiri-to ofte Rishiri eiland: De volgende dag zou ik dan de ferry nemen naar Rishiri eiland, een van de twee eilandjes ten westen van Wakkanai, waar normaal veel soorten wilde bloemen zijn, maar nu was er niet zo veel meer van te zien, wel een paar, maar heb niet echt fotos ervan getrokken. Ik ben de dag gestart met een ontbijt van de convenience store: eerst een bento en dan natto!!! Die andere lifter had me verteld dat het iets typisch Japans was en dat ik het eens moest proberen. Het zijn een soort gefermenteerde sojabonen en het ziet er redelijk vies uit en buitenlanders mogen het meestal niet graag. Ik vond het eigenlijk ook niet echt lekker, maar heb het wel allemaal opgegeten. Ik heb het uiteindelijk ook eens geprobeerd dan. De andere twee kleine doosjes van het pak heb ik dan maar "cadeau" gegeven aan de uitbaatster van de rider house. Later was ik aan het wandelen naar de ferry terminal, naast Wakkanai station, en ik ging mss juist op tijd zijn voor de ferry, toen de politie opeens hun auto stopte en me tegenhield en ik mijn reispas moest tonen en zeggen waar ik naar toe ging en wanneer ik Japan ging verlaten en blablabla...eikels... eerste keer dat me dit overkomt in Japan - mss omdat ze daar soms problemen hebben met Russen en ik voor een Rus kon doorgaan? - Sakhalin eiland is ongeveer 60km van daar en bij helder weer kun je het eiland dikwijls zelfs zien liggen... Ik maakte de politie duidelijk dat ik niet veel tijd had en mijn ferry moest halen en ik vroeg of ze me geen lift konden geven. Ik was ook heel beleefd met "mister policeman san" en die zever - "san" is een beleefdheidsvorm wanneer je een Japanner aanspreekt - en uiteindelijk gaven ze me een lift. Ze stelden eerst een taxi voor, maar dan zei ik dat dat duur was en die ene politieman had precies niet veel zin om me een lift te geven, twas gelijk de serieuste van de twee, maar die andere was schappelijker en zei dat het ok was... En zo zette de politie me af aan de ferry terminal ;-)) Ik durfde hen wel niet vragen om een fotootje, want dat zou misschien te veel van het goede geweest zijn ;-)) In Rishiri-to ben ik dan drie dagen verbleven. Ik verbleef op camping yu-ni in de stad Oshidomari met een gehuurde tent en dat koste me 2000 yen of zo'n dertien euro per nacht. Ik had wel een hele grote tent van het merk Coleman ter beschikking - ik kon er bijna volledig in recht staan - enorm comfortabel. En de camping was mooi gelegen en het was mooi fijn aangenaam gras, geen smerig gravel deze keer. De eerste dag heb ik niet te veel uitgestoken: het was bewolkt en tegen dat de tent op stond was het vier uur (de uitbater, een grijze japanner die geen Engels sprak en dat verschillende keren duidelijk maakte, had me geholpen, maar het leek alsof hijzelf die tent ook nog niet al te veel opgezet had hihi... hij had wel zijn mooie witte handschoentjes aan om de tent te zetten en de piketjes in de grond te kloppen...) Ik heb vooral informatie ingewonnen die dag dan en ik ben naar de onsen geweest voor 500 yen. Ik was ineens heel proper gewassen en heb genoten van de warme baden: een warm bad buiten (rotemburo), warm bad binnen, jacuzzi binnen en een sauna en koud badje binnen. Het leuke in de onsens is dat er bijna altijd ook vloeibare shampoo en zeep ter beschikking is en die ruikt altijd zo geweldig lekker - echt waar - tis een soort fruitaroma - zalig om je mee in te zepen! Ik heb dan nog een beetje in de lounge gezeten om te lezen en ben dan naar mijn tentje gegaan. De volgende dag was het nog altijd bewolkt en mistig en de vulkaantop van 1721m hoog, Rishiri-San, was nog altijd niet zichtbaar. ' s Morgens heb ik eens "uni" geprobeerd, een heel klein beetje, want dat is een echte specialiteit daar en sommige Japanners komen van Tokyo speciaal om dat daar te eten, een Japanse delicatesse. Het is een soort zwarte bol die je in zee aantreft met een heleboel stekels (sea urchin in Engels, mss zee-egel in Nederlands maar ben niet zeker...) Vanbinnen heeft het allemaal gele lobjes, het is heel zacht vlees. Ik had twee kleine stukjes gegeten en vond het niet heel slecht, maar ook niet echt smakelijk, dus heb ik dan maar geen besteld. Ik heb dan wel een kom ramen besteld daar. Die dag heb ik dan een mountainbike voor een dag gehuurd, voor 2000 yen, om rond het eiland te fieten, een zestigtal km geloof ik. De fiets was natuurlijk te klein en ik kon mijn knieen niet volledig strekken - maar ja - wat moet je hier verwachten? Japanners zijn meestal kleiner en veel kunnen ook niet zo goed fietsen volgens mij, vooral vrouwen, en dan zetten ze hun zadel veel te laag omdat ze anders bang zijn om te vallen en fietsen ze met hun benen veel te gebogen - ganzenpas op de fiets zeg maar... Ze zeiden dat je moest rekenen op zes a acht uur, maar ik deed het in drie uur half en dan nog met twintig minuten pauze haha... En twas twee maand en een half geleden dat ik nog eens serieus op een fiets gezeten had... Ik zou me haast een atleet beginnen wanen met altijd die Japanse inschattingen van tijd die extreem ruim genomen zijn... Misschien kon ik zelfs twee keer rond het eiland fietsen, maar het was een beetje riskant want moest de fiets binnenbrengen voor 17u. Vijf km voordat ik de loop had gemaakt, stopte ik nog eens om een paar vissersbootjes die "uni" vingen te bekijken en te fotograferen en er kwamen twee groepjes met Japanners met scootertjes aangereden en het bleek dat in beide groepen ik iemand kende van de dag tevoren in het rider house!!! Een van de groepen verbleef op dezelfde camping als ik en ze vroegen of ik geen zin had om savonds mee te barbecuen wat ik dan ook gedaan heb, na opnieuw een aantal keer geposeerd te hebben voor de foto uiteraard. De barbecue 's avonds was wel iets bescheidener dan de barbecues die wij gewoon zijn - Japanners eten geen zo'n grote stukken vlees als wij, het is ook veel duurder hier. Veel heb ik eigenlijk dan ook niet gegeten, ook wel een beetje omdat ik niet het gevoel wilde hebben dat ik profiteerde. Ik ben dan met hen naar de onsen geweest. In het buitenbad was het wel grappig: als je wilde kon je je optrekken en over het muurtje naar de vrouwen kijken, of je kon door de aarde rond het scheidingsmuurtje gaan en jezelf in het vrouwenbad zetten als je wilde. Er was zelfs een Japanner die dat deed en dan kwamen die meisjes ook in dat bad natuurlijk... Dan was hij redelijk rap weg - twas wel grappig... Als je dat doet bij meisjes die je niet kent, dan riskeer je wel in de bak te vliegen voor voyeur natuurlijk. Maar ja, ik ben bijziend en die gast had ook een bril, dus niks te zien ;-) De volgende dag was het heel mooi weer en helder en ben ik de vulkaan opgeklommen, Rishiri-San. Het was een zware dag. Ik had anderhalve liter water meegenomen en wat krachtvoer, maar het water bleek eigenlijk niet voldoende te zijn en het was ook warm en ik heb weer wat puistjes op mijn gezicht ervan overgehouden, maar minder als van op de ferry van rusland naar japan. Ik ben rond 7u15 beginnen wandelen vanaf de camping naar de bergtop en rond 12u30 was ik boven, rapper dan de meesten, ik haalde bijna iedereen in. Een paar van de Japanners van de barbecue waren om 7u30 vertrokken en hadden de eerste drie km per auto afgelegd en na een uur en een kwartier had ik ze al bijgehaald! Het zicht op de top was spectaculair, je kon het eiland rondom rond zien (niet de ganse tijd, want er waren toch een paar wolken hier en daar) en je kon het vasteland Hokkaido zien en het andere eiland Rebun-to - echt heel mooi. Er waren er die zeiden dat ze Sakhalin hadden gezien en bij klaar weer is het normaal mogelijk, maar heb het zelf niet gezien. Ik besloot om naar beneden te gaan langs het andere pad, dat naar het tweede dorpje Kutsugata leidde, zodat ik dat ook eens gezien had, en dan de veertien km naar Oshidomari terug te liften. Het was een iets moeilijkere route, bovenaan waren er een paar lichte afgronden, los gesteente ook, maar er waren touwen om je vast te houden. Maar wat me vooral tegenstak was het laatste stuk van de afdaling: een heel stuk van de wandeling was precies een soort bedding van een riviertje met erg glibberige modder. Het was totaal niet steil, dus in dat opzicht zeker niet gevaarlijk, maar ik moest enorm oppassen om niet uit te glijden en ben wel zeker een stuk of tien keer gegleden en een stuk of vijf keer gevallen en ik had dorst en het bleef maar duren. Ik werd er kwaad van en begon te vloeken toen ik weer eens tegen de grond lag. Ik had mijn twee kniebanden aangetrokken voor de afdaling en de ene was na afloop vuil met modder. Ook mijn schoenen waren vuil en mijn broek en er zat een scheur in mijn broek van aan een tak te blijven hangen. Uiteindelijk toen ik terug op de weg was, heb ik redelijk rap een lift kunnen krijgen naar Kutsugata, zodat ik het laatste stuk tarmac niet moest wandelen. En een keer dat ik daar was, had ik onmiddellijk een andere lift naar Oshidomari terug, naar de convenience store voor drank en voor melk en een soort cornflakes (de laatste dagen heb ik veel melk gedronken - duurder dan bij ons, zelfs bijna het dubbele, maar echt wel heel lekkere melk ook - ik besef dat ik dat gemist heb - romig en fel wit van kleur, koeien zijn normaal een rariteit in Japan, maar niet op Hokkaido, het noorderlijke eiland.) Ik vroeg in de winkel of ze ook "mierepies" hadden in dat dorp, hetgeen een soort specialiteit bleek te zijn daar op het eiland volgens de Japanners van de barbecue, een soort fruitig drankje gemaakt van een soort bessen, maar het bleek dat dat alleen in Kutsugata was, het dorpje waar ik juist vandaan kwam en ik zag het niet zitten om opnieuw naar daar te moeten liften en terug, dus liet ik de "mierepies" maar aan de Japanners over ;-) Toen ik de winkel uitstapte, sprak er me opeens een auto zomaar aan en vroeg me waar ik heen wilde en ik zei dat ik naar de camping ging en hij bracht me daar ;-) buitenlander zijn heeft soms ook zo zijn voordelen!!! Ik was vuil en moe en de wandeling had negen uur in beslag genomen, dus ben ik maar nog eens terug naar de onsen geweest om te genieten en me te wassen. Mijn dweil die ik gebruik als superlichte handdoek ruikte een beetje omdat hij niet helemaal droog was, toen ik hem de vorige keer in een plastic zak stak, dus heb ik er iets anders op gevonden om me af te drogen: de eerste dag droogde ik me af met de ventilator in de kleedkamer en de volgende dagen had ik gezien dat er in de sauna propere verse handdoeken waren, normaal om op te zitten in de sauna, maar ik grabbelde er ene en droogde me er snel mee af! Normaal gezien kun je ook handdoekjes huren, maar dan moet je er voor betalen... Na drie dagen op het eilandje gezeten te hebben, wilde ik dan terug naar het vasteland om naar Asahikawa terug te liften. Ik moest me redelijk veel haasten om de tent af te breken en mijn boel in te pakken en ik had nog niet betaald voor de vorige nacht, de 2000 yen voor de camping. Maar toen ik voorstelde om te betalen, met mijn briefjes zwaaiend, zei de uitbater dat ik de tent daar maar moest leggen en dat het ok was. Hij verstond geen Engels en dat was deze keer een voordeel. Ik kon hem blijkbaar niet duidelijk maken dat ik nog moest betalen van de vorige dag en ik had echt geen tijd en ik zei dan maar foert en mijn laatste dag heb ik er dus gratis gecampeerd ;-) Ik moest lopen om de eerste ferry te halen en dan ging ik nog te laat zijn, maar ik kon een vrouw in een auto doen stoppen en ze bracht me juist op tijd naar de terminal en ik zat op de boot: jiehaa!!!
Terug naar Asahikawa, deze keer liftend: Gisteren ben ik dan na de boot terug gelift van Wakanai naar Asahikawa. Ik heb eerst een 7tal km gewandeld om uit de stad te zijn en op een plaatsje langs de weg waar auto's konden stoppen en toen stopte er een man. Het was een boer en hij had 600 melkkoeien en hij bracht me een klein beetje verder. Dan had ik al redelijk rap een andere lift voor een eindje en het was iemand die in de bosbouw werkte, die me afzette aan een convenience store. Na een half uurtje in de hete zon, had ik dan een nieuwe lift, een heel aardige man die me tot in Nayoro bracht, meer dan 100km verder en 75km van mijn eindbestemming. Hij trakteerde me op een softijs van melk van de streek en hij gaf me twee dingen om te eten, maar gisteravond probeerde ik het en ik hield er niet van en ik heb ze dan maar weer weg gegeven. Hij babbelde graag en was heel vriendelijk en ik heb hem dan ook maar mijn drankje aquarius cadeau gegeven en een postkaartje. In Nayoro stond ik aan een benzinestation te duimen en na een kwartiertje kreeg ik dan een lift van twee jonge japanners die juist gedaan hadden met werken in een nabijgelegen garage en me waarschijnlijk zien staan hadden. Ze konden me maar twintig km verder brengen naar Shibetsu, maar het begon juist te regenen en ik ging akkoord. In Shibetsu stond ik aan de lichten en al snel stopte er een auto voor Asahikawa, een mooie Volvo met leren zetels. De man was de eigenaar van een bouwbedrijf voor zover ik begreep. Hij was bezig Engels te studeren en ik denk dat hij daarom stopte voor mij. Hij bracht me naar Asahikawa station, door de gietende regen (wat was ik gelukkig, want voor hetzelfde geld stond ik mijn duim omhoog in de gietende regen voor tien minuten en ging niemand me meer meenemen en moest ik op zoek naar een treinstation door de regen!) En gisteren heb ik dan weer in hetzelfde internetcafe in Asahikawa geslapen uiteindelijk. Ik dacht om er ook wat te bloggen, maar uiteindelijk was ik te moe en heb ik er alleen mijn mail gecheckt en geslapen. Nu ben ik al drie uur hier (gratis) aan het typen in de lobby van het chique hotel waar die Japanner waarmee ik ramen ben gaan eten verbleef, en mijn relaas van de voorbije - ongeveer tien dagen - is eindelijk neergetypt en ik ben weer een gelukkig man, want mijn herinneringen zullen weer beter bewaard blijven :))
Vandaag wil ik proberen te liften naar Abashiri, noordoosten, en dan wil ik verder proberen te reizen naar Shiretoko national park en Akan national park. Shiretoko is vrij ongerepte natuur en er zitten redelijk veel bruine beren en in Akan national park heb je het meer met het klaarste water ter wereld naar het schijnt.
Vele groetjes vanuit Asahikawa,
Christophe
Abonneren op:
Posts (Atom)